Vermeldingen

• is geboren op 14 april 1911 te Antwerpen (B).
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Antwerpen (B) voor 28 augustus 1914 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
• woont (als inwoner bij familie) Waterlooplein 78 huis te Amsterdam tussen 28 augustus en 9 september 1914 - Woont met haar ouders in bij haar halfzus Dina Knocker-Sturkop en haar gezin. Inschrijving 28-8-1914 van Antwerpen, uitschrijving 9-9-1914 naar Jacob Sturkop.
• woont (als inwoner bij familie) Vrolikstraat 90 drie hoog te Amsterdam tussen 9 september en 30 november 1914 - Woont in bij haar halfbroer Jacob Sturkop en diens gezin. Inschrijving 9-9-1914 van William Knocker, uitschrijving 30-11-1914 naar Alexander Sturkop.
• woont (bij ouder(s)) Vrolikstraat 106 een hoog te Amsterdam tussen 30 november 1914 en 23 december 1915 - Inschrijving 30-11-1914 van Jacob Sturkop, uitschrijving 23-12-1915 naar Antwerpen, Provinciestraat 147.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Provinciestraat (Antwerpen) 147 te Antwerpen (B) tussen 23 december 1915 en 19 juni 1916 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam. In elk geval naar dit adres vanuit Amsterdam uitgeschreven en aangenomen dat zij daar al die tijd hebben gewoond).
• woont (bij ouder(s)) Nieuwe Amstelstraat 29 een hoog te Amsterdam van 19 juni 1916 tot 26 februari 1918 - Inschrijving 19-6-1916 uit Antwerpen,. Uitschrijving op 26-2-1918 naar Gest. 2/134.
• woont (in weeshuis) Rapenburgerstraat 171 te Amsterdam tussen 26 februari en 21 december 1918 - Gestichten deel 2 folio 134: Nederlands-Israëlitisch Meisjesweeshuis. Inschrijving 26-2-1918 van Alexander Sturkop, 1858, uitschrijving 21-12-1918 naar Sturkop 1858.
• woont (bij ouder(s)) Nieuwe Amstelstraat 29 een hoog te Amsterdam van 21 december 1918 tot 10 augustus 1929 - Met moeder en stiefvader. Inschrijving 21-12-1918 van Gest. 2/134, uitschrijving (ongedateerd) naar Salomon Frank. Verhuisdatum van haar moeder aangehouden.
• woont (bij ouder(s)) Nieuwe Amstelstraat 45 te Amsterdam tussen 10 augustus en 20 september 1929 - Met moeder en stiefvader.
• dassenmaakster te Amsterdam, wordt vermeld als bruid op 3 september 1929 te Amsterdam (Nieuwe Amstelstraat 45) - Bij ondertrouw.
• dassenmaakster te Amsterdam, wordt vermeld als bruid op 18 september 1929 te Amsterdam.
• modiste woont (bij ouder(s)) te Amsterdam rond 18 september 1929 - Inschrijving ongedateerd van Alexander Sturkop 1858. Gehuwd 18-9?-1929, ze is modiste bij Liberty. Uitschrijving ongedateerd naar Joseph van Kreeveld.
• dassenmaakster woont (als inwoner bij familie) Nieuwe Amstelstraat 45 te Amsterdam tussen 20 september en 2 december 1929 - Wonen in bij Salomon Frank, de echtgenoot van de moeder van Celina. Aangenomen dat dit het eerste adres is samen met Joseph van Kreeveld.
• dassenmaakster woont (als inwoner bij familie) Waterlooplein 91 te Amsterdam tussen 2 december 1929 en 8 mei 1930 - Wonen in bij Salomon Frank. Samen met echtgenoot. Zij zijn met hem meeverhuisd. Hier wordt dochter Hendrica geboren op 23-1-1930; zij verhuist niet mee naar volgende adres van haar ouders. Ze wordt op 8-5-1930 uitgeschreven naar Salomon Frank, ergo: ze blijft bij haar oma en stiefopa.
• dassenmaakster woont (als hoofdbewoner en/of partner) Groenburgwal 67 twee hoog te Amsterdam tussen 8 mei 1930 en 3 juli 1931 - Samen met echtgenoot.
• dassenmaakster woont (als inwoner bij familie) Staalstraat 28 twee hoog te Amsterdam tussen 3 juli en 25 augustus 1931 - Woont in bij haar schoonmoeder. Samen met echtgenoot. Uitschrijving naar 's Gravenhage, Lekstraat 5a.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Lekstraat (Den Haag) 5 A te Den Haag ('s Gravenhage) na 25 augustus 1931 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
• woont (als hoofdbewoner en/of partner) Lekstraat (Den Haag) 5a te Den Haag ('s Gravenhage) van 25 augustus 1931 tot 24 augustus 1933 - Inschrijving 25-8-1931 uit Amsterdam, uitschrijving 24-8-1933 naar Amsterdam, Prinsengracht 673a. Vanaf 25-3-1832 woonden zij Lekstraat 95a.
• woont te Amsterdam van 1933 tot 1938 - Zowel Celina als Joseph woonden in bij P.L. (Pieter Leendert) Blokker. Zijn adressen (ze woonden niet op alle adressen): vanaf 18-5-1933 Prinsengracht 673 een hoog; vanaf 14-2-1936 Leidsegracht 92 huis; vanaf 17-7-1937 Prinsengracht 273? Huis; vanaf 25-10-1937 Nieuwezijds Voorburgwal 63; vanaf 14-4-1938 Martelaarsgracht 16, woont in bij Bakker.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Den Haag ('s Gravenhage) voor 24 augustus 1933 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
