zoon van
Alexander Sturkop (Salomon) en Debora Zomerplaag
echtgenoot van Esther Polak
Vermeldingen
- is geboren op 4 mei 1883 in de middag (des middags) om 12.00 uur te Amsterdam (Houtgracht 64).
- aangever: zijn vader Alexander Sturkop
- getuige: zijn behuwd oom Abraham May
- getuige: zijn behuwd oom Mozes Vega
- woont (bij ouder(s)) Waterlooplein 64 te Amsterdam van 4 mei 1883 tot september 1888 - Hier geboren op 4-5-1883, uitschrijving september 1888 naar deel 3 - folio 1.
- woont (bij ouder(s)) Houtgracht 64 huis te Amsterdam voor februari 1884 - Uitschrijving februari 1884 naar deel 545 - folio 141.
- woont (bij ouder(s)) Waterlooplein 64 te Amsterdam van februari 1884 tot 18 juni 1901 - Inschrijving februari 1884 van deel 157 - folio 147. Uitschrijving 18-6-1901 naar Londen.
- wonende Waterlooplein 64 te Amsterdam, wordt vermeld op 31 juli 1897 - Geroyeerd door de S.N.V. (Brillantslijpersknechten Vereeniging, afdeling van de ANDB) als wanbetalers en klaplopers: J. Sturkop, Waterlooplein 64. 'De S.N.V. vraagt haar leden deze lieden in de gaten te houden als zij om werk komen vragen.' De enige die dit kan zijn op dit adres is Jacob Sturkop, woonde daar bij zijn ouders. Toen 14 jaar. Dan was men al leerling. (De enige andere J. Sturkop kan Jacobs oom Isaac zijn. Die werd ook wel Sjaak - of Jacques - genoemd. Die woonde toen echter op nummer 62, pas veel later op nummer 64).
- is diamantbewerker na 3 maart 1900 - Lid ANBD, vakgroep 2 no. 1794; 23-6-1904 naar vakgroep 2 no. 1827, 28-3-1934 vakgroep 2 no. 1730.
- wordt vermeld op 7 juni 1900 - Ontving uitkering bij ziekte en ongevallen: J. Sturkop (lidnummer 1794), Waterlooplein 64 fabriek Coster, aantal dagen uitkering 4 (hersteld). (Dit kan Jacob zijn, zoon van Alexander, die op dit adres woonde. Die was toen 17 jaar. Zijn oom Isaac Sturkop werkte ook voor Coster. Isaac (Jacques) Sturkop kan het nauwelijks zijn, die woonde op nummer 62 en had een ander lidnummer).
- woont te Londen (GB) van 25 mei 1901 tot 14 februari 1903 - Naar Londen met 10 weken schuld bij de ANBD.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Londen (GB) van 18 juni 1901 tot 10 januari 1903 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- diamantslijper woont (bij ouder(s)) Waterlooplein 64 te Amsterdam van 10 januari 1903 tot 7 december 1905 - Inschrijving 10-1-1903 uit Londen, uitschrijving 7-12-1905 eigen kaart.
- is vermeld m.b.t. militaire dienst: op 12 maart 1903 te Amsterdam - Reden tot vrijstelling ingebracht: lichaamsgebreken, tot de dienst aangewezen, inlijving 12-3-1903 bij 7e reg. Infanterie.
- is vermeld m.b.t. militaire dienst: op 12 maart 1903 - Datum van inlijving.
- is diamantbewerker op 23 juni 1904 - Weer toegelaten als lid ANBD voorwaardelijk.
- is vermeld m.b.t. militaire dienst: op 21 mei 1905 - Werd militair volgens ANBD.
- is vermeld m.b.t. militaire dienst: op 6 november 1905 - Nog in militaire dienst.
- woont Waterlooplein 17 te Amsterdam op 7 december 1905 - Volgens latere opgave in Antwerpen (1913) van zijn echtgenote woonden haar ouders op dit adres. Kennelijk was Jacob daar (niet officieel) al ingetrokken.
- diamantslijper te Amsterdam, wordt vermeld als bruidegom op 7 december 1905 te Amsterdam.
- diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Rapenburgerstraat 110 drie hoog te Amsterdam van 7 december 1905 tot 14 februari 1909 - Gehuwd 7-12-1905, inschrijving 7-12-1905 van Alexander Sturkop, uitschrijving 25-2-1909 naar Antwerpen, Dolfijnstraat 21. Werkelijke datum van uitschrijving aangepast aan datum van inschrijving in Antwerpen. Van 28-1-1908 tot 13-4-1908 woont Milly Turfreyer bij hen in, dochter van Esthers halfzus Betje. Waarom zij tijdelijk inwoonde is niet bekend; misschien moest haar moeder haar zus Millie verzorgen - deze stierf eind 1908.
- diamantslijper te Amsterdam, is aangever van geboorte van Alexander Sturkop op 21 juli 1906 te Amsterdam (Getuigen zijn ambtenaren).
- diamantbewerker, is huwelijksgetuige van William Knocker en Dina Sturkop op 29 mei 1908 te Amsterdam - Broer van de bruid.
- woont te Antwerpen (B) van 1 tot 23 januari 1909 - Antwerpen Volgens ANBD.
- wordt vermeld op 9 januari 1909 - Het Weekblad van de ANDB plaatst ingezonden stuk 'Andere boevenstreken': 'Enige tijd werkeloos zijnde en vader van negen kinderen, liep ik j.l. vrijdag te kijken of enig werk voor mij te vinden was. Zo lopende werd ik staande gehouden door de heer Jacob Sturkop. Dit heerschap zie tot mij 'ik heb een brief van mijn vader ontvangen, waarin staat, dat ik u naar Antwerpen zal sturen, daar er voor elf maanden werk is'. De blijdschap in mijn gezin was groot bij het vernemen van deze tijdig, maar het nodige geld ontbrak mij. Door enige mensenvrienden geholpen, ging ik zondagmorgen met geld voor enkele reis op zak, geen boterham bij mij, geen schoen aan de voet, van huis. In Antwerpen aangekomen, trof ik de vader van bovengenoemde heer en zei tot hem: 'hier ben ik'. Mijnheer Sturkop, mij vreemd aankijkende, vroeg wat dit betekende. Hierna hem alles vertellende, zei hij van niets te weten. Daar stond ik, zonder geld om terug te gan. Veel uitweiden over de zaak wil ik niet meer, doch mijnheer Sturkop, die deze aardige grap uithaalde, slechts mijn dank zeggen.'.
- wordt vermeld op 5 februari 1909 - Repliek in Weekblad van de ANDB: [] Het is zeer begrijpelijk, wanneer iemand ergerlijke gemeenheden worden aangedaan, dat men zoiets aan de kaak tracht te stellen []. Maar naar mijn mening is er dan pas aanleiding plaatsing te verzoeken voor een stukje, als er redenen toe bestaan. En nu wil ik heel even in het kort aan mijn vakgenoten doen zien, dat er voor de heer Waas niet de minste aanleiding toe bestond. [] Waar was een van die diamantbewerkers die nagenoeg nooit werkten. Op een zekere dag ontmoette ik hem [] en bracht hem onder het oog, dat er nu wel alle kans zou bestaan ook voor hem om aan het werk te komen. Ik deed pogingen om hem een baas te bezorgen, wat mij dan ook gelukte. In de loop des tijds bekwaamde Waas zich dermate, dat hij een solide vakgenoot werd. Zo kwam het, dat ik Waas wel eens ontmoette en altijd informeerde hoe hem ging. Het deed mij goed, als ik van hem vernam, dat hij zijn brood verdiende. Ik, die zijn toestand van vroeger kende, en nu er toe meegewerkt te hebben, dat hij in betere doen kwam, voelde mij inderdaad gelukkig. Een paar weken geleden was ik in Antwerpen en zeer toevallig sprak ik met mijn vader over Waas. Mijn vader droeg mij op, toen ik weer naar Amsterdam ging, Waas op te zoeken en als deze geen werk had, hem in overweging te geven naar Amsterdam te gaan. Hij zou dan zeer waarschijnlijk bij mijn vader en zo niet door bemiddeling van mijn vader aan het werk komen. Zodra ik hier in de stad was, ging ik naar Waas zijn huis; ik trof hem niet aan, waarna ik hem enige malen nog opzocht en hem telkens niet thuis vond. Enige dagen daarna ontmoette ik Waas op straat en stelde hem in kennis van de boodschap, die ik voor hem had, er bij