Baruch Lopes Leao de Laguna (1864-1943)
kunstschilder
79 jaar
 

foto zoon van Salomon Lopes de Leao en Sara Marcus Kroese
echtgenoot van Rose Asscher

Vermeldingen

  • is geboren op 16 februari 1864 te Amsterdam.
  • kunstschilder woont (als hoofdbewoner en/of partner) Gijsbrecht van Amstelstraat 1 bovenhuis te Amsterdam tussen 9 december 1897 en 13 juli 1900 - Inschrijving van weduwe David Vierra (dat moet zijn moeder zijn), uitschrijving naar Laren. Hij woont hier met vrouw en zoon Lodewijk.
  • woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Laren (NH) tussen 13 juli 1900 en 29 oktober 1915 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
  • kunstschilder woont (als hoofdbewoner en/of partner) te Amsterdam tussen 29 oktober 1915 en 27 april 1924 - Hendrik Jacobszstraat 8 bovenhuis. Woonde hier met vrouw en kinderen. Schoonzus Henriette Asscher trekt in op 1-6-1917? uit Watergraafsmeer, uitschrijving 20-5-1920 naar Felix Leviticus.
  • kunstschilder woont (als hoofdbewoner en/of partner) te Amsterdam tussen 29 oktober 1915 en 27 april 1924 - Hendrik Jacobszstraat 8 bovenhuis.
  • kunstschilder woont (als hoofdbewoner en/of partner) Oosteinde 6 bovenhuis te Amsterdam tussen 27 april 1924 en 5 november 1925.
  • woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Blaricum na 5 november 1925 - Volgens Bevolkingsregister Amsterdam. Eemnesserweg 30.
  • is vermoord op 19 november 1943 te Auschwitz (PL).
   ongedateerd
  • Baruch Lopes de Leao de Laguna wordt vermeld - Zie de tekst op zijn persoonsstaat.
  • Baruch Lopes de Leao de Laguna wordt vermeld - Zie de hoofdtekst op zijn persoonsblad.
  • Geloof Portugees Israëlitisch - Zijn vrouw was Nederlands-Israëlitisch.

Eigen code:

VI-10 zwager

Beschrijving

Verhuisde in 1898 van Amsterdam naar Blaricum en werd daar een bekend kunstschilder. Hij schilderde onder andere portretten van belangrijke figuren. In 1916 kreeg hij een gouden medaille van de koningin. Beroep portretschilder. Functie lid Arti et Amicitiae.
Als jongen van 10 jaar verloor hij zijn vader. Zijn moeder kon niet in zijn onderhoud voorzien en hij kwam in het Portugees-Israelitisch weeshuis terecht. Hij bezocht de lagere school en ontving vervolgens onderricht op de kunstnijverheidschool Quellinus en bereidde zich voor op het toelatingsexamen van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Vanaf zijn zestiende tot zijn twintigste jaar werkte hij hard, onder andere op het atelier van Meijer de Haan in de jodenbuurt. Hij tekende kleurrijke straattaferelen en markante types en maakte illustraties voor Elseviers Maandschrift. In 1885 exposeerde hij voor de eerste keer in Arti, waarvan hij sindsdien lid was. Nadien schilderde hij in zijn eigen atelier aan de Plantage Franselaan portretten voor opdrachtgevers als Dr. S.J. Philips (voorzitter van het Ned. Israel. Armbestuur), A.J. Lioni (regent van het Ned. Israel. Jongensweeshuis), opperrabbijn A. van Loen (in 1888 van Groningen en in 1903 van Den Haag) en de acteur Louis de Vries. Na zijn huwelijk met Rose Asscher verhuisde hij vanwege haar gezondheid rond 1889 naar het Gooi. Hier legde hij zich toe op het schilderen van binnenhuizen en bloemen. Baruch Lopes de Leao Laguna kwam op 19 november 1943 om in Auschwitz.
Zijn werken zijn te vinden op internet, o.a. <http://philosemitism.blogspot.com/2007/08/baruch-lopes-leo-de-laguna-portuguese_3407.html>
Zo staat onder zijn naam ook veel op <http://www.devalk.com/kunstenaars/laguna/laguna.html>:
Toen hij tien jaar was overleden zijn ouders en kreeg hij zijn verdere opvoeding in het Portugees-Isrëlitisch weeshuis in Amsterdam. Al vroeg begon hij met tekenen en op zestienjarige leeftijd. Op 17-jarige leeftijd moest hij uit het weeshuis en brak de tijd aan dat hij zijn eigen kost moest verdienen. in 1880, deed hij toelatingsexamen voor de Rijksacademie te Amsterdam. Onder leiding van Allebé bekwaamde hij zich in portret en figuurschilderen. Voor verdere studie ging hij werken op het atelier van schilder de Haan. Hij raakte aldaar bevriende met andere joodse kunstenaars zoals Jozef Israëls en Teixera de Mattos. Hij had zijn atelier in de Plantage Franselaan vlak vij Frascati. Laguna werd lid van "Arti et Amititiae" in Amsterdam. Vanwege gezondsheidsredenen van zijn vrouw Rose Asscher kwam Laguna in 1898 voor het eerste naar Laren. Enkele jaren later vestigde hij zich definitief in het Gooi en woonde hij afwisselende in diverse plaatsen onder andere in Blaricum in de "Oude Brouwerij" op de Torenlaan 5 en later Zwaluwenweg 42. In Laren liet hij in 1905 een huis bouwen op het Paadje 18. Baruch Laguna heeft voornamelijk als portretschilder naam gemaakt. Verschillende prominente tijdgenoten lieten zich door hem vereeuwigen, zoals Philips, Colijn en Domela Nieuwenhuis. Naast zijn vele portretten schildere hij figuurstukken en bloemstukken. In Laren ontmoette hij diverse Larense kunstenaars en raakte onder andere bevriend met Evert Pieters. De onderlinge vriendschap resulteerde in 1920 in een portret van Evert Pieters. (zie bron 2584).