• woont (als inwoner bij derden) Prinsengracht 673 A te Amsterdam tussen 24 augustus 1933 en 24 januari 1934 - Inschrijving 29 augustus 1933 uit Den Haag. Woont in ten huize van P.L. Blokker.
• dassenmaakster woont (als inwoner bij derden) Leidschegracht 45 twee hoog te Amsterdam tussen 24 januari en 18 december 1934 - Woont in ten huize van Kaiserling. Zij wordt uitgeschreven, maar naar dit zelfde adres. Haar man is een week eerder uitgeschreven naar zijn moeder.
• woont (als inwoner bij derden) Prinsengracht 673 A te Amsterdam van 18 december 1934 tot 14 februari 1936 - Het lijkt er op dat zij hier blijft wonen, maar nu als 'echtgenote van Joseph van Kreeveld'. Een fysieke verwijdering dus. Ook haar dochter is hier niet bij haar. Op haar gezinskaart staat een onduidelijke aantekening '24-8-1933 of 1935 Den Haag'. Ze woont ten huize van (huis en eerste etage) Blokker.
• woont (als inwoner bij derden) Leidschegracht 92 huis te Amsterdam tussen 14 februari en 7 april 1936 - Ook hier woont ze ten huize van Blokker, nog steeds als 'echtgenote van Joseph van Kreeveld', dus zonder haar man en dochter. Kennelijk is zij met de familie Blokker meeverhuisd. De datum van haar uitschrijving valt samen met de overlijdensdatum van haar echtgenoot.
• woont (als inwoner bij derden) Leidschegracht 92 huis te Amsterdam tussen 7 en 20 april 1936 - Woont in bij Blokker. Uitgeschreven op 20 april 1936 naar Den Haag, Fluwelenburgwal 12.
• woont (als inwoner bij familie) Fluwelen Burgwal (Den Haag) 17 te Den Haag ('s Gravenhage) tussen 20 april 1936 en 12 maart 1937 - Inschrijving als weduwe 20-4-1936 uit Amsterdam. Ze woont in bij Salomon van Kreeveld, kapper, kelner. Uitschrijving 3-9-1937 naar Amsterdam, Leidsegracht 95.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Fluwelen Burgwal (Den Haag) 17 te Den Haag ('s Gravenhage) na 20 april 1936 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Fluwelen Burgwal (Den Haag) 26a te Den Haag ('s Gravenhage) tussen 12 maart en 11 juni 1937.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Lekstraat (Den Haag) 3 te Den Haag ('s Gravenhage) tussen 11 juni en 3 september 1937.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Lekstraat (Den Haag) 3 te Den Haag ('s Gravenhage) voor 3 september 1937 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
• woont (als inwoner bij derden) Leidschegracht 95 huis te Amsterdam tussen 3 september en 20 oktober 1937 - Ze is genoteerd als weduwe van Joseph van Kreeveld. Woont in bij Haamersma. Uitgeschreven op 20 oktober 1937 naar Den Haag, Lekstraat 3.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Lekstraat (Den Haag) 3 te Den Haag ('s Gravenhage) na 20 oktober 1937 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Lekstraat (Den Haag) 3 te Den Haag ('s Gravenhage) tussen 26 oktober 1937 en 8 maart 1938.
• woont (als inwoner bij derden) Fluwelen Burgwal (Den Haag) 26a te Den Haag ('s Gravenhage) na 8 maart 1938 - Inwonend bij Kerkmans.
• ondertekent een familieannonce op 9 september 1938 te Amsterdam wegens: - Ondertekent overlijdensannonce van haar stiefvader Salomon Frank, samen met haar dochter, Govert Flinckstraat 137 (dit moet nummer 337 zijn, volgens gezinskaart.).
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Muzenstraat (Den Haag) 2b te Den Haag ('s Gravenhage) in 1941 - In de Muzenstraat woonden verder geen joodse gezinnen.
• wonende Muzenstraat (Den Haag) 2b te Den Haag ('s Gravenhage), wordt vermeld rond 1942 te Den Haag ('s Gravenhage) - Celina woonde daar van 6-5-1941 tot 28-7-1941 of 21-12-1942. Nadat zij was gedeporteerd werd in haar woning kleding etc. aangetroffen met een waarde van circa f. 300,. Volgens het JOKOS rapport vond het pulsen plaats op 28-8-1942. Haar erfgename Hendrika Eidlitz-Van Kreeveld, haar dochter, ontving in 1967 op grond daarvan een cheque van US$ 99,16, met een tegenwaarde van f. 357,42. Zij woonde in 1960: 115E Moskulu Parkway, Bronx 67 New York, USA. Hennie dacht dat ze op de Fluwelen Burgwal 24 woonde, maar dat kan ik verkeerd hebben geïnterpreteerd. Volgens een rapport was Hennie als kind elders ondergebracht omdat moeder door bezigheden buitenshuis niet voor opvoeding kon zorgdragen. Er zit een aanvraagbrief van Hennie in het dossier.
• werd gedeporteerd op 20 augustus 1942 naar Westerbork (Datum van aankomst).
• C. van Kreeveld-Sturkop wordt vermeld op 21 augustus 1942 te Westerbork - Gedeporteerd vanuit Westerbork.
• werd gedeporteerd op 21 augustus 1942 naar Auschwitz (PL).
• is vermoord op 30 september 1942 te Auschwitz (PL).

