zoon van
Camille François Descornez en Anne Catharine Vanhooveld
echtgenoot van Johanna Prantl
echtgenoot van Maria Charlotta Sondaar
Vermeldingen
- is geboren op 25 juni 1893 te Josse ten Noode (B) (Bron 1847: volgens Bevolkingsregister Brussel).
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te St. Joost-ten-Noode (B) voor 24 mei 1898 - Volgens Bevolkingsregister Brussel. Hij kwam met zijn moeder bij zijn vader wonen.
- woont (als hoofdbewoner en/of partner) te Brussel (B) tussen 24 mei 1898 en 26 januari 1904.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te St. Jans Molenbeek (B) na 26 januari 1904 - Volgens Bevolkingsregister Brussel.
- Met betrekking tot Henri Descornez werd verteld tussen 1914 en 1976 - Dit is een reactie van Henk Descornez, zoon van Henri, op de overlevering volgens bron 1860-B. Henri Descornez en zijn familie waren Walen en spraken Frans. Henri's ouders hadden in Brussel een tapisserie (woninginrichting) met personeel en waren niet onbemiddeld. Het verhaal van de insubordinatie is volgens Henk inderdaad een indianenverhaal. Ook “vogelvrij verklaard” zou niet kloppen. Henri Descornez heeft van 19?? tot 1913 in Parijs gewoond, vermoedelijk bij familie. Van 1914 tot 1918 heeft hij bij Ieperen aan de Yver / Yper gelegen. Hij is in 1918 gedeserteerd. In dat jaar is hij in Brabant geïnterneerd als Belgisch soldaat. Via kennissen is hij in Amsterdam terecht gekomen bij “tante Da”, een zuster van de grootmoeder aan moederszijde van Jo en Henk. Daar maakte hij kennis met haar nichtje “Mooie Marietje van Wittenburg”. De “bij verstek ter dood veroordeling” gold voor de zaak “Miss Clavell”, een Engelse verpleegster die spionage bedreven zou hebben voor de Duitsers. De Telegraaf heeft er in 1919 een grote artikelenreeks aan gewijd. Het juiste weet Henk er ook niet van. Veel is nooit goed uitgelegd, schrijft hij. Personeel van “Chez Gaston” wilde hem naar aanleiding van deze artikelen met geweld naar België brengen. Hij werkte bij “Chez Gaston” als nachtportier. Hij heeft ook (voor “Chez Gaston”, gelooft Henk) in Scheveningen gewerkt. Hij is daar ontslagen na een conflict, waarvan de reden “nooit zuiver gesteld” is. Henri heeft ook in die jaren in Rotterdam gewerkt en ook daar na een conflict ontslagen. In de jaren daarna heeft hij in Amsterdam in de Hudsonstraat (huisnummer onbekend) gewoond. Daar is ook Kamiel gestorven. Er waren vijf kinderen. Henri was eigen baas, stoffeerder. Daarna woonden ze aan de Balboastraat 40, enzovoort. Hij is in 1940 bij “Cinetone” filmindustrie gaan werken, daarna na inlijving gedwongen naar “Ufa” en “Tolis” in Berlijn. Vandaar is hij door de bombardementen naar Bad Ischl in Oostenrijk gegaan. Daar leerde hij Hannie kennen, een oorlogsweduwe (van twee mannen) uit Merano of Bolzano, het gebied dat Hitler aan Mussolini schonk. Wie Duits wilde blijven (zoals Hannie) mocht naar Oostenrijk. Henri werkte toen bij de film via Bad Ischl baar Vorder-Thiersee. Hannie was geen Tsjechische, maar Italiaans-Oostenrijks. De jongste dochter van Henri Descornez en Hannie heet ook Johanna. Deze Johanna is blijven wonen op de boerderij van haar schoonouders. Ze had een rijke boer aan de haak geslagen, werd gezegd. Henri sprak uitstekend Nederlands, ook nog toen hij in de jaren zeventig in Amsterdam was. Hij is aan ouderdom overleden. Henk zegt dat hij veel heeft gehoord en veel niet heeft begrepen en vind dat dit misschien ook wel beter is. Hij vind dat deze dingen voor hem erg emotioneel erg moeilijk liggen. Zijn vader en hij waren de laatste jaren van diens leven op heel erg goede voet. Henk wilde mij met het bovenstaande van dienst zijn, maar toch wil hij zijn vader nu verder laten rusten, zoals hij daar ligt in dat mooie Tirol, tegen Vorder-Thiersee aan de voet van de Pendlingberg. Hij zet er vraagtekens bij zijn zuster Jo een niet al te plezierige jeugd gehad zou hebben.
