Vermeldingen

• is geboren op 13 februari 1866 in de namiddag om 12.30 uur (half een) te Amsterdam (Herengracht 289).
  • aangever: zijn vader Alexander Benjamin Sturhoofd
  • getuige: zijn grootvader Benjamin Alexander Sturhoofd
  • getuige: Isaäc Eliazer Diamant
• woont (bij ouder(s)) Nieuwe Herengracht 77 te Amsterdam na 23 maart 1866 - Nieuwe Heerengracht 77 (289 doorgehaald). Geen in- of uitschrijving genoteerd,.
• sigarenmaker, is vermeld m.b.t. militaire dienst: op 8 maart 1886 te Amsterdam - 1,565 m., rond gezicht, laag voorhoofd, grijze ogen, gewone neus en mond, ronde kin, bruin haar en wenkbrauwen, geen merkbare tekenen. 8-3-1886 vrijgesteld wegens lichaamsgebreken.
• woont (bij ouder(s)) Nieuwe Herengracht 77 te Amsterdam voor juli 1886.
• woont (bij ouder(s)) Kerkstraat 109 drie hoog achter te Amsterdam na juli 1886 (Geen uitschrijving).
• woont (bij ouder(s)) Nieuwe Kerkstraat 109 te Amsterdam van juli 1886 tot 27 december 1899 - Inschrijving juli 1886 van deel 143 - folio 100. Hij verhuist op 27-12-1899 naar zijn eigen adres.
• bode te Amsterdam, is huwelijksgetuige van Jacob Benjamin Sturhoofd en Fietje Voorzanger op 25 juni 1891 te Amsterdam.
• is aangever, bode te Amsterdam, van overlijden van Naatje van Praag op 11 september 1891 te Amsterdam (Wonende in het sterfhuis. Zoon van de overledene).
• woont Nieuwe Kerkstraat 109 te Amsterdam op 27 december 1899.
• diamantslijper te Amsterdam, wordt vermeld als bruidegom op 27 december 1899 te Amsterdam.
• diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Plantage Badlaan 10 twee hoog te Amsterdam van 27 december 1899 tot 20 december 1902 - Het adres is onleesbaar; hier overgenomen van de geboorteakte van zoon Alexander. Gehuwd op 27-12-1899. Inschrijving 27-12-1899 (?) van Alexander Benjamin Sturhoofd.
• wordt vermeld op 7 september 1900 - Afdracht 10% aan de ANDB: fabriek 'Maatschappij'- J. Sturhoofd, f. 32,50.
• wordt vermeld op 14 september 1900 - Afdracht 10% aan de ANDB: fabriek 'Maatschappij'- J. Sturhoofd, f. 33,32.
• wordt vermeld op 21 september 1900 - Afdracht 10% slijpers en verstellers - Afdracht 10% aan de ANDB: fabriek 'Maatschappij'- J. Sturhoofd, f. 24,48.
• wordt vermeld op 5 juli 1901 - Afgedragen voor de proceskosten Antwerpen door personeel Sturhoofd: f. 0,50.
• wordt vermeld op 2 augustus 1901 te Amsterdam - Een zekere J. Kleerekoper Gzn., diamantbewerker, schrijft in het Weekblad van den Algemeenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond een ingezonden stuk met de titel 'een slavendrijver': 'Het is mij bekend dat door de redactie meermalen ingezonden stukken over de hier bedoelde slavendrijver werden geweigerd en om deze reden hoop ik, dat de redactie met mij een gunstige uitzondering zal maken en dit met de waarheid geheel overeenkomend stukje zal opnemen. De heer Jacob Sturhoofd, chef van Gebr. Loonstein, werkt op de fabriek 'Maatschappij' aan de Nieuwe Achtergracht, met een personeel bestaande uit vastgeldwerkers en brengt voortdurend de beknibbelingstactiek in toepassing. Als een slijper op vrijdag zijn geld ontvangt, dan wenst mijnheer Sturhoofd, dat deze wat minder zal nemen. In vele gevallen is hem dit gelukt, maar toen voor een 12-tal weken de beurt aan mij kwam, mislukte zijn poging geheel; ik weigerde beslist elke bekorting op mijn loon, waardoor een geschil ontstond tussen hem en mij. Ik verzekerde mij van de medewerking van het Hoofdbestuur en reeds begon het H.B. op te treden, toen de zaak geschikt werd door tussenkomst van een der