   ongedateerd

• Met betrekking tot Celina Sturkop te Amsterdam werd verteld te Amsterdam - Ze spijbelde op 14 jarige leeftijd om 'de hoer te spelen'. De Van Kreevelds waren buren, de zoon was pooier. Celina zei tegen haar moeder (Annie) dat ze naar een koor ging in Carree. Toen Anna uitvond wat Celine echt deed ging ze naar de ouders van de pooier en maakte ruzie met ze. De kinderpolitie kwam er bij. De zuster van de moeder van de pooier was 'Roos Room'. Later is de pooier met Celine getrouwd, maar ze ging door met 'hoeren'. In de oorlog hoerde ze met Moffen in Scheveningen. Op een dag in 1941 of '42 kwam ze op bezoek by de moeder van tante Lien (Esther) die zat te naaiwerk zat te doen voor een atelier. Ze maakte mantel voeringen. Vanwege de depressie heeft ze dit werk gedaan toen 'thuiswerksters' gezocht werden. Esther's man Jacob hielp ook mee met dit werk en tante Lien eveneens. Celine zei tegen Esther: 'Waarom doe je dat werk. Jij met je figuur en uiterlijk. Ga met me mee. Je kan in Scheveningen heel wat verdienen'. Esther stond kwaad op en zei (naar de deur wijzend): 'daar heeft de timmerman een gat gemaakt.....' en smeet haar de deur uit. Daarna hebben ze nooit meer iets gehoord van Celine. Wel dat ze een dochtertje had.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Nadat de ouders waren overleden hadden de kinderen verder weinig opvoeding en zij groeiden op voor galg en rad. Toen Celien zo'n elf jaar was en ze samen met Dolly logeerde bij tante Esther kwam de apotheker vertellen dat Celien condooms had gekocht. Later tippelde zij op het Rembrandtsplein en werd via een advertentie een Duitse soldatenhoer. Zij schonk het leven aan een dochter. Ze was net zo ver om haar Sper (uitstel van het kamp) op te halen toen zij werd opgepikt en naar haar dood werd gestuurd. Het kind zou geadopteerd zijn door de familie Hertz te Leiden en nu in Canada wonen (Later de exacte informatie opgezocht). De grootvader van Moshe en Bertie Hertz (wie zijn dat?) adopteerden haar en waren gek op haar. Zij heeft zelfs van hen geërfd, maar het geld is naar de pooierfarnilie gegaan.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Volgens Morris Knocker hadden Celien en Lodewijk Sturkop weinig opvoeding nadat hun ouders waren gestorven en ze groeiden op voor galg en rad. Josie was een pooier uit een gezin van pooiers en hoeren. Ook hier het verhaal dat toen Celien elf jaar was, ze samen met Dolly logeerde bij tante Esther, de apotheker kwam vertellen dat Celien condooms had gekocht. Later tippelde ze op het Rembrandtsplein en werd een Duitse soldatenhoer. Dar zou via advertenties zijn geregeld. Ze kreeg een dochter; Morris weet niet wie en waar zij is. Zij zou door een familie Hertz - de grootouders van Moshe en Bertie Hertz) in Leiden zijn geadopteerd en nu in Canada wonen). Celien zou juist haar Sper (uitstel voor deportatie) gaan ophalen toen ze werd opgepakt en de dood in werd gestuurd.