dochter van
Hendrik Reinders en Adriana Goudriaan
Vermeldingen
- is geboren op 19 augustus 1911 te Amsterdam.
- woont (bij ouder(s)) Tweede Oosterparkstraat 19 drie hoog te Amsterdam tussen 19 augustus 1911 en 11 maart 1915 - Op dit adres geboren op geboren 19-8-1911..
- woont (bij ouder(s)) Commelinstraat 105 twee hoog voor te Amsterdam tussen 11 maart 1915 en 8 februari 1926.
- winkelbediende, woont (bij ouder(s)) Ternatestraat 5 drie hoog te Amsterdam tussen 8 februari 1926 en 7 oktober 1952 - Bron 1865-B: Ongehuwd, winkelbediende doorgehaald, veranderd in daghulp. Geen uitschrijving.
- woont (bij ouder(s)) Makassarstraat 128 een hoog te Amsterdam tussen 7 oktober 1952 en 24 augustus 1990 - Na overlijden van haar moeder woont zij hier alleen.
- woont (in bejaardentehuis) Niftrikhof 66 te Amsterdam na 24 augustus 1990.
- Omtrent Margje Hendrika Reinders wordt een gebeurtenis vermeld op 18 augustus 1991 - Reünie met hele familie t.g.v. 80ste verjaardag in Sporthal Café 'Time Out'in Soesterberg, waar nicht Inge en haar man de scepter zwaaien.
- Rie Reinders wordt vermeld op 19 augustus 1991 - Gisteren was de Reinders-reünie, de eerste na elf jaar, ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van tante Rie, die altijd als bindmiddel van de familie blijft fungeren. Het speelde zich af in Soesterberg, waar nicht Inge en haar man een restaurant/café van de plaatselijke sporthal exploiteren. Alleen de oudste broer van mama, oom Henk, is al dood. Van de aangetrouwden is alleen oom Jan Dalemans overleden.
- Omtrent Margje Hendrika Reinders wordt een gebeurtenis vermeld op 19 augustus 2006 - Reünie met hele familie t.g.v. 95ste verjaardag in Motel Breukelen.
- te Amsterdam, is ongehuwd overleden op 31 augustus 2009 in de namiddag om 6 uur te Amsterdam.
- is gecremeerd op 8 september 2009 te Amsterdam (Begraafplaats Westgaarde) (Ze is gecremeerd om 14.15 uur).
ongedateerd
- wordt vermeld - Henkie schreef - waarschijnlijk vanuit Bakkum - een briefje aan Tante Rie: 'lieve tate rie ik vraag uw van de zomer bij ons losjeren. het tent numer is 1232 hoor. ik vint het niet erg als het niet gaat hoor! dan komt uw maar niet. dus uw weet het. groete van van Envelop aan Tante rie. Zijn ouders zullen erbij het geschreven: Reinders, Ternatestraat 5.
- is dienstbode te Amsterdam - Dagdienstbode, inpakster.
- Met betrekking tot Margje Hendrika Reinders werd verteld.
- Met betrekking tot Margje Hendrika Reinders werd verteld - Dan nu de tweede telg in het gezin Reinders-Goudriaan: Tante Rie. Iedereen heeft haar goed gekend. Maar eerst nog even wat uitspraken van Opoe. We moeten die, samen met de andere die we al gelezen hadden, niet in de vergetelheid laten verdwijnen. Toen ik zo'n jaar of dertien, veertien was, maakte Opoe er eens een opmerking over dat ik zo hard groeide en ze voegde daaraan toe, dat zij op haar leeftijd ook nog altijd groeide. Toen ik haar wat glazig aankeek zei ze: 'Ja, als een koeienstaart: naar beneden'. Een andere keer was de koffie koud geworden. 'Van kouwe koffie wordt je mooi na je dood', was haar commentaar. Op latere leeftijd werd het soms wat triest om te zien. Bij ons thuis zat ze eens in een bord eten te prakken - ze kon minder goed zien -, terwijl dat bord steeds meer over de tafelrand naar haar toe schoof. Dat eindigde erin dat het bord met prak en wel omgekeerd op haar schoot belandde. Een andere keer kreeg een van mijn broers aan tafel onverwacht een ferme pets op zijn wang. 'Viespeuk', zei ze. Ze dacht dat ze een vlo op die wang had gezien. Dat was alleen maar een klein moedervlekje. Dan nu naar Tante Rie, ze verdient alle aandacht. Alleen denk ik dat de meesten van jullie er nog veel meer aan kunnen toevoegen. Tante Rie was in vele opzichten de spil in de familie. Iemand om op te bouwen. Ze sprak nogal hard en stellig en daardoor ontsnapte ze niet gauw aan de aandacht in een gezelschap. Als vrijgezel is ze bij Opoe blijven wonen, zolang die leefde. (Mijn moeder liet zich ooit ontvallen dat Tante Rie 'lang geleden' verloofd was geweest.) Ik zal vijf of zes jaar zijn geweest. Vlak bij ons in de buurt (we woonden nog aan de Oudezijds Achterburgwal) was het bedrijf waar Tante Rie werkte: S.I. de Vries, een bekend textielbedrijf. Daar mocht ik soms op de lorrie zitten, een voertuigje dat als een treintje, op rails, tussen de straat en de kelder heen en weer reed. Op die lorrie werden dan de balen textiel naar buiten gebracht en soms mocht ik daar bovenop meerijden. Van Tante Rie heb ik ook leren fietsen, zij achter me aanhollend in de Ternatestraat, met haar hand om de bagagedrager en roepend dat ik het best kon! Van haar kon je ook leren zwemmen, maar daar werd ik geen held in, in tegenstelling tot mijn jongste broer. Wel zie ik haar nog altijd met die badmuts rondstappen in het zwembad. Maar het meest in mijn geheugen gegrift is Heerde, in 1946 en 1947. Dat waren armoedige jaren, zo pal na de oorlog. Onze ouders moesten weer een bestaan in vrijheid opbouwen, er was geen cent en zeker niet om op vakantie te gaan. Bovendien zullen zij in de zomervakantie ook wel eens een weekje rust hebben willen hebben. Daar was Tante Rie enig in. Met het hele span de trein in, fietsen achterin geloof ik en van Epe naar Heerde fietsen. Henkie, Jetty, Kokki, ik-zie-de-gek. Voor ons na die oorlog een onbekende wereld, daar bij Opa de Graaf. In je zwembroek door een beek waden, met je voeten in de modder en de schrijvertjes ontwijkend, wandelen, rode bessen plukken. Op een keer moest ik van Opa de Graaf met een bijl de kop afhakken van een kip, maar dat durfde ik niet. We sliepen in een grote kippenren, op stromatrassen. De 'keuken' stond ook in die ruimte. 's Avonds stopten we soms zwarte torren in elkaars bed. Tante Rie heeft daar twee jaar achtereen veel goeds aan gedaan. Ze was ook een autoriteit: nooit bestraffend, maar je deed gewoon was ze zei. En altijd opmonterend: 'ja, dat kán jij best!' Opoe was er ook een keer bij. In 1947 reisde ik er alleen heen, met Tante Rie. Waarom weet ik niet meer, de anderen waren er geloof ik al of ze kwamen later. We stapten aan het IJ op de boot en vanaf Harderwijk op de fiets. Vele jaren later, op vakantie op De Egelshoek, gingen we met de hele groep naar een openluchtzwembad in de buurt. Toen onze bal bovenop de bril van een andere 'badgast' terecht kwam en het montuur in tweeën lag, wilde die man de bal niet teruggeven voordat de schade geregeld zou zijn. Tante Rie bleef bij hoog en laag beweren dat het nooit door ónze bal kon zijn gekomen. Maar die man gaf de bal niet terug. Opeens stapte Tante Rie naar voren, greep de bal en struinde kordaat weg, met een rits neefjes en nichtjes achter zich aan. Als we met ons allen bijeen waren, dan was er wel eens een dispuut, waarbij ze steevast haar poot stijf hield. Wanneer iemand dan vroeg: 'Ja, maar hoe wéét jij dan dat het zo is, Rie?', was het antwoord: 'Omdat ík dat zeg!' Bij ons thuis is dat nog altijd een gevleugelde uitdrukken als we het niet meer zeker weten: 'Omdat ík dat zeg!' Tot zover de vroege jeugdjaren. Toen ik een keer na mijn werk mijn vader bezocht op de Niftrikhof (zó vaak kwam ik er nou ook niet), passeerde ik Tante Rie, die in haar tuintje zat. Even een gesprekje dus. 'Nou je hier toch bent', zie ze algauw. 'Haal jij die stronk even uit mijn tuintje'. Waar ik de bijl en schrobzaag vandaan haalde weet ik niet meer. Wat ik wel weet is dat het een gloeiendhete dag was en dat ik ik-weet-niet-hoe-lang in mijn goeie pak met die hardnekkige stronk aan het vechten ben geweest. Bij mijn vader ben ik door uitputting toen maar kort geweest. J Ach, dat ze zo kordaat was zal er ook wel mee te maken hebben gehad dat zij als oudste dochter in een groot gezin, met al die kleine broertjes en zusjes, in haar jeugd veel meegewerkt zal hebben. Geen tijd voor gezeur. 98 jaar is zij geworden. Al met al een heel karakteristieke tante, een stevige dame op wie je kon bouwen en eentje om nooit te vergeten.