- wordt vermeld op 12 oktober 1915 te België - Over Edith Cavell is veel te vinden op internet. Zie ook bron 5401-C. Zij zou zijn verraden door Henri Descornez en ze werd gefussileerd op 12 oktober 1915. Het leidde o.m. tot Descornez' (nooit uitgevoerde) doodvonnis.
- is stoffeerder van 1918 tot 1920 - Bij het Victoria Hotel.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Frankrijk voor 3 december 1918.
- wordt vermeld op 3 december 1918 - Registratie in het Vreemdelingenregister van Amsterdam.
- wordt vermeld op 3 december 1918 - Signalement: 1,65 m., gewoon voorhoofd, haar en wenkbrauwen donkerblond, ogen grijs, neus, mond en kin gewoon, aangezicht ovaal.
- portier woont (als inwoner bij derden) Lijnbaansgracht 155 te Amsterdam tussen 30 december 1918 en 18 maart 1920 - Woont ten huize van Loman. Beroep stoffeerder (doorgehaald), onleesbaar, portier. Inschrijving 30-12-1918 van Frankrijk. Naam Hendrik verbeterd in Henri.
- portier woont (als inwoner bij derden) Eerste Jan Steenstraat 118 twee hoog te Amsterdam tussen 18 maart 1920 en 7 september 1923 - Woont ten huize van Moen. Verhuist op 7-9-1923 naar Amstellaan 70. Hier wordt dochter Jo geboren.
- wordt vermeld op 27 april 1921 te Amsterdam - Erkend per huwelijk een kind (Johanna Germaine).
- portier te Amsterdam, wordt vermeld als bruidegom op 27 april 1921 te Amsterdam - Geboren te Sint Josse ten Noode in België, meerderjarige zoon van Camille Francois Descornez, behanger en Anna Catherine Verhooveld, zonder beroep, beiden wonende te Sint Jans Molenbeek in België.
- portier woont (als hoofdbewoner en/of partner) Amstellaan 70 te Amsterdam tussen 7 september 1923 en 5 november 1924 - Verhuist op 5-11-1924 Hudsonstraat 107 huis. Hier wordt zoon Camille geboren.
- wordt vermeld in oktober 1924 te België - In België bij verstek ter dood veroordeeld. Een krijgsraad te Brussel sprak bij verstek het doodvonnis uit tegen Henri Descornez, voormalig soldaat bij de jagers te voet, die zich aan het begin van de oorlog in dienst had gesteld van de Duitsers en die bij de inneming van Antwerpen vele Belgen had laten deporteren. Is - naar beweerd wordt - naar Nederland gevlucht. Een Engelse krant schrijft daarbij: '…Henri Descornez, Belgian ex-soldier and traitor, one the principals of the band of spies who caused the arrest of Edith Cavell'. Die dood van de Britse verpleegster Edith Cavell, in de Eerste Wereldoorlog een nationale heldin in Engeland, werd binnen de familie altijd al in verband gebracht met Henri Descornez. Hij zou haar verraden hebben. Ze werd door de Duitsers beschuldigd van verraad en stierf op 12 oktober 1915 voor het vuurpeloton.
- wordt vermeld op 11 oktober 1924 - Staat in de Maasbode: door de krijgsraad is een soldaat, Descornez genaamd, ter dood veroordeeld. Hij deserteerde uit het Belgische leger gedurende de oorlog, liep naar de Duitsers over en was de voornaamste medewerker bij de arrestatie van miss Cavell. (Twee en een half jaar geleden werd Armand Jeannes, als de voornaamste verrader van miss Cavell, ter dood veroordeeld).
- wordt vermeld op 24 oktober 1924 te Amsterdam - Artikel onder de titel 'Een Belgische Landverrader in het dagblad Het Vaderland': 'Een Belgische ter dood veroordeelde te Amsterdam gearresteerd. Hij wordt weer op vrije voeten gesteld. Te Amsterdam vervoegde zich Zondagmorgen aan het aan het Politiebureau Singel een tweetal burgers, met de mededeling, dat zich in een café een man bevond, die kort geleden door het Belgische gerecht wegens moord ter dood veroordeeld was. De man werd gearresteerd en door de Commissaris gehoord. De man bleek te zijn de 31-jarige Belgische deserteur Henri Descornez, die Donderdag jl. door de Krijgsraad te Brussel wegens hoogverraad bij verstek ter dood veroordeeld was. Descornez heeft in de oorlog van zich doen spreken. In 1915 werd hij agent voor Duitsland, spioneerde in de Duitse kringen onder de Belgische gedeporteerden, en daarna in België, waar hij de arrestatie van honderden jonge mannen bewerkt moet hebben, die zich bij het Belgische leger wilden voegen. Ook tot de arrestatie van Miss Cavell heeft hij meegewerkt. Na de oorlog is hij België ontvlucht, maar het was onbekend waarheen. Thans bleek hij sinds een vijftal jaren in betrekking te zijn als garderobebediende bij een café-restaurant op het Thorbeckeplein te Amsterdam. Zodra echter het vonnis van de Brusselse Krijgsraad bekend werd, heeft de directie van het café-restaurant hem uit zijn betrekking ontslagen. Toen de commissaris vernam, dat de Belgische regering de arrestant niet wegens moord, maar voor een politiek misdrijf ter dood veroordeeld had, werd hij weer op vrije voeten gesteld daar bovendien de Belgische regering zijn uitlevering niet gevraagd had. (Commentaar: (1) Het vonnis moet dus van zeer kort voor 24 oktober zijn geweest; (2) Over Miss Cavell is op internet heel veel te vinden en in dit verband ook over de landverraders.
