zoon van
Salomon van de Kar en Betje Smeer
echtgenoot van Anna de Jong (gescheiden)
echtgenoot van Anna Nabarro
Vermeldingen
- is geboren op 11 juni 1898 te Amsterdam.
- woont (bij ouder(s)) te Schiedam voor 26 januari 1912.
- woont (als hoofdbewoner en/of partner) te Rotterdam tussen 26 januari 1912 en 13 december 1922 - Op diverse adressen. Vanaf 21-12-1919 met (a.s.) echtgenote Anna de Jong en kinderen Salomon en Abraham. Hij is bootwerker en lompenkoopman..
- woont (als inwoner bij familie) te Amsterdam na 13 december 1922 - Volgens Bevolkingsregister Amsterdam: Met echtgenote Anna de Jong en kinderen Salomon en Abraham in Amsterdam, Valkenburgerstraat 181 beneden bij broer.
- woont (als inwoner bij familie) te Amsterdam voor 16 mei 1923 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- woont (als hoofdbewoner en/of partner) te Rotterdam tussen 16 mei 1923 en 10 april 1933 - Op diverse adressen. Hij is lompensorteerder en koopman. Inschrijving samen met zoon Salomon (uitschrijving 3-7-1924 naar gezinskaart). Echtgenote Anna de Jong komt met zoon Abraham uit Amsterdam op 28-7-1923 en trekt op 22-1-1924 in Amsterdam in bij Wed. de Jong in de, Korte Houtstraat 28. Abraham volgt op 21-3-1924 zijn moeder naar de Korte Houtstraat 28 in Amsterdam. Anna komt op 16-7-1924 weer met Abraham terug uit Amsterdam bij haar man. In Rotterdam worden David, Jacob, Arie en Emanuel geboren. Moeder vestigt zich met alle kinderen m.u.v. Salomon op 6-3-1933 zelfstandig in Rotterdam.
- woont (als hoofdbewoner en/of partner) te Rotterdam voor 1940 - Ondanks de vorige woonvermeldingen vinden plaats in Huize van de Kar: (1) overlijden David op 13-5-1934; (2) vertrek van Abraham en Jacob op 17-5-1939 Hilversum, Verdilaan 10, Rudelsheimstichting 10; (3) geboorte van de kinderen Mozes (hij overlijdt voor zijn eerste verjaardag), Rosa, Betje en Sophia. De laatste is dus kort voor de scheiding geboren. De Rudelsheimstichting was een instelling voor joodse, verstandelijk gehandicapte kinderen. De stichting is in 1919 opgericht met als doel verstandelijk gehandicapte kinderen vaardigheden te leren waarmee zij een min of meer zelfstandig bestaan zouden kunnen leiden. In de bosrijke omgeving van Hilversum werd een statig pand, 'Beth Azarja' genoemd, met omliggende gronden aangekocht. In 1930 werd een tweede onderkomen op het terrein gebouwd. Het aantal kinderen liep op tot 75. In april 1942 werd het terrein van de Rudelsheimstichting geconfisqueerd door de Wehrmacht dat daar haar nieuwe hoofdkwartier vestigde. De kinderen werden elders in Hilversum ondergebracht. Op 7 april 1943 zijn alle kinderen weggevoerd naar de concentratiekampen in Oost-Europa..
- is vermoord op 28 februari 1943 te Auschwitz (PL).
Eigen code:
VII-19 schoonfamilie
Beschrijving
Bron 3230-G: Hartog van de Kar was getrouwd met Anna de Jong. Dit huwelijk werd op 7 september 1939 ontbonden door echtscheiding. Het echtpaar had drie kinderen. Vervolgens trouwde Hartog van de Kar met Anna Nabarro. Het echtpaar woonde in de Goudsedwarsstraat 10 te Rotterdam. Hartog van de Kar is naar Westerbork getransporteerd waar hij is beroofd van twee ringen. De kinderen uit het eerste huwelijk hebben de oorlog overleefd. In het archief van de Stichting Sieraden-Comité liggen onder meer een lijst van geroofde sieraden en een verklaring van erfrecht uit 1959.
Het gezin Van de Kar- Nabarro woonde op 1 april 1942 in de Goudsedwarsstraat 10 te Rotterdam, met zoon Salomon uit Hartogs eerste huwelijk en de kinderen David en Eva uit zijn tweede huwelijk. Zoon Abraham verbleef in 1942 in het Pedagogium Achisomog, Zutphensestraat 78 te Apeldoorn. Dat was een speciale afdeling van het Apeldoornse Bos. Het was een internaat voor zwakzinnige en moeilijk opvoedbare kinderen. In 1938 telde dit internaat 74 patiënten. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd Pedagogium Achisomog net als het Apeldoornse Bos 'leeggehaald'. Patiënten en verplegers werden in veewagens naar Auschwitz gedeporteerd waar bijna iedereen direct werd omgebracht.
|
