Sara Hijman Sturhoff (±1749-1812)
geen beroep
ca. 63 jaar
 

foto dochter van Hijman Koopman en Mariana Alexander
echtgenote van Meijer Joseph
echtgenote van David Mozes

Vermeldingen

  • Sara Hijman is geboren rond 1749 te Amsterdam (Wanneer de leeftijd op haar overlijdensakte juist is (gelezen), dan zou zij rond 1743 zijn geboren. Bij haar ondertrouw in januari 1772 is zij echter 22 jaar. Dat zou inhouden dat zij rond 1750 werd geboren. Dat laatste vooralsnog aangehouden. Als zij geen tweeling met Sander vormde, dan past het geboortejaar december 1749 goed in dit gezin. Dat Sander op haar huwelijk getuigde vergroot de mogelijk dat zij wél een tweeling waren).
  • wordt vermeld op 17 januari 1772 te Amsterdam - Ik betwijfelde dat dit 'onze' Sara Hijman was (omdat haar vader Hijman Mozes wordt genoemd) en meldde dat aan Moshe Mossel. Die antwoordde per e-mail: Betreffende patroniem Hijman Mozes: ik ben het meer tegengekomen! M.a.w. dat een patroniem van iemand (met een nogal onbekende vadersnaam, of ook zomaar) wordt gemeld als Mozes, naar mijn mening in wezen betekenende: een jodeman (in de zin zoals ik ook Israel wou begrijpen). Ik ben behoorlijk zeker van de identificatie van het burgerlijk huwelijk als het juiste, en zie geen probleem met de naam van de getuige van de chosen, vader Joseph Hartog (juist, naar mijn mening).
  • Saartje Heymans te Amsterdam, wordt vermeld als bruid op 17 januari 1772 te Amsterdam (Houtgracht) - Saartje Heymans van Amsterdam, jodin, op de Houtgragt, geadsist. met haar vader Koopman Moses. De opgegeven leeftijd (misschien te wijten aan slecht leesbaar handschrift) is 22 jaar.
  • Sara Hijman, wonende Verwerstraat te Amsterdam, wordt vermeld op 11 december 1777 te Amsterdam - Na het overlijden van haar man Meyer Josephs werd de gemeenschappelijke boedel notarieel beschreven. Die boedel bestond uit een kist met katoenen en andere zijdewaren, (in een voorkamer): een spiegeltje met een vergulde lijst, twee glazen armblakers, een blik blaadjes en twee pennetjes, een notenboom porseleinen kastje (met daarin: een klein gekleurd stolletje van vijven, acht dito kopjes, achttien kleine porseleinen kommetjes, achttien dito, achttien dito, achttien dito, eenentwintig dito, zes paar blauw porseleinen ?, zet paar dito), een vurenhout kabinet (met daarin: twaalf tafellakens, twaalf servetten, twaalf handdoeken, twaalf kussenslopen, twaalf beddenlakens, tien manshemden, twaalf vrouwenhemden, twee zijden vrouwenrokken, een katoenen rok, twaalf mannendassen, acht neteldoeken doeken, vier linnen boezelaars, zes vrouwenjakken, twee witte vrouwenrokken, een wollen gestikte rok en vier katoenen rokken, twee witte rokken, een zwarte lakense rok, een manchetten fluewelen misool en dito broek, een gekleurde rok camisool en broek, een zwarte zijden mantel), zes stoelen en een veldtafel, een zijde stoffen vrouwenjapon, een paarse stoffen dito, een groene nopjes mans japon. In een achterkamer: de tien geboden in een lijst met glas daarvoor, een klein spiegeltje, zes Delftse schotels, vierentwintig stuks kopjes, heel en beschadigd, een koperen sabbathlamp, een ijzeren kagel met koper beslag en pijp, vijftien tinnen borden, een tinnen beddefles, drie tinnen koffiekannen, een koperen visketel, een dito waterketel, een blik koffie dito, een tin trekpotje, een koperen kandelaar en twee tinnen dito, een koperen lamp, enige potten, pannen, schuur, schrob- en stofgerei niet waardig te noemen, een manshoed, een pazuijk, een paar kousen en een paar schoenen, een veldtafel en een leuningstoel, twee bedden, twee .., vier kussens en twee bovenbedden, enig kindergoed niet waardig om te specificeren, een zilveren zoutvat, een thebos, een baken, een suiker schoteltje, een tandenstoker, twee dito lepels, een dito broekbandsgespje, twee paar schoengespen, en dito snuifdoos, en dito kinderbel, een dito strop slotje, een zilveren lak horloge, een goede ring met een signet, een kleine dito, een dito duim ring, een zilveren zak tabaksdoos, een gouden ketting drie dik met een diamant boodje, twee diamanten ringen, de