zeggende, dat het nu zeer wisselvallig was geworden aangezien reeds enige dagen verstreken waren. Waas zie mij toen, toch voornemens te zijn geweest naar Antwerpen te vertrekken, wat hij dan ook deed. Toen Waas buiten kwam, vroeg mijn vader hem, of hij inderdaad zich in Antwerpen wilde vestigen en zo zulks het geval was, dan zou hij kunnen werken. Deze vraag stelde mijn vader hem naar aanleiding van het feit, dat gereedschap verzorgd moest worden. Waas gaf in bevestigende zin hierop antwoord, en ging bij mijn vader aan het werk. Onmiddellijk gaf mijn vader hem 10 francs. Na enige dagen gewerkt te hebben, veranderde Waas van patroon. Hoe Waas er nu toe komt, zulk een schunnig, ingemeen stukje te schrijven, is iets, wat aan krankzinnigheid doet denken. Ik heb er beslist geen begrip van, hoe Waas hiertoe is gekomen. Was het Waas er misschien om te doen, dat de vakgenoten hier medelijden met zijn gezin kregen en dat zij dat in klinkende munt zouden omzetten? Het heeft er wel iets van weg. Het was nodig, dat ik enigszins omstandig de dingen heb meegedeeld, omdat een aantal van mijn vakgenoten mij inderdaad het zeer lastig maken. Ik tart Waas nu tegen te spreken, al hetgeen ik hier heb geschreven. Doet hij dat niet, en zulks kan hij eenvoudig niet, dan is hij ontoerekenbaar of de verpersoonlijking van perfiditeit.' Jacob Sturkop..
- woont te Antwerpen (B) van 6 februari 1909 tot 7 februari 1910 - Antwerpen Volgens ANBD.
- diamantslijper woont Dolfijnstraat (Antwerpen) 21 te Antwerpen (B) tussen 14 februari en 1 april 1909 - Woont hier met vrouw en zoon Alexander. Zijn vader woont op hetzelfde adres. Vorig adres Amsterdam, Rapenburgerstraat 110.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Dolfijnstraat (Antwerpen) 21 te Antwerpen (B) na 14 februari 1909 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam. Werkelijke datum van uitschrijving aangepast aan datum van inschrijving in Antwerpen).
- diamantslijper woont Bijlstraat (Borgerhout) 16 te Borgerhout (B) tussen 1 april 1909 en 17 januari 1910 - Weliswaar staat hij tot maart 1910 in Borgerhout ingeschreven, maar hij verblijft vanaf 17-1-1910 in Amsterdam. Laatstgenoemde datum aangehouden.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Borgerhout (B) voor 17 januari 1910 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- woont (als hoofdbewoner en/of partner) Rapenburgerstraat 112 een hoog te Amsterdam van 17 januari 1910 tot 21 juni 1912 - Inschrijving 17-1-1910 van Borgerhout. Zoon Louis hier geboren. Uitschrijving 21-6-1912 naar Borgerhout, Peereboomstraat 64. Hij verhuist alleen. Vrouw en kinderen blijven op dit adres.
- is vermeld m.b.t. militaire dienst: op 1 november 1911 te Amsterdam - Over naar de Landweer, op 31-12-1918 met bewijs van ontslag wegens geëindigde landweerdiensttijd.
- woont te Antwerpen (B) van 22 maart tot 20 juli 1912 - Antwerpen Volgens ANBD.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Peereboomstraat (Borgerhout) 64 te Borgerhout (B) na 21 juni 1912 - Volgens Bevolkingsregister Amsterdam. Deze uitschrijving is ambtshalve, wat wil zeggen dat men zich niet zelf als vertrekkende heeft aangemeld. Het kan dus goed dat het vertrek al eerder had plaatsgevonden.
- diamantslijper woont Van Immersaelstraat (Antwerpen) 2 te Antwerpen (B) na 1 juli 1912 - Vorig adres Amsterdam, Rapenburgerstraat 112. Daar woont zijn echtgenote ook nog.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Borgerhout (B) voor 4 september 1912 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- woont (als inwoner bij familie) Rapenburgerstraat 112 een hoog te Amsterdam tussen 4 september 1912 en 13 maart 1913 - Komt terug uit België. Vrouw en twee kinderen woonden hier nog. Vertrekken allen naar Antwerpen, Zomerstraat 71.