Hij woonde in 1941, als schilder, aan de Zwaluwenweg 26, Blaricum, met zijn vrouw Rose Lopez de Leao Laguna-Asscher, geboren Londen, 31 mei 1872 - overleden Auschwitz, 11 februari 1944 - Echtgenote. Eén kind dat nog thuis woonde heeft de oorlog overleefd.
Rose Asscher was samen met enkele andere vrouwen ondergedoken in Laren (NH) bij de familie Rem op het Zevenend. Ze werden door Nederlandse politieagenten opgehaald.

In 1889 verhuisde hij met zijn vrouw van Amsterdam naar Laren vanwege haar gezondheidsproblemen. Baruch werd opgevoed in het Portugees-Israëlietisch Weeshuis in Amsterdam. Hij moest iedere dag naar de Portugese Snoge, waar hij meer onder de indruk was van de gezichten om zich heen dan van het interieur, gezichten die hij als jongetje tekende. Toen op zijn veertiende over zijn toekomstige beroep moest worden beslist, werd hij naar de Quelliniusschool gestuurd voor de opleiding tot decoratieschilder. Na twee jaar kreeg hij toestemming examen te doen voor de Academie, waar Allebé en Wijnveld zijn leermeesters waren. Op zijn zeventiende moest hij het weeshuis verlaten en op eigen benen gaan staan. Op een zolder in de jodenbuurt richtte hij zijn atelier-woonplaats in. Hij werkte voor tijdschriften. Hij verwierf zich naam toen hij voor het eerste nummer van Elsevier's Maandschrift schetsen van de jodenbuurt maakte. Als muziekliefhebber bezocht hij Frascati. Daar maakte hij eens een tekening van een oude cellist. Op advies van de beeldhouwer Teixeira de Mattos stuurde hij die tekening naar Arti, waar ze werd aangekocht. Baruch werd als lid van Arti aangenomen. Hij kreeg verschillende opdrachten. Na zijn huwelijk met Rosa Asscher - omstreeks zijn dertigste - vestigde hij zich in het Gooi, eerst in Laren, toen in Hilversum en uiteindelijk in het eigenlijke schilderscentrum Laren-Blaricum. Hij was zeer thuis in deze verzamelplaats van joviale en origineele naturen, afkomstig uit alle locale, nationale en anthropologische sfeeren. Hij bracht in dit veelkleurige menschenpalet zijn bijzondere kleur en in het veelstemmige koor, dat dagelijks na het werk om de 'ronde tafel van Hamdorff' klonk, liet men hem gaarne als solist in Amsterdamsche gijn optreden. Hij was niet geïnteresseerd in landschappen. Af en toe maakte hij een schilderij van een Goois landschap, omdat de Larensche Kunsthandel dat graag wilde voor de export naar Amerika. Maar dan schilderde Baruch er altijd een mensenfiguur op. Menschen moest hij hebben: boeren, bankiers, militairen, mondaine vrouwen, zachte moeders met kinderen, kooplieden, geleerden, artsen." Hij was vooral de man van de "belle peinture. Hij schilderde onder meer Ferdinand Domela Nieuwenhuis ("een mooie kop had hij"), minister van Oorlog, Colijn, opperrabbijn Van Loen. Hij werd eens naar Engeland geroepen om mevrouw Deterding te schilderen. Dat werk moest hij acht dagen onderbreken vanwege een uitnodiging waaraan mevrouw Deterding zich niet kon onttrekken. Henry Deterding gaf hem toen een cheque om zich gedurende die dagen op de Derbyraces te vermaken. Naar de paarden, och meneer Deterding, het zal u wel hetzelfde zijn, ik ga liever zoolang naar mijn Rosie. Baruch leefde voor zijn gezin. Rose en hij kregen een zware klap toen hun veelbelovende zoon Martijn bij een motorongeluk om het leven kwam. Door hard te werken kon hij met dit verdriet leven en als 78-jarige werkte hij nog steeds: Want ondanks zijn zelfvertrouwen is de 78-jarige als kunstenaar een bescheiden man gebleven, die hooge eischen aan zichzelf stelt. Met de eischen die hij anderen stelt, typeert hij zichzelf als Jood: Onrecht is de ergste ondeugd die hij kent. Hij houdt van mooie menschen, maar een mooi karakter is hem meer waard.Van een of meer mensen in dit gezin hebben wij niet kunnen vaststellen of zij de oorlog al dan niet overleefd hebben. Hun naam is niet teruggevonden op lijsten van overlevenden, maar wij hebben hen ook niet met zekerheid kunnen terugvinden in In Memoriam. Zij zijn in het monument als 'overlevend' aangeduid en hun naam is niet vermeld. (zie bron 2585).


Woonplaatsen

  tussen 1897 en 1900     vermelding woonplaats     Amsterdam     Gijsbrecht van Amstelstraat 1 bovenhuis
  tussen 1900 en 1915     vermelding woonplaats     Laren (NH)    
  tussen 1915 en 1924     vermelding woonplaats     Amsterdam    
  tussen 1924 en 1925     vermelding woonplaats     Amsterdam     Oosteinde 6 bovenhuis
  na 1925     vermelding woonplaats     Blaricum    

Beroepen

  tussen 1897 en 1900     vermelding woonplaats     kunstschilder  

Bronnen


Creative Commons-Licentie
2020, J. Sturkop