ene met negen en de andere met stenen, een zilveren beugeltas een dito snuifdoosje, sleutelringen, een grote houten kist (met daarin: een pies katoen van twee kleuren, een pies paars dito, een stuk katoen koperen plaat druk, vijf blauwe zakdoeken, een pies .... sakdoeken, vijfendertig lappen katoen van diverse kleuren en diverse ellematen, zes lappen met doek van onderscheidene ellematen, vijf lappen zijnde bonte zakdoeken, vier ellen. (Hier dringt zich opnieuw de binding op met de textielhandel). Aan contant geld in diverse speciën, bedraagt een somma van f. 1900:7:-, een en twintig Engelse, achtentwintig en twee dito schellingen, drie gouden stuivertjes en een quant van een dukaat. De schulden en lasten van de boedel en de doodschulden en begrafeniskosten zullen bij rekening worden verantwoord.
  • Woont te Amsterdam, vermeld op 13 maart 1778 als erfgenaam - Er was een overzicht gemaakt, in opdracht van Henricus ter Hagrys, suppoost van de Amsterdamse weeskamer, voogd over de minderjarige dochter van Meyer Josephs en Sara Hijmans, tevens administrateur van haar vaderlijke goederen. De hele inventaris volgt opnieuw, misschien meer omdat de kist nu is geopend door een beëdigd schatster, maar zeer slecht leesbaar. Aan de lijst zijn nu bedragen toegevoegd. Het totaal van de vier lange folios is f. 364:6:1. Het contante geld blijkt f. 1882 te zijn i.p.v. de vorige abusievelijke f. 1900 ' en dus toen ten tijde achttien gulden te veel.' Ook nog opgevoerd: een gouden ketting drie dik met een bood daaraan waar in 11 stenen, een diamanten ring met negen stenen, een dito loep ring, een schijngouden ringetje, een paar zilveren schoengespjes, een dito kinderbel, en zijbands gespen, een bed met zijn toebehoren, de vrouwenkleren, van zijde, linnen, wollen, kanten en andere stoffen, hetgeen door haar ten huwelijk was aangebracht en door haar op het passeren dezes overgenomen. Schulden en lasten van boedels: (1) Isak en Zadok Salomons f. 22:8:-; (2) Daniel Juda en Benjamin Hartog f. 86:7:-; (3) Joseph Israël & zoonen f. 30:10:-; (4) Emanuel Arons en zoonen f. 19:15:-; (5) De weduwe Elias Barents f. 2:13:8; (6) Isak Oppenheim f. 5:10:-; (7) Joseph Hartog voor verschot tot de begrafenis f. 27:10:-. De huisheer voor 3 maanden huur per ultimo april 1778 f. 15:10:- Eindigt met dito formaliteiten en handtekeningen, ook van Sara in het Hebreeuws.
  • Sara Hijman, wonende te Amsterdam, wordt vermeld op 8 april 1778 te Amsterdam - Sara Hijman was op joodse wijze met Meyer Josephs getrouwd geweest. Henricus ter Hagrys, suppoost van de Amsterdamse weeskamer, was door de weesmeesters op de 3 maart 1778 als voogd aangesteld over Marjana, de minderjarige dochter van dit echtpaar en tot administraat van de goederen van haar vader. Hiermee is direct duidelijk dat het echtpaar (ten tijde van het overlijden van Meyer Josephs) slechts één kind had. Sara zelf had 'de ten huwelijk ingebrachte kleding van wol, kleinoden en sieraden ontvangen, alsmede een bed en een somma van vijfhonderd guldens en ook nog tweehonderdenvijftig guldens voor een douarie'. Verder had zij uit handen van Henricus ter Hagrys ontvangen: een gouden ketting, drie dik met een bood daaraan, waarin elf stenen, een diamanten ring met negen stenen, een dito [] ring met vijf stenen, een gouden loep en een klein gouden ringetje, een paar zilveren schoengespen, een dito kinderbel en zijbandsgespen, een bed met zijn toebehoren, en de vrouwenkleren van zijde, wol, kant en andere stoffen, welke zij ten huwelijk had aangebracht.
  • Sara bat Chaim wordt vermeld in tnaim rishonim (verloving) op 8 juli 1779 "24 Tammoez 5539" te Amsterdam - Tnaim rishonim in akte 5539/48 op 24 Tammuz 5539 (8 juli 1779); Bruidegom David, geassisteerd door zijn vader aluf naaleh hr"r Moshe ben Zalman Schuschan (aluf naaleh betekent: de weledele, hooggeplaatste heer; hr"r betekent: de rabbijn); bruid: weduwe Sara bat Chaim z.l.; De bruidegom neemt op zich de dochter uit haar eerste huwelijk groot te brengen als de zijne; de bruid brengt fl. 700,-- in als bruidschat; 'committed' voor de bruidegom: (broer) Simon ben hr"r Moshe; 'committed' voor de bruid: Sender ben Chaim z.l..