- wordt vermeld in 1913 - - Ontving steunbijslag van de ANDB op 7-2-1913 en 21-2-1913. (J. Sturkop, lidnummer 1827). Meest waarschijnliijke persoon is Jacob Sturkop, die van 1914-1922 in Amsterdam woonde. Weliswaar was dit in 1913, maar er werd wel vaker verkeerd geregistreerd.
- woont te Antwerpen (B) van 3 februari 1913 tot 6 maart 1914 - Antwerpen Volgens ANBD.
- diamantbewerker woont (als hoofdbewoner en/of partner) Boomgaardstraat (Antwerpen) 177 te Antwerpen (B) tussen 13 maart 1913 en 6 maart 1914 - Vorig adres Amsterdam, Rapenburg 15. Later terug naar Amsterdam dan zijn vrouw en kinderen.
- diamantslijper woont Boomgaardstraat (Antwerpen) 177 te Antwerpen (B) na 19 maart 1913 - Woont hier met vrouw en twee kinderen. Vorig adres Amsterdam, Rapenburgerstraat 112.
- woont (als inwoner bij familie) Rapenburg 15 twee hoog te Amsterdam tussen 30 maart en 28 mei 1914 - Wonen hier in bij zwager Lucas Blitz. Vrouw en kinderen kwamen hier al op 13-3-1914 (van Philip Polak). Allen uitschrijving naar eigen kaart.
- woont (als inwoner bij derden) te Amsterdam voor 28 mei 1914 - Woont bij Lucas Blitz.
- diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Vrolikstraat 90 drie hoog te Amsterdam van 28 mei 1914 tot 7 juli 1916 - Inschrijving 28-5-1914 van Lucas Blitz. Stempel 'Landweer'. Van 9-9-1914 tot 28-11-1914 woonden Jacobs vader, diens tweede echtgenote en hun kinderen Celina en Lodewijk bij hen in. Vertrokken naar eigen adres. Jacobs schoonvader kwam - na de dood van zijn vrouw - op 22-11-1915 bij hen inwonen. Woonde daarvoor bij Esthers zwager Marcus Bonn.
- wordt vermeld op 9 september 1914 te Amsterdam - Meijer Smeer en Frederik Roeske (medezangers in Jacobs zangvereniging) waren bekende persoonlijkheden in de zangwereld.
- Omtrent Jacob Sturkop wordt een gebeurtenis vermeld op 9 september 1914 te Amsterdam - Bericht in Algemeen Handelsblad: de zangvereeniging 'Onderlinge Oefening' van Amsterdam onder leiding van den heer Roeske [] een welgeslaagden avond voor militairen op het fort de Winkel bij Abcoude, waaronder een optreden voor de manschappen met zang van de heeren Engelander, Braizela, Smeer en Sturkop.
- Omtrent Jacob Sturkop wordt een gebeurtenis vermeld op 21 januari 1916 te Amsterdam - Het solo-kwarter 'Zanglust', bestaande uit de heeren J. Sturkop, J. Cohen, S. Engelander en S. Fonteijn, dat onlangs bij den kwartetten-wedstijd van het dubbel mannen-kwartet T.A.V.E.N.U. den tweeden prijs behaalde, is bij den j.l. gehouden kwartetwedstrijd, op Zaterdagavond 15 Januari, uitgeschreven door den liedertafel 'Inter Nos' te Rotterdam, weder een 2e prijs toegekend.
- Omtrent Jacob Sturkop wordt een gebeurtenis vermeld op 21 januari 1916 te Amsterdam - S.H. Engelander was dirigent van het koor der Grote en Nieuwe Synagoge te Amsterdam en van verschillende mannenzangverenigingen in de stad en elders (zoals de arbeiderskoren 'Kunst en Strijd te Amsterdam-Noord en Bussum en 'Onderling Genoegen'. Via hem moeten de achterneven Stephan en Jacob Sturkop van elkaar hebben geweten en ook kwam Truus Inpijn wellicht via Stephan met Engelander in contact. Bij Stephan zong hij in 1914 samen mee op een feestavond voor militairen; bij Jacob was hij (als hij tenminste dezelfde is) in 1916 lid van hetzelfde mannenkoor en Truus zong onder zijn begeleiding, waarmee we alweer een link tussen Stephan en Truus zien.
- diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Rapenburgerstraat 30 boven te Amsterdam van 7 juli 1916 tot 24 september 1922 - Uitschrijving 24-9-1923 (ambtshalve) naar Borgerhout. Jaartal in overeenstemming gebracht met inschrijving in België. Ambtshalve wil zeggen dat het vertrek naar elders niet door de betrokkenen zelf is aangegeven. Op 20-5-1920 verhuisde zijn schoonvader naar Zutphen (oudemannenhuis).
- wordt vermeld in 1917 - Ontving steunbijslag van de ANDB op Op 15-6-1917, 22-6-1917, 29-6-1917, 6-7-1917, 13-7-1917 en 20-7-1917. (J. Sturkop, lidnummer 1827). Meest waarschijnliijke persoon is Jacob Sturkop, die van 1914-1922 in Amsterdam woonde.
- woont (als kiesgerechtigde) Rapenburgerstraat 30 te Amsterdam op 1 januari 1918 - Op lijst van kiesgerechtigden.
- wordt vermeld op 7 februari 1919 - Ontving steunbijslag van de ANDB. (J. Sturkop, lidnummer 1827). Meest waarschijnliijke persoon is Jacob Sturkop, die van 1914-1922 in Amsterdam woonde.
- wordt vermeld op 5 december 1919 te Amsterdam - Tijdens de feesten en plechtigheden voor het 25-jarig bestaan van de ANDB, na toespraken van Henri Polak en Jan van Zutphen, gebeurt: 'als de stilte, na de ovatie [] is weergekeerd, horen de aanwezigen plotseling met een schoon baritongeluid een toepasselijk lied zingen, op de melodie van 'Les Rameaux'. Het was onze jonge vakgenoot Jacob Sturkop, die dit ten gehore bracht en daar een hartelijk applaus voor in ontvangst had te nemen.'.
- wordt vermeld op 20 maart 1920 - Bijdrage tot steun aan stakende transportarbeiders door J. Sturkop, personeel Robles & Co. De enige J. Sturkop die in 1920 in aanmerking komt is Jacob Sturkop. Zijn zwagers Jacob en Abraham Robles waren diamantbewerkers. Van hen is geen eigen bedrijf bekend. Toch maar geparkeerd bij Jacob Sturkop. Hij woonde van 1914-1920 in Amsterdam.
- woont te Antwerpen (B) na 27 oktober 1921 - Antwerpen Volgens ANBD.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Borgerhout (B) na 24 september 1922 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- diamantbewerker woont (als hoofdbewoner en/of partner) Turnhoutsebaan (Borgerhout) 273 te Borgerhout (B) na 29 november 1922 - In Amsterdam werd hij pas in 1923, ambtshalve, met zijn gezin uitgeschreven. Zoon Alexander trouwde in Borgerhout op 3-4-1928.
- ondertekent een familieannonce op 23 mei 1924 te Antwerpen (B) wegens: - Ondertekent met andere familieleden een annonce wegens het overlijden van neef Louis Polak.
- ondertekent een familieannonce te Antwerpen (B) op 18 januari 1928 te Antwerpen (B) wegens: - Plaatst samen met zijn echtgenote Esther (en haar familie) de annonce wegens het overlijden van Esthers zus Helena.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Borgerhout (B) voor 10 augustus 1931 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Graaf Floriszstraat 29 huis te Amsterdam van 10 augustus 1931 tot 7 februari 1933 - Inschrijving 10-8-1931 van Borgerhout. Nu alleen met zijn vrouw. Zoon Alexander komt niet meer mee in huis en Louis komt medio 30-6-1932 vanuit Borgerhout bij hen; hij verhuist op 10-8-1938 naar eigen adres.
- diamantbewerker woont (volgens adresboek) Graaf Floriszstraat 29 te Amsterdam 1932 en 1933.
- diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Gijsbrecht van Amstelstraat 32 huis beletage te Amsterdam na 7 februari 1933 - Geen uitschrijving.
- is diamantbewerker na 28 maart 1934 - Opnieuw Lid ANBD.
