zoon van
Wolf Joseph Goudeket en Betje Aron Spijer
echtgenoot van Berthe Bondy
Vermeldingen
- is geboren op 17 november 1856 te Amsterdam.
- Salomon Goudeket woont te Amsterdam voor 18 april 1879.
- Salomon Goudeket woont te Amsterdam voor 18 april 1879.
- Salomon Goudeket woont te Parijs (F) na 18 april 1879.
- woont te Parijs (F) voor 7 juli 1892.
- commissionair woont Plantage Parklaan 6 te Amsterdam van 7 juli 1892 tot 26 maart 1900 - Met echtgenote en kinderen.
- woont te Parijs (F) na 26 maart 1900.
- Sylvain Goudeket is begraven in februari 1927 te Parijs (F) (Begraafplaats Montparnasse. Annonce ondertekend door zijn echtgenote, zoons en dochter en zijn zwager Gustave Kahn, een beroemd dichter in zijn tijd).
ongedateerd
- wordt vermeld - Berthe Bondy was een volle nicht van Gustave Kahn, destijds een befaamd dichter in Frankrijk, die zich ook inzette ten gunste van Dreyfus in diens affaire tegen de staat. Kahn was dus aangehuwd verwant met Salomon en Maurice Kahn. Samuel en Gustave Kahn getuigen bij de aangifte van Maurice's geboorte en bij het huwelijk van Salomon Goudeket en Berthe Bondy. Niet zo vreemd dat Maurice Goudeket een bekend literator werd, vast geïnspireerd door Gustave Kahn.
- Met betrekking tot Salomon Wolf Goudeket, diamantkoopman werd verteld - Hoe ouder Juliette Goudeket (later: Jetta Goudal) werd hoe opstandiger ze zich ging gedragen en ze reisde zo vaak mogelijk naar hun Nederlands-Franse familie in de Rue Frederic-Bastiat in het Saint Philippe-du-Roule-district. Oom Salomon, broer van Mozes Wolf, verhuisde in 1880 van Amsterdam naar Parijs als vertegenwoordiger van Diamantslijperij Goudeket. Hij ontmoette er zijn vrouw en bleef er wonen en kreeg zo'n achting voor de Franse Republiek dat hij zijn twee zoons, dochter en nichtje alleen aansprak in het Frans. Op Nederlands en Nederlanders keek hij neer. Typerende opmerking van Salomon Goudeket: 'Een Hollander is iemand die op het terras van Café de la Paix gaat zitten, uren staart naar de andere toeristen, de Opera bezoekt om Faust te horen en dan bij terugkomst vertelt dat de Parijzenaren hun goede reputatie op het gebied van cultuur en mooie vrouwen niet kunnen waarmaken.' Tante Berthe, een oud-pianiste die pianoles ging geven, was minstens zo snobistisch als haar man. Tijdens etentjes betoogde ze dat niet Rimbaud maar haar neef het Symbolisme tot een belangrijke literaire stroming maakte, ze ontsloeg dienstmeisjes die niet wisten wie Balzac of Maimonides waren en voedde haar zoons Maurice en Willy en dochter Stella lange tijd zo streng mogelijk op. Bij onwetendheid of slecht gedrag moesten de kinderen voor haar gaan staan met de armen naar beneden en het hoofd omhoog. Tante Berthe rekte de pauze en haalde uit met platte hand. Na hun achttiende leidden Maurice en Willy juist een opvallend vrij leven. Ze mochten uit wanneer ze wilden, mengden zich onder Zionisten, anarchisten en Symbolisten in het prestigieuze literaire café Le Chat Noir, in de ontaarde wijk Montmartre gingen ze naar Abbaye de Thélème, Rat Mort, Palmyre's, Pigall's en de nachtclubs aan de Rue Fontaine. Ze dronken absint en spraken over Plato, Dreyfus, Locke, Spinoza, Kant en Fichte. Maurice werd verliefd op Roberty, een actrice die als kind had gezworven door de straten van Parijs, zoop als een Bretonse landarbeider en op erotische wijze rookte met een sigarettenhouder in haar hand. Maurice en Willy wilden geen diamantairs worden zoals vrijwel alle mannelijke Goudekets, maar de beste dichters van de twintigste eeuw en ze gingen publiceren in slordig gestencilde blaadjes. Bertha's en Juliettes nichtje Stella had andere ambities. Ze werd toegelaten op het Conservatorium, bleek een natuurtalent, ging optreden in de grootste zalen van Parijs en werd in Nederlandse kranten aangeduid als 'de bekende harpspeelster'. Een vrouwelijke Goudeket die een artieste werd, zo kon het dus ook.
Eigen code:
VI-11 gerelateerd
|