knechten en kon ik weer voor het oude loon aan de arbeid gaan. Het werken bij deze patroon is verre van prachtig; het lachen, spreken en bij de slijpers zeer vaak voorkomende 'moppenverkopen', is bij die patroon, die zelden een krimpje in zijn zuur gezicht heeft, zo goed als verboden; hij drijft de werklieden op alsof zij slaven zijn. Nadat genoemde kwestie was geëindigd, begon het werk te minderen, waardoor twee verstellers, die samen voor 12 à 13 molens verstelden, een aantal minder kregen en dus met 3 of 4 molens op hun deel overbleven. Een andere versteller werkte nog in dit personeel, n.l. de heer Bernard Klein, die voor 4 molens verstelde; deze 4 molens slonken tot 2, waarvoor hij 7 maanden werkte. Toen de andere 2 verstellers, Sam Boas en Jozeph van Embden, met hun 4 molens overbleven, werden door de patroon de 2 molens van Bernard Klein weggenomen om ze de andere 2 verstellers bij te geven, zodat Bernard Klein zonder werk raakte, terwijl de twee genoemde verstellers zich niet ontzagen bij hun 4 molens die twee te accepteren. Bernard Klein, niet weinig ontstemd over die minder broederlijke behandeling, dreigde met een ingezonden stuk en moest op het requisitoir van de Edelachtbare Heer Sturhoofd vernemen, dat hij bij plaatsing daarvan hem (Klein) geheel brodeloos zou maken. Een 5-tal weken geleden deelde Sturhoofd mede dat het werk was afgelopen. Ik zocht en kreeg werk bij een andere patroon en vernam vorige week dat door Sturhoofd slijpers werden gevraagd; ik ging naar de kamer en vroeg hem om werk, maar tot mijn verbazing zei hij: 'nou, ik zal het je maar zeggen, je bent ontslagen, je wilt toch niet minder nemen', dat waren letterlijk zijn woorden. Op die wijze heeft hij zich ontdaan van een slijper die zich niet wil laten bestelen; onnodig te zeggen dat woedend was en hem op hoge toon de waarheid zei, dat hem onder zijn neus wreef zijn weinige geschiktheid om als chef op te treden, dat het prestige van de heren Gebr. Loonstein door zo'n nul moeilijk kan worden gehandhaafd. En dat hetgeen ik zei niet ver van de waarheid af was, kan blijken uit het feit, dat hij mij dreigde de kamer te zullen laten afzetten. Men ziet dus hieruit wie en wat Sturhoofd als chef voor de werklieden te betekenen heeft; de medewerking die ik ontving van de overige knechten was allesbehalve de moeite waard, maar [] dit tekent dan ook alweer hun slaafsheid tegenover de patroon. Ik ben dan ook verplicht mijn vakgenoten te waarschuwen, wanneer zij aan dat prutswerk gaan arbeiden, zich behoorlijk van de richtige uitbetaling van hun volle loon te zullen verzekeren. Wat zou het oordeel van het H.B. zijn over dit sinjeur?'.
• wordt vermeld op 15 november 1901 - Het Weekblad van den Algemeenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond schrijft over het personeel van J. Sturhoofd: 'Dit personeel, dat op vastgeld werkt, werd aangeboden een nieuwe partij op eigen kosten te maken. zulks kon niet worden toegestaan waarop wij er bij de patroon op aandrongen de oude toestand te bestendigen. Hierin werd na enig onderhandelen toegestemd'.
• wordt vermeld in 1902 - Afdracht 10% aan de ANDB door de fabriek 'Maatschappij' - personeel J. Sturhoofd: op 24-1-1902, 7-2-1902, 21-2-1902, 28-2-1902, 7-3-1902, 13-6-1902 en 27-6-1902.
• diamantslijper te Amsterdam, is aangever van geboorte van Alexander Sturhoofd op 17 augustus 1902 te Amsterdam.
• diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Tweede Boerhavestraat 28 twee hoog te Amsterdam van 20 december 1902 tot 31 mei 1913.
