Roosje Dondorp (1811-1889)

77 jaar
 

dochter van Mozes Isaac Dondorp en Klaartje Salomon Bernstijn
echtgenote van Meyer Jacob de Kromme

Vermeldingen

  • is geboren op 6 oktober 1811 te Haarlem (In de bevolkingsregister staat voor haar altijd het geboortejaar 1814. Toen was haar vader echter al meer dan een jaar overleden. De akte van bekendheid stelt haar geboortedatum op 6-10-1811. Dat stemt ook overeen met haar leeftijd bij haar huwelijk en haar overlijden).
  • woont te Haarlem voor 1836.
  • woont te Amsterdam op 24 februari 1836.
  • woont te Willemsoord (Steenwijkerwold) van 1848 tot 1859 - Jaartallen zijn ongeveer: na de geboorte van zoon Barend (1847 te Amsterdam) en voor de terugkomst van het vaderloze gezin (in 1860) verbleven zij in Willemsoord, waar Meijer Jacob de Kromme was tewerkgesteld.
  • woont (als hoofdbewoner en/of partner) Uilenburgerstraat te Amsterdam rond 1851 - Ze is weduwe en woont hier met personen De Kromme. Gezien de geboortedatums van een van hen is het niet zeker of dit allemaal kinderen van haar zijn. Als haar geboortejaar wordt hier 1814 genoemd. De namen zijn: Ester de Kromme, geboren Willemsoord, ongehuwd, geboren 1856-10-03; Klara de Kromme, geboren Willemsoord, ongehuwd, geboren 1852-09-17, Jacob de Kromme, geboren Willemsoord, ongehuwd, geboren 1849-12-05, Judith de Kromme, geboren Willemsoord, ongehuwd, geboren 1847, Barend Meijer de Kromme, geboren Amsterdam, ongehuwd, geboren 1845, Mozes de Meijer Kromme, geboren Amsterdam, ongehuwd, geboren 1841, Salomon Meijer de Kromme, geboren Amsterdam, ongehuwd, geboren 1840.
  • woont Uilenburgerstraat 25 te Amsterdam na juni 1860 - Woont met haar kinderen. Waarschijnlijk voordien nog in Willemsoord.
  • woont Zanddwarsstraat 14 te Amsterdam voor 24 januari 1869 - Met haar kinderen.
  • woont te Haarlem na 24 januari 1869 - Verhuist misschien met enkele kinderen.
  • wordt vermeld op 2 december 1874 te Rotterdam - Haar zoon Jacob de Kromme trouwt te Rotterdam.
  • woont te Amsterdam voor 20 mei 1879.
  • woont te Amsterdam voor 20 mei 1879 - Woonde bij haar zoon Mozes Meijer de Kromme.
  • woont te Rotterdam na 20 mei 1879 - Woonde mogelijk bij haar zoon Jacob.
  • woont te Rotterdam van 20 mei 1879 tot 18 juni 1885.
  • woont te Rotterdam voor 18 juni 1885.
  • woont te Rotterdam voor 18 juni 1885.
  • woont te Amsterdam na 18 juni 1885.
  • woont te Amsterdam na 18 juni 1885.
  • is overleden op 15 september 1889 te Amsterdam.
  • is begraven op 16 september 1889 te Amsterdam (Joodse begraafplaats Zeeburg) - Zij was weduwe. Ze rust op C - 12 - 8..
   ongedateerd
  • wordt vermeld te Willemsoord (Steenwijkerwold) - Meijer Jacob de Kromme zal in Willemsoord zijn tewerkgesteld in opdracht van de Maatschappij van Weldadigheid. De kolonisten kregen een woning met een hectare grond, er werd voorzien in hun onderhoud, er was geneeskundige hulp, alsmede godsdienst- en schoolonderwijs. Het regiem van de Maatschappij was streng. De jeugd ging zes dagen per week naar school. Willemsoord telde een relatief groot aantal opleidingen naast de lagere school. Zo was er nabij het centrum een naai- en breischool alsmede een tekenschool. De jeugd kon ook opgeleid worden in verschillende takken van nijverheid. Zo was er een zakkenweverij, een touwbaan, een timmerwinkel en een verfwinkel, terwijl de bos- en landbouw de jeugd perspectief bood om op de administratie van de Maatschappij terecht te komen. Maar Willemsoord kende ook een eigen landbouwvakschool. Het eerste kerkgebouw dat in de drie vrije koloniën werd gesticht was bestemd voor de joodse kolonisten. Die gezinnen werden in het noordoostelijke deel van de kolonie Willemsoord gehuisvest en dat gebied kreeg in de volksmond de naam Jodenhoek. Er werd in 1837 ook een Israëlitisch bijschooltje gebouwd samen met een kleine synagoge. In 1860 woonden er nog 24 joodse gezinnen in de kolonie Willemsoord.

Eigen code:

VI-5 schoonfamilie

Beschrijving

Het gezin was gehuisvest in Willemsoord (bij Steenwijkerwold). Meijer Jacob de Kromme zal daar zijn tewerkgesteld in opdracht van de Maatschappij van Weldadigheid. De kolonisten kregen een woning met een hectare grond, er werd voorzien in hun onderhoud, er was geneeskundige hulp, alsmede godsdienst- en schoolonderwijs. Het regiem van de Maatschappij was streng. De jeugd ging zes dagen per week naar school. Willemsoord telde een relatief groot aantal opleidingen naast de lagere school. Zo was er nabij het centrum een naai- en breischool alsmede een tekenschool. De jeugd kon ook opgeleid worden in verschillende takken van nijverheid. Zo was er een zakkenweverij, een touwbaan, een timmerwinkel en een verfwinkel, terwijl de bos- en landbouw de jeugd perspectief bood om op de administratie van de Maatschappij terecht te komen. Maar Willemsoord kende ook een eigen landbouwvakschool. Het eerste kerkgebouw dat in de drie vrije koloniën werd gesticht was bestemd voor de joodse kolonisten. Die gezinnen werden in het noordoostelijke deel van de kolonie Willemsoord gehuisvest en dat gebied kreeg in de volksmond de naam Jodenhoek. Er werd in 1837 ook een Israëlitisch bijschooltje gebouwd samen met een kleine synagoge. In 1860 woonden er nog 24 joodse gezinnen in de kolonie Willemsoord (zie vermelding).


Woonplaatsen

  voor 1836     vermelding woonplaats     Haarlem    
  in 1836     vermelding woonplaats     Amsterdam    
  van 1848 tot 1859     vermelding woonplaats     Willemsoord (Steenwijkerwold)    
  rond 1851     vermelding woonplaats     Amsterdam     Uilenburgerstraat
  voor 1869     vermelding woonplaats     Amsterdam     Zanddwarsstraat 14
  na 1869     vermelding woonplaats     Haarlem    
  voor 1879     vermelding woonplaats     Amsterdam    
  na 1879     vermelding woonplaats     Rotterdam    
  na 1885     vermelding woonplaats     Amsterdam    

Bronnen


Creative Commons-Licentie
2020, J. Sturkop