  • Sara Hijman te Amsterdam, wordt vermeld als bruid op 8 oktober 1779 te Amsterdam (Verwerstraat) - Sara Heyman van Amsterdam, jodin, wed. Meyer Joseph in de Verwerstraat.In de kantlijn (1) Zij man dood; goed ingebracht; (2) weeskamer voldaan 8 October 1779. Ze ondertekent als Sara Chaïm. Hiermee is bron 0045 vervangen.
  • Sara Hijman, wonende te Amsterdam, wordt vermeld op 2 mei 1781 te Amsterdam - Haar overleden echtgenoot David Mozes Susan heeft 1 kind bij Sara Heyman achtergelaten, 'dog is zijn moeder ingevolge van den ouders an die staat getoonde notitie zodanig geconstit. bevonden, dat er meer schulden als goederen waren'.
  • Sara Hijman wordt vermeld op 11 januari 1785 te Zeeburg - Op deze datum overleed een kind van een vrouw genaamd Sara Hijman. Dit kan qua jaartal een kind zijn geweest van Sara Hijman Sturhoff. Het moet dan een kind zijn geweest van David Mozes, omdat Meyer Joseph en Sara slechts één dochter hadden. Het kind zou op haar naam staan, omdat David Mozes toen al was overleden. Maar de twee bekende kinderen van David en Sara waren toen al dood.
  • Alias Sara Hijman.
  • Sara Sturkopf wordt vermeld op 1 oktober 1801 "24 Tisjrie 5562" te Amsterdam - Grootmoeder bij besnijdenis van haar kleinzoon. Gespreksverslag met Jits van Straten d.d. 21-4-2005: In 'Besnijdenissen en geboorten in Amsterdam 1697-1811 staat (pagina 232): besneden op 24 ti 5562 Mijêr Leib Mijêr met de toevoeging 'de dochter van Sara Sjtruk' op. Zonder probleem mag hier Sjturk' op worden geschreven. De moheel noteerde alleen voor zijn eigen naslag en verstond ook niet altijd alles goed. Jits: misschien was hij wel dislectisch.
  • Sara Hijman, wonende te Amsterdam, wordt vermeld in 1809 te Amsterdam - Sara staat op de armenlijst, als weduwe van Meyer Joseph Melamed, met dochter van 32 jaar. Haar joodse naam is Sara alm. Meyer Melamed. Aan de hand hiervan stelt Moshe Mossel dat zijn familienaam Melamed is..
  • Toelichting m.b.t. tot de woning (G - Verwerstraat 6 - 433 - 8) van Sara Hijman Sturhoff: voor 1812 - Verwerstraat 6 werd in 1853 omgenummerd naar 433. Het stond vier huizen vanaf het hoekhuis aan de Raamgracht. In 1875 werd het Verwerstraat 8. Het stond toen aangemerkt als pakhuis, net zoals de nummers 4 en 6. nummer 8 is nu het derde huis vanaf het hoekhuis aan de Raamgracht (Verwerstraat 2, 4, 6, 8 []).
  • geen beroep, is overleden op 27 mei 1812 in de voormiddag om 3 uur te Amsterdam (Weduwe van: Meyer Josephs; dochter van: wijle Hijman Sturhoff. Ze stierf inwonend bij haar dochter Mariana..
  • is als overleden aangegeven op 28 mei 1812 te Amsterdam.
    • getuige: Izak Emanuel Schreeuwert
    • getuige: haar schoonzoon Levie Meijer Sagal
   ongedateerd
  • werd vernoemd als volgt: De vernoeming is onduidelijk en kan naar een (over-)grootmoeder vaderszijde zijn. Maar Sara is soms ook synoniem voor Clara (zie 'Joodse voornamen in Amsterdam') en dan is zij vernoemd naar haar grootmoeder aan moederszijde.

Eigen code:

III-2

Beschrijving

Sara noemde werd Sturhoff (lijkt sterk op een fonetische weergave van het in het Jiddisch uitgesproken Sturhoofd), hoewel zij ook Stuhrkopf wordt genoemd. Als vrouw eindigt met haar hier de familienaam in deze tak. De gehanteerde namen (zoals Sturkopf en de spelling van Hijman) worden toegelicht in de algemene verantwoording bij deze genealogie (zie bron 0000). Daarin staat ook de betekenis vermeld van bronnen 'volgens Moshe Mossel'.


Woonplaatsen

  in 1772     vermelding bruid     Amsterdam     Houtgracht
  in 1777     vermelding     Amsterdam     Verwerstraat
  in 1778     erfgenaam     Amsterdam    
  in 1779     vermelding bruid     Amsterdam     Verwerstraat
  in 1781     vermelding     Amsterdam    
  in 1800     vermelding alias     Amsterdam     Stromarkt
  in 1809     vermelding     Amsterdam    
  voor 1812     topografie     Amsterdam     Verwerstraat 6 - 433 - 8

Beroepen

  in 1812     overlijden     geen beroep  

Bronnen


Creative Commons-Licentie
2020, J. Sturkop