- portier woont (als hoofdbewoner en/of partner) Hudsonstraat 107 huis te Amsterdam tussen 5 november 1924 en 15 april 1926 - Hier wordt zoon Marinus geboren, maar zoon Camille overlijdt er. Verhuist op naar 15-4-1926 naar Rotterdam, Van Lennepstraat 65.
- controleur café-restaurant woont (als hoofdbewoner en/of partner) Van Lennepstraat (Rotterdam) 65e te Rotterdam tussen 15 april 1926 en 21 juli 1927 - Allen inschrijving 15-4-1926 Amsterdam, uitschrijving 21-7-1927 naar Amsterdam, Balboastraat 40 twee hoog. Woont met vrouw en twee oudste kinderen. Allen aangetekend als vreemdeling; ook Maria Sondaar. Henri zelf ook Belgische nationaliteit. Hij is Rooms-Katholiek, de anderen Evangelisch-Luthers.
- is los werkman van 1927 tot 1935 - Bij behangerzaak aan de Overtoom 545.
- controleur café-restaurant woont (als hoofdbewoner en/of partner) Balboastraat 40 twee hoog te Amsterdam tussen 21 juli 1927 en 16 augustus 1935 - Is op 16-8-1935 verhuisd naar de Balboastraat 23 een hoog. De kinderen Henk en Rietje zijn hier geboren. Bij nationaliteit staat 'vreemdeling'. Aantekening 'Belg'.
- is stoffeerder van 1929 tot 1939 te Amsterdam - Adverteerde als stoffeerder: behangen (voor 20 cent per rol), matrassen, gordijnen en tapijten en lopers vermaken, stofferen. Bekleden van stoelen en divans. Linoleum en zeil leggen (1 gulden per kamer). Reparatie van alle meubelen. Had een staalboek. Bood prima vlugge bediening aan, werk onder garantie. In het hele land te ontbieden. Tel. 30216.
- wonende Balboastraat 40 te Amsterdam, wordt vermeld in 1930 te Amsterdam - 22-1-1930 failliet verklaard. Faillissement opgeheven 10-2-1930 wegens gebrek aan actief.
- portier woont (als hoofdbewoner en/of partner) Balboastraat 23 een hoog te Amsterdam na 16 augustus 1935 - Er is geen uitschrijving.