• wordt vermeld in 1903 - Bijdragen tot steun van de slachtoffers door (personeel) Sturhoofd.
• wordt vermeld van 1903 tot 1905 - Bijdragen tot steun aan de slachtoffers (bijv. uitgekeerd aan de gemeentewerklieden, spoorwegarbeiders te Haarlem, comité brood en melk voor de kinderen der slachtoffers) door personeel Sturhoofd op 22-5-1903, 29-5-1903, 1-1-1905 (aan de stakende glasblazers), 20-1-1905 (dito), 17-2-1905 en 3-3-1905.
• diamantslijper te Amsterdam, is getuige bij aangifte van overlijden van Anna Sturhoofd op 25 april 1903 te Amsterdam - Oom van de overledene.
• diamantslijper, is aangever van geboorte van Sara Sturhoofd op 6 februari 1904 te Amsterdam.
• wordt vermeld in 1905 - Bijdragen voor de leden van de schildersgezellenbond en Concordia Inter Nos door personeel Sturhoofd Op 5-11-1905 en 24-11-1905.
• wordt vermeld tussen 1905 en 1912 - Verantwoording ingekomen gelden voor het K.S.F. (Koperen Stelen Fonds) 'Nieuwe levenskracht'. Personeel Sturhoofd, fabriek/atelier Hekster, f. 2,65. Op 3-11-1905. Ook bijdragen op 12-1-1906, 19-1-1906, 16-3-1906, 20-4-1906, 13-7-1906, 7-12-1906, 28-12-1906, 24-1-1907, 29-11-1907, 14-1-1910, 10-5-1912, 17-5-1912, 24-5-1912 en 9-8-1912. Ook 2-2-1912 van snijdsters Sturhoofd.
• wordt vermeld op 12 mei 1905 - Er komt een steunfonds: er worden steeltjes verzameld, die geld opbrengen; ze worden in bussen op de ateliers gedeponeerd. Personeel Sturhoofd zit nu bij fabriek Cohen. Kloverspersoneel J. Roeper staat er ook bij. (Johannes Andries ("Ome" Jan) van Zutphen (Utrecht, 7 oktober 1863 - Hilversum, 7 juni 1958) was een Nederlands vakbondsbestuurder van de diamantbewerkersbond en oprichter en voorzitter van sanatorium Zonnestraal in Hilversum. Hij is erkend als een inspirerend strijder voor de rechten van arbeiders en tegen tbc. Hij wordt geassocieerd met het zogeheten 'Koperen Stelen Fonds' - naar de steeltjes van versleten gereedschap die te gelde gemaakt werden om tbc-zorg van de vakbond op te bouwen.).
• wordt vermeld in 1906 - Steun aan de stakende Leidse timmerlieden door (personeel) Sturhoofd. Op 9-11-1906 en 7-12-1906.
• wordt vermeld in 1907 - Steun aan de jutewevers te Rijssen door (personeel) Sturhoofd. Op 15-2-1907, 1-3-1907, 15-3-1907, 22-3-1907 en 3-5-1907. Komt soms meerdere malen (weken) op één overzicht voor.
• is diamantbewerker van 1907 tot 27 september 1909 - Ergens in deze periode (vanaf het begin) was zijn neefje Marucs Sturhoofd leerling bij hem in zijn atelier/fabriek Hekster.
• Jacob Sturhoofd, commissionair te Amsterdam, is huwelijksgetuige van Hijman Sturhoofd en Fanny Italiaander op 29 september 1910 te Zaandam.
• wordt vermeld tussen 1911 en 1913 - Het personeel (incl. snijdsters) Sturhoofd geeft bijdragen voor de diplomaboekjes 1911, 1912 en 1913.
• wordt vermeld in 1913 - Draagt bij aan (Koperen Stelen Fonds) op 7-3-1913 en 14-3-1913.
• diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Plantage Doklaan 6 bovenhuis te Amsterdam 31 mei 1913 of 1914.
• diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Plantage Doklaan 28 bovenhuis te Amsterdam van 1914 tot 25 mei 1928.
• woont (als kiesgerechtigde) Plantage Doklaan 28 te Amsterdam op 1 januari 1918 - Op lijst van kiesgerechtigden.
• wordt vermeld op 30 juni 1918 te Amsterdam - Geslaagd voor eindexamen 4-jarige HBS met 3-jarige cursus opleiding voor den handel.
• wordt vermeld in 1919 - Het personeel Sturhoofd (fabriek Maatschappij) draagt enkele malen bij aan de stakende metaalbewerkers.