- is diamantbewerker van 28 maart 1934 tot 28 maart 1942 - Opnieuw lid van de ANBD, vakgroep 2 no. 1730. Bedankt op grond van verord. Rk. 199/41 28-3-1942. In 1942 werd het voor Joden verboden om nog langer lid te zijn van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkerbond (ANDB). Hieronder een deel van een artikeltje uit het Joodsche Weekblad van 6 maart 1942: 'Het bestuur van de Vereeniging van Israëlietische Diamantbewerkers 'Betsalel' deelt mede, dat op grond van de Verordening van den Rijkscommissaris No. 199/41, alle Joodsche diamantbewerkers(sters) moeten bedanken als lid van den Alg. Ned. Diamantbewerkersbond. Tegelijk moeten zij aanvragen, als lid te worden ingeschreven van 'Betsalel'.
- J. Sturkop woont (volgens adresboek) Gijsbrecht van Amstelstraat 32 te Amsterdam 1939 en 1940.
- diamantbewerker woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Gijsbrecht van Amstelstraat 32 een hoog te Amsterdam in februari 1941 - In Digitaal Monument staat huisnummer 38. Volgens archiefkaart hebben zij nooit op nummer 32 gewoond. Zie bron 3751.
- Met betrekking tot Jacob Sturkop werd verteld in mei 1943 - Louis Sturkop vertelt dat hij op een ochtend in de oorlog om half vijf gewekt door kennissen, die kwamen vertellen dat zijn ouders waren weggevoerd. Via Westerbork zijn ze direct doorgegaan naar Sobibor. Louis is meteen op hun woning gaan kijken en trof deze leeggeplunderd aan. Eén stoel stond er nog in de kale ruimte met papier verspreid over de grond. Papieren waarvan hij zegt: 'wat moest ik er mee?' Net als zovele Nederlanders had de buurman zich direct de inhoud van hun woning toegeëigend.
- werd gedeporteerd op 24 mei 1943 naar Westerbork (Datum van aankomst - barak 60).
- werd gedeporteerd op 25 mei 1943 naar Sobibor (PL).
- is vermoord op 28 mei 1943 te Sobibor (PL) (Volgens 'In Memoriam').
- wordt vermeld in de krant na 1944 met de tekst: '17657 - STURKOP, Jacob, 4 Mei 1883, Asd., Won. Asd. overleden 28 Mei 1943.' Dit verscheen in de krant.
ongedateerd
- Met betrekking tot Jacob Sturkop werd verteld - Zijn nicht Dolly de Vries-Knocker heeft haar oom Jacob Sturkop, haar tante Esther en haar neefjes Louis en Alex goed gekend. Weliswaar waren zij niet 'kwaad met elkaar', maar toch gingen zij niet bijster veel met elkaar om. Vooral met tante Esther vond men weinig aanknopingspunten voor gemeenschappelijke belangstelling.
- Met betrekking tot Jacob Sturkop werd verteld - Remkea Steeman vertelt dat Jacob een buitenechtelijk kind zou hebben.
- Met betrekking tot Jacob Sturkop werd verteld - Regina Abelskamp-Sturkop vertelt dat haar grootouders niet zo'n best huwelijk zouden hebben gehad. Ze spraken soms maanden niet met elkaar. Grootmoeder Esther Polak haalde met een witte handschoen vaak demonstratief het vuil weg dat haar schoondochter 'had laten zitten'.
- Met betrekking tot Jacob Sturkop werd verteld - Zijn zoon Louis vertelt dat zijn vader Jacob in Londen het vak van schoenmaker had geleerd. Louis beheerste dat vak ook. Tijdens de mobilisatie beheerde soldaat Jacob Sturkop de keuken, hetgeen Louis nog persoonlijk bijstaat. Zo af en toe ging Jacob er wel eens een paar dagen tussen uit en verdiende dan wat bij met diamantslijpen.
- Met betrekking tot Jacob Sturkop werd verteld - Zijn nicht Celine Roodveldt herinnert zich Alexander en Lodewijk (Loedje), de zoons van oom Jacob en tante Esther. Van Louis weet ze dat hij in het zuiden van Frankrijk woont, maar ze hebben geen contact meer. Louis was getrouwd en gescheiden en zij hadden twee kinderen.
Eigen code:
VII-23
|