- Met betrekking tot Henri Descornez werd verteld na 1936 - Volgens Loes moeten we dit relaas over haar vader deels met een korreltje zout nemen. Dat geldt met name voor de brandwonden: ze heeft Theo in haar jeugd heel veel in zijn blote bast gezien en nooit iets van littekens waargenomen. Theo werkte in 1936-1939 bij Oorbals. Hij maakte in 1937 kennis met Jo via kennissen op nummer 25 een hoog (familie Vos) van de operetteclub O.N.A. (Ontspanning Na Arbeid). Die (of Theo) had de leiding van een cabaretgroep NANVO waarvan het optreden in hoofdzaak bestond uit uitkoopvoorstellingen (?) voor werklozen en ontspanningsverenigingen voor bejaarden. Hun huwelijksdatum 24-12-1940 op het stadhuisje of hulpsecretarie 'Sloterdijk'. Henri Descornez genoot jaarlijks na seizoenafloop een bijstandsuitkering. Hij ging in september of oktober 1940 voor de Duitsers op Schiphol werken. Na ontslag van Theo, wegens ruzie, bij de firma Amstellin (de eigenaar Ten Sijthoff was een collaborateur en districtshoofd van de NSB) heeft Henri Descornez hem voorgesteld bij hem te komen werken voor de firma Vens uit Badhoevedorp. Die stelde hen daarna spoedig op transport om uitgeleend te worden aan de Organisatie Todt, waarvoor ze in Frankrijk te werk werden gesteld. Eerst in Amiens en van daaruit verder gezonden naar Rochefort sur Mer. Daar werden zij met bussen gependeld naar La Leu, een vissersdorp in de nabijheid van hun standplaats. Daat moesten zij de onteigende woningen van de vissers schoonmaken en behangen en stofferen teneinde als officiersverblijven te dienen voor stafofficieren van de Kriegsmarine. Van deze groep was Henri Descornez de kapo. De baan van Theo bestond uit het ravitailleren van de arbeiders. Bij een bomaanval werd het kanon van zijn veldkeuken door de luchtdruk opgetild en sloeg het ventiel door waardoor de deksel opensprong en het kokende water over hem heen kwam. Met ernstige brandwonden werd hij gedurende enkele weken in het veldhospitaaltje opgenomen en weken later teruggezonden naar Nederland. Dankzij het feit dat men zijn overall meteen had doorgesneden en de dienstdoende Sanitäter hem met handenvol brandzalf had ingesmeerd bleek hij er gelukkig geen ernstige wonden aan over te houden. Met een koffer vol diverse levensmiddelen kwam hij terug in de Balboastraat, met veel brieven van de achtergeblevenen. Gedurende zeven maanden bleef hij onder doktersbehandeling. In 1942 kwam Henri Descornez ook terug, volgens Theo gevlucht voor de Duitsers. Theo vermoedt dat hij zwart handelde en misschien betrapt is, waardoor hij genoodzaakt was te vluchten om straf te ontlopen. Later is dat gedeeltelijk bevestigd, maar ook zijn houding tegenover de crew en zijn omgang met de Duitsers is daaraan niet vreemd geweest. In 1942 meldde Theo zich weer hersteld bij het arbeidsbureau, waardoor hij onmiddellijk weer zou worden uitgezonden. Inmiddels had Henri Descornez weer connecties aangeknoopt met de Wehrmacht en vertoefde veel in kringen van het Museumplein. Toen hij van Theo vernam dat die geen zin meer had om naar een staalfabriek te worden uitgezonden, heeft Henri Descornez hem meegenomen naar de Jan Luykenstraat en daar bewerkstelligd dat hij elders te werk gesteld zou worden. Hij kwam zo mogelijk in een nog ergere situatie terecht, want hij werd uitgezonden naar Strassbourg om, onder strenge bewaking, vliegtuigonderdelen te maken. Het eten en drinken waren abominabel. Na vier weken werken was hij het allang zat en wist hij te ontsnappen, waarna hij in Stuttgart terecht kwam bij een bevriende relatie uit sportkringen. Die heeft hem toen aanbevolen bij het arbeidsbureau, waardoor hij als huismeester in het Brenn (?) Krankenhaus te werk gesteld werd. Ook Henri Descornez was weer in het buitenland gaan werken. Na eerst voor Cinetone te Duivendrecht te hebben gewerkt als decorateur werd hij spoedig uitgezonden naar Bavariafilm in Oostenrijk. Gedurende die periode heeft hij, volgens ma Descornez, nooit geld gezonden. In 1946 is hij een blauwe maandag in Holland geweest om te melden dat hij een andere vrouw had. Bij de ontstane ruzie is door hem een kluit geld op het buffet gegooid en toen is hij met de noorderzon vertrokken. Ma Descornez werd aangeraden hem als vermist op te geven teneinde een betere uitkering te ontvangen, hetgeen geschiedde. Deze gegevens zijn door Theo in grote trekken verstrekt aan het Rode Kruis, zonder medeweten van ma, teneinde het zoeken naar hem te vergemakkelijken. Circa twaalf maanden daarna was zijn adres aan hen bekend. Thiersee 195 of 95 ligt op negen kilometer van Kufstein. Zijn huis stond aan het pad dat is aangegeven in Kufstein als wandelroute naar de “Pendling”.
- wordt vermeld 1942 of 1943 te Duitsland - Tewerkstelling in Duitschland. Datum van vertrek 24-11-1942, werkgever Oberbürgern der Stadt Saarbrücken, paspoort No. 124796, relatie 2 k. 24-10-1929 en 1-4-1931, naam v.d. begunstigde M.C. Descornez-Sondaar, Balboastraat 23 I. Alle uitgekeerde bedragen in het voorjaar van 1943.
- stoffeerder wonende Balboastraat 23 een hoog te Amsterdam, wordt vermeld op 7 juli 1942 te Amsterdam - Aangifte bij politie: hier te stede zijn textielkaart verloren.
- woont Balboastraