Vermeldingen

• is geboren op 11 februari 1921 te Amsterdam.
• woont (bij ouder(s)) Commelinstraat 105 twee hoog voor te Amsterdam tussen 18 februari 1921 en 8 februari 1926 - Op dit adres op 18-2-1921.
• trambestuurder, woont (bij ouder(s)) Ternatestraat 5 drie hoog te Amsterdam na 8 februari 1926 - Geen uitschrijving.
• Met betrekking tot Andries Reinders werd verteld tussen 1940 en 1945 - Mijn vader vertelt dat oma Sturkop aan het begin van de oorlog naar een waarzegger was gegaan om te vragen of opa de oorlog zou overleven. Mijn vader was overgehaald een bezoek te brengen aan Spee. Hij ging er heen met een foto van oom Dries, zonder te vertellen wie dat was en waar deze verbleef. Oom Dries (hij is nooit militair geweest, maar zoals zovelen tewerk gesteld in Duitsland) werkte toen in Berlijn. Spee zag Dries in het puin. Jaren later overleefde Dries daar bombardementen en heeft onder het puin slachtoffers moeten helpen opgraven. (Later is hij gevlucht en ondergedoken aan de Tsjechische grens. Nu, na ruim veertig jaar, in Australië, teisteren de nachtmerries hem nog vaak).
• wordt vermeld voor 1942 te Amsterdam - Verliet school in 1936/1937 en werkte ongeveer een jaar bij de Amstelbrouwerij, daarna voor een smid. Moest na het uitbreken van de oorlog voor de Duitsers werken.
• wordt vermeld 1942 of 1943 te Duitsland - Werkte in Spandau (wijk van Berlijn) bij Luftfahrt Geräte Werta Parts. Reed na de werkuren een ambulance om gewonde buitenlanders naar het ziekenhuis te brengen. Kon 3 patiënten meenemen. Raakte goed bevriend met Zuster Hetta wier man aan het front zat (waarschijnlijk SS). Bij het bombardement op de Spandau Square Bank raakte een metaalplaat van het instortende gebouw los en vloog in de schuilkelder. Niemand gewond. Zat 6 uur onder het puin begraven. Zuster Hetta drong erop aan dat zij werden uitgegraven. Werd goede vriend met Albert (Appie) Stoevelaar, die in de fabriekskeuken werkte (kreeg af en toe een beetje voedsel toebedeeld). Het nabij Charlottenburg was totaal verwoest. Het nabije Potsdam werd niet geraakt, hoewel daar een grote kanonnenfabriek stond. Door het bombardement stopte de fabriek en moest naar Zwodau.
• wordt vermeld in 1944 te Duitsland - In Anklam bij Rostock werk in de Aradowerker fabriek (daar weer het eerste straalvliegtuig gemaakt. Vlakbij Penomonde, waar de V1 en V2 werden gemaakt. Die stad werd totaal verwoest door een bombardement van één nacht. Vervolgens te werk in Wamemunde, de grootste metaal- en staalfabriek (Siemens Werke), waar kanonnen werden gemaakt. Nooit gebombardeerd. Naast de rivier Weizer, die in Berlijn loopt. Het militaire vliegveld was vlakbij werd vaak gebombardeerd. Geallieerden vlogen over die fabriek en probeerden de nabije elektriciteitscentrale te bombarderen, maar dat mislukte.
• wordt vermeld na april 1944 te Duitsland - Bevrijd door de Russen. Laadde samen met zes of zeven kerels hun spullen op paard en wagen en probeerden naar huis te gaan, in westelijke richting naar Gustrow. Gelukkig kwamen zij bij een bevrijd POW officierskamp bij Neubrandenburg, waar Nederlandse officieren hen overhaalden voor ze verder probeerden naar huis te reizen. Anders hadden de Russen hen misschien naar Rusland gebracht, bij de Zwarte Zee, waar zij wellicht vier tot vijf jaar hadden moeten blijven. Ze moesten een tijdje wachten, omdat de Amerikanen, Engelsen en Canadezen eerst mochten. De Russen checkten of ze geen SS-ers waren. De Russen zeiden dat ze per trein verder moesten, maar ze wachten drie dagen op het station (Russisch kwartiertje). Bij de Elbe droegen de Russen hen aan de Amerikanen over. Ze moesten zich ontkleden om te bewijzen dat zij geen SS-ers waren. Daarna werden ze met DDT besproeid. Samen met Canadezen gingen ze in vrachtwagens naar de Nederlandse grens. In Venlo werden ze opnieuw gecheckt door Nederlandse anti-nazi artsen. In Amsterdam werd hij thuis afgezet, waar niet veel te eten was.
• wordt vermeld in juli 1944 te Tsjechië - Werkte voor de Skoda in Zwodau bij Pilsen, in een vrachtwagenfabriek. Vlakbij waren er veel ingestorte grotten met holten die vol vis zaten. In het nabije gebied werd bruinkool gewonnen, dat in brand raakte die niet geblust kon worden. Veel dode dieren in de geulen door gas.
• woont (bij ouder(s)) Ternatestraat 5 drie hoog te Amsterdam voor 20 juni 1946.
• woont Utrechtsedwarsstraat te Amsterdam rond 1950 - Ik herinner me vaag mijn bezoekjes aan oom Dries en tante Bep, in de vroege vijftiger jaren, in de grauwe Utrechtsedwarsstraat.
• woont te Australië op 8 november 1955 - Kwam per schip 'Johan Van Oldenbarnevelt' aan in Melbourne, met vrouw en hun kinderen Elsje en André, onder Netherlands Australian Migration Agreement. Zij werden geplaatst in het Migrant Reception and Training Centre, Bonegilla, Victoria.
• Dries Reinders, wonende te Australië, wordt vermeld op 19 augustus 1991 - Oom Dries en tante Beppie wonen al sedert de vijftiger jaren in Australië; hun stem was op een bandje te beluisteren.
• Met betrekking tot Andries Reinders werd verteld op 1 oktober 1998 - Mijn vader vertelt dat Oom Dries nu pas nachtmerries begint te krijgen van de bombardementen en andere rampen die hij in Berlijn meemaakte als in Duitsland te werk gestelde.
• wordt vermeld op 23 juni 2000 - Oom Dries in Australië woont inmiddels in een bejaardentehuis.
• is overleden op 11 februari 2009 te Adelaide (AUS) (Overleden op zijn verjaardag).