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Esther van Bemmelen herinnert zich Celina Sturkop nog: heel mooi, een klein vrouwtje, net als Henny en ze leek sprekend op haar. Ze had alleen haar haar geblondeerd. Ze werkte toen in een modeatelier. Henny zat in de klas bij een broer van Esther en zo zagen ze elkaar wel bij school.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Volgens haar dochter Henny Eidlidz-van Kreeveld was haar moeder was heel mooi, leek op Marlene Dietrich en ze droeg altijd zijden kousen en lingerie. Er zijn van haar ouders geen foto's bewaard gebleven. Haar moeder was 29 jaar toen ze stierf.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Haar nicht Dolly de Vries-Knocker kende, van de kinderen uit haar grootvader's tweede huwelijk, vooral Celine Sturkop goed. Celine is al vroeg op het verkeerde pad geraakt. Zij was nog iets jonger dan Dolly en samen zijn ze wel eens vier weken in Antwerpen bij tante Esther te logeren geweest. (Dat moet Esther Roodveldt-Sturkop zijn geweest, ergo Dolly's tante en Celina's halfzus). Zij herinnert zich dat er opschudding ontstond, omdat iemand had verteld dat Celine preservatieven had gekocht, terwijl zij nog maar elf jaar was. Celine's man heette Jossie. Zij is nooit aan hem voorgesteld, maar ze heeft hem wel gezien. Jossie was haar pooier en Celine tippelde voor hem. Dolly noemt Celine's einde tragikomisch. Celine mocht in de oorlog na spertijd nog op straat, omdat zij soldatenhoer was. Desondanks is zij tijdens de spertijd ingerekend.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Louis Sturkop vertelt dat zijn halfoom en halftante Lodewijk en Celina, die enige tijd bij tante Dien in huis woonden, in 1914 resp. 1911 werden geboren, dus ze waren leeftijdsgenoten van Louis. Wat er precies met Lodewijk aan de hand was weet hij niet. Volgens Louis was hij niet getrouwd. Bij Louis is enkele malen de zedenpolitie aan de deur geweest, die de heren abusievelijk door elkaar haalden. 'Men moet ook de schande van de familie durven bekennen' zegt Louis. Tante Celina tippelde. (Voordat Louis het woord 'tippelen' durfde? uit te spreken, laat hij zijn vingers veelzeggend over de stoelleuning tippelen). Ze was een zeer mooie vrouw. Louis zegt eerst dat ze niet getrouwd was. Later kan hij ook niet ontkennen dat dit echter wél mogelijk is geweest. Hij piekert zich het hoofd suf of het nu voor of na de oorlog was, dat hij Celina bij haar wervingsbezigheden op het Rembrandtplein tegen kwam en haar vroeg om een ander leven te beginnen. Daarna heeft hij haar nooit meer gezien. Eigen commentaar: dat moet voor of in de oorlog zijn geweest.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Haar nichtje Celine Roodveldt herinnert zich dat de kinderen van Alexander en Hanna Sturkop, Celina en Louis, beiden oversekst waren. Celina Sturkop trouwde jong met Van Kreeveld. Celine Roodveldt wist dat haar dochter nog leefde en volgens haar was zij nooit getrouwd.
• Met betrekking tot Celina Sturkop werd verteld - Haar nicht Celine Roodveldt kende Celina Sturkop. Celina was jong weduwe en had één dochter. Zij heeft gehoord dat die dochter nog in leven moet zijn, maar dat hebben ze nooit kunnen uitvinden.

Eigen code:

Woonplaatsen

Beroepen

Bijlage

Bronnen