• J. Sturhoofd woont (volgens adresboek) Plantage Doklaan 28 te Amsterdam 1919 en 1920.
• ondertekent een familieannonce op 2 januari 1919 te Amsterdam wegens: - Ondertekent overlijdensannonce van schoonzus Naatje Loonstein-Speijer, (uit aller naam: andere familie, onder wie Mauritz Italiaander, die langs verschillende wegen met de familie was verbonden).
• wordt vermeld op 20 juni 1919 - '2% schenkingen' door gemengd snijderspersoneel Sturhoofd, fabriek Maatschappij.
• wordt vermeld op 26 september 1919 - Gemengd snijderspersoneel Sturhoofd, fabriek Maatschappij, draagt bij aan het K.S.F. (Koperen Stelen Fonds).
• wonende Plantage Doklaan te Amsterdam, wordt vermeld op 20 november 1920 te Amsterdam - Fungeert als inzamelingspunt kleding.
• commissionair in diamant te Amsterdam is vader van bruidegom c.q. bruid op 9 augustus 1927 te Amsterdam.
• diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Swammerdamstraat 49 een hoog te Amsterdam van 25 mei 1928 tot 26 augustus 1935.
• J. Sturhoofd woont (volgens adresboek) Swammerdamstraat 49 te Amsterdam 1932 en 1933.
• diamantslijper woont (als hoofdbewoner en/of partner) Nieuwe Achtergracht 7 huis te Amsterdam na 26 augustus 1935 (Geen uitschrijving).
• te Amsterdam wordt vermeld in annonce van 1938 tot 1940 te Amsterdam (Spinozastraat 5) met de tekst: - Diverse annonces: dienstmeisje gevraagd. Soms voor dag en nacht gevraagd, soms bijv. van 9 tot 3 uur of meisje voor kinderen en lichte huishoudelijke bezigheden tot 4 uur en paar avonden in de week. Gezien de kinderen kan dit ook Alexander Sturkop zijn. Spinozastraat 5 huis. (In 1940 echter ook Nieuwe Achtergracht 7). De laatste annonce dateert van 9 mei 1940: wrang, want de volgende dag vielen de Duitsers Nederland binnen.
• geen beroep woont Nieuwe Achtergracht 7 huis te Amsterdam voor 31 mei 1940.
• geen beroep woont Spinozastraat 5 huis te Amsterdam van 31 mei 1940 tot oktober 1942.
• woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Spinozastraat 5 huis te Amsterdam in februari 1941 - Hun joodse buren waren (1) nummer 5 huis, gezin Weduwe Flora Rodrigues Garcia-Vleeschdrager (Weduwe Flora Rodrigues Garcia-Vleeschdrager, Rachel Roza Rodrigues Garcia en Sarah Vleeschdrager), (2) nummer 5, gezin Cohen (Caroline Rachel Cohen-Gelder en Jacob Henri Cohen) en (3) nummer 5 een hoog, gezin Arnold Vleeschdrager (Arnold Vleeschdrager en Elisabeth Vleeschdrager-Polak).
• wonende te Amsterdam, wordt vermeld op 26 september 1941 te Amsterdam - Persoonsbewijs nummer 618339.
• geen beroep woont Spinozastraat 11 te Amsterdam tussen oktober 1942 en 12 juli 1943 - Vanaf dit adres weggevoerd naar Duitsland. Datum van afvoeren bevolkingsregister is niet de werkelijke vertrekdatum.
• wordt vermeld in 1943 - Hij was in de oorlog door de Duitsers weggevoerd, zoals zijn kleinzoon Jacques Sturhoofd het beschaafd uitdrukt.
• werd gedeporteerd op 8 april 1943 naar Westerbork (Datum van aankomst - barak 55).
• wordt vermeld op 27 april 1943 te Westerbork - Met zijn echtgenote gedeporteerd.
• werd gedeporteerd op 27 april 1943 naar Sobibor (PL).
• is vermoord op 30 april 1943 te Sobibor (PL) (Volgens 'In Memoriam').

   ongedateerd

• werd vernoemd als volgt: - Naar overopa Koopman Alexander Sturkop.
• Met betrekking tot Jacob Sturhoofd te Amsterdam werd verteld (Plantage Doklaan) - Zijn kleinzoon Jaap vertelt dat zijn grootvader Jacob werd genoemd. Zijn grootvader en -moeder woonden aan de Plantage Doklaan, toen een elite buurt. Zijn vader is daar geboren.

Eigen code:

Woonplaatsen

Beroepen

Bijlage

Bronnen