   ongedateerd

• Met betrekking tot Andries Reinders werd verteld.
• Met betrekking tot Andries Reinders werd verteld - Van hen kan ik niet zo heel veel vertellen. Ik was vijftien toen zij emigreerden naar Australië. Vagelijk herinner ik me nog de afscheidsbijeenkomst. Ook vaag staan me de bezoekjes bij in de vroege vijftiger jaren, aan hun woning in de Utrechtsedwarsstraat. Dat Tante Beppie en Oom Willem Moria zus en broer waren kon je wel zien. Oom Dries hield wel van een geintje. Mijn vader nam ooit van iemand een bakbeest van een aquarium over. Dat ding was zo groot en zwaar dat een stevig meubel nodig was. Oom Dries bood aan daarvoor een soort commode te timmeren. Dat deed hij terwijl ons gezin op vakantie was. Toen wij bij thuiskomst de deur van de woning opendeden, zagen we achterin de donkere gang een man zitten, in een grauwe regenjas en een hoed over zijn voorhoofd getrokken. We schrokken ons een ongeluk. Die man zat aan de pas getimmerde commode. Oom Dries had voor de gein een hoed op een bezem geplaatst en via kunst- en vliegwerk de jas eromheen gedrapeerd. Het leek net echt. Mijn vader vertelde dat mijn Oma Sturkop aan het begin van de oorlog naar een waarzegger was gegaan om te vragen of mijn Opa de oorlog zou overleven. Ze haalde daarna mijn vader over om ook een bezoek te brengen aan die waarzegger, omdat in die tijd zijn reumaklachten zo sterk toenamen. Hij ging er heen met een foto van oom Dries, zonder te vertellen wie dat was en waar deze verbleef. Oom Dries (zoals zovelen tewerk gesteld in Duitsland) werkte toen in Berlijn. De waarzegger zag Dries in de puinhopen. Later bleek dat hij daar de bombardementen overleefde en onder het puin slachtoffers heeft moeten helpen opgraven. Hij was uiteindelijk gevlucht en ondergedoken aan de Tsjechische grens. Soms, jaren na de emigratie, kon je de stem van Oom Dries en Tante Beppie nog op een bandje beluisteren, dat ze opstuurden en later werd dat video. Een enkele keer hoorde ik Tante Rie met hen telefoneren. Eigenlijk had ze daarvoor geen telefoon nodig; ze had alleen maar het raam hoeven open te zetten, want zachtjes in het toestel praten was er niet bij. Er staat in een of ander boek over Amsterdam nog een foto van Oom Dries, die uit de gracht wordt opgehesen. Die foto is gemaakt bij een demonstratie van de reddingbrigade.
• Met betrekking tot Andries Reinders werd verteld.

Eigen code:

Woonplaatsen

Beroepen

Bronnen