- Met betrekking tot Margje Hendrika Reinders werd verteld - Eerst kijken we hoe Opa Hendrik Reinders opgroeide. In column 3 volgen we dan de vroege sporen van Opoe Goudriaan. Opa werd in februari 1881 geboren aan de Hoogte Kadijk, in een voorkamer op twee hoog. Wie tegenwoordig langs de Kadijken fietst, ziet soms prachtige woningen, maar in die jaren was het één doffe armoede in die buurt. Ik weet nog hoe grauw het eruitzag als we van Opa en Opoe over de Hoogte Kadijk naar huis fietsten. Toen Hendrik vijf jaar was, verruilde het gezin de bovenkamer voor de kelder in datzelfde huis. Ruim vier jaar later betrokken zij de 'onderste voorkamer', nog steeds in datzelfde pand. Het moet woekeren zijn geweest in dat ene vertrek en waarschijnlijk was de kelder vochtig. In die periode overleden nog twee broertjes, die allebei Willem heetten. Intussen was de Dapperbuurt verrezen en daar gingen zij in de Commelinstraat wonen. Onze opa was zestien toen zij daar terecht kwamen. Meestal bleef het gezin kort in een woning, maar ze verhuisden wel steeds binnen diezelfde buurt. In die tijd koos je graag voor een ander huis, als dat weer een paar dubbeltjes huur scheelde. Vetpot was het zeker niet in Opa's jeugdjaren. Opa werd wagenbestuurder bij de gemeentetram. Paarden zal hij niet meer gemend hebben, want het tramnet liep inmiddels op elektra. Opa en Opoe (wat ze pas later zouden worden natuurlijk) trouwden in juli 1908. In de Tweede Oosterparkstraat vonden zij een bovenwoning, maar aan het einde van dat jaar keerden ze terug naar de Dapperbuurt. Medio 1909 waren zij weer te vinden op drie hoog in de Tweede Oosterparkstraat, waar ze bijna zes jaar bleven. Daar kwam hun vier oudste kinderen ter wereld. We noemen ze alvast op: · Henk (Hendricus Gerardus), geboren in 1909. · Rie (Margje Hendrika), geboren in 1911. · Jan (Johan Christiaan), geboren in 1913. · Tiny (Martina Adriana), geboren in 1914. In 1915 kon men hen weer aantreffen in de Commelinstraat. Voordat we verder gaan met het gezin Reinders-Goudriaan duiken we volgende keer eerst in Opoe's jeugd. Overigens, wie 'Opoe' oneerbiedig vindt klinken: je haalde het niet in je hoofd om 'Oma' tegen haar te zeggen. Dat vond ze maar niks.
- Met betrekking tot Margje Hendrika Reinders werd verteld - Tante Rie heeft mijn overgrootvader, die Ulbo heette (en dus niet Ubbo) nog wel gekend.
Eigen code:
VIII-1 schoonzuster
Beschrijving
Zij is nooit gehuwd
|