Matje Marcus Boas (1806-1900)

94 jaar
 

dochter van Judic Jacob Judels en Marcus Abraham Boas
echtgenote van haar volle neef Abraham Juda Judels

Vermeldingen

  • Mietje Boas is geboren op 25 maart 1806 te Amsterdam.
  • wonende te Amsterdam, wordt vermeld in 1894 te Amsterdam - Brief van Marianne Judels-Boas aan haar dochter Henriette de Solla-Judels met herinneringen aan haar huwelijk in 1828. Zij woonde op haar oude dag in bij haar zoon Martinus Judels in Amsterdam. Aan haar dochter Henriette De Solla-Judels, die getrouwd was met Salomon de Solla (fotoportret in fotocollectie), schrijft zij haar herinneringen aan haar huwelijk in 1828. Matje, hier Marianne genoemd, haalt in de brief van 1894 herinneringen op aan haar eigen huwelijk in 1828, 66 jaar eerder dus. Zij vestigde zich toen in Amsterdam; ze woonde in Kralingen. Ze bestrijkt in elf kantjes de periode van 25 juli tot 6 augustus 1828. Ze spreekt haar dochter aan met 'Waarde Jet'. Marianne's moeder kwam vanwege die heugelijke gebeurtenis al op 25 juli, een paar dagen eerder dan de trouwerij. Zij wandelden samen naar het postrijtuig en daar vloog de deur open en er sprong een jonge man uit die haar in zijn armen klemde met de uitroep: 'Nu heb ik voor eeuwig!!! tot de dood ons scheidt. Zij wandelden naar hun huis waar haar pleegoom (kennelijk leefde haar moeder dus nog, maar bleef zij bij familie) op de uitkijk stond en die haar pleegtante verwittigde. Het grote plek van hun buitenplaats ging open om de bruidegom waardig te ontvangen (kennelijk woonde men op zeer goede stand). In de zaal stond een heerlijke lunch gereed. De tuin was rijk voorzien van de fijnste vruchtenbomen en allerhande fruit. Zo brachten zij de dagen tot zondag door. Op die dag kwamen haar schoonouders (ergo Juda Judels en Roosje Abas, de ouders van de befaamde Nathan Judels), broers en zusters en verdere genodigden, die allen bij hen logeerden. Maandag was iedereen nog vermoeid van de reis en nam alle tijd om het toilet voor dinsdag uit te pakken. Die dinsdag werd 'de eerste knoop gelegd' te Kralingen; ze waren allen in feestgewaad. Daarna bleek de huiskamer versierd en de tafels in de zaal waren vol lekkernijen. Er werd hartelijk gefeliciteerd, alleen haar pleegtante had een donkere wolk op haar gezicht en werd steeds stiller. (Dat bleek vanwege het naderend afscheid.) De waterlanders kwamen (een vloed van tranen besproeide haar wangen): 'Nu moet ik haar missen!' Zij verhaalde over de schat van deugden die Marianne bezat, waardoor ook de bruid ging huilen. Er werden herinneringen opgehaald en voorwerpen uit de jeugd ten tonele gevoerd. Op woensdag gebeurde er ook van alles en om 10 uur gingen de rijtuigen naar Rotterdam, naar het huis van de zwager van Marianne's pleegoom. Daar vond de plechtigheid plaats. Haar schoonzus fungeerde als bruidsmeisje (Maria, Rachel?). Ze beschrijft haar bruidskleed (wit, gegarneerd met brede echte witte kanten, een dikke band versierde haar voorhoofd en haar muts met zijdegaas en lint had vier maraboeveren). De bruidegom was in gala met een steek op. Het gemoed van haar pleegtante was weer vol. Na de voltrekking nam het bruidspaar met Marianne's tante plaats in een prachtige koets met twee paarden en haar schoonmoeder en -vader en haar moeder in een ander. Alle verdere genodigden namen ook plaats in rijtuigen met twee paarden. Zo reden zij naar Rotterdam, waar zij nog enkele plekken vol jeugdherinneringen passeerden, o.a. het huis waar zij als kind haar eerste schreden zette en haar school. Weer allerlei prachtige ruimten, vol met allerlei lekkernijen en de fijnste dranken. Weer veel mooie woorden voor de bruid en emoties alom. Vele woorden en daden ook door de kerkelijke functionarissen. Tijdens de plechtigheid viel haar tante flauw. Er werd weer feestelijk geluncht. Om vier uur kwamen de rijtuigen om hen naar hun buitenplaats te brengen en daar werd gedineerd. Daarna wordt het afscheid en de thuisreis beschreven. Er zijn nog een paar kantjes met allerlei wetenswaardigheden en 'na u van alle gecomplimenteerd te hebben' besluit zij met 'noem ik mij uw moeder'..
  • is overleden op 22 juli 1900 te Amsterdam.
   ongedateerd
  • Alias Matje Marcus Boas.

Eigen code:

VI-14 en VI-16 schoonfamilie


Woonplaatsen

  in 1894     vermelding     Amsterdam    

Bronnen


Creative Commons-Licentie
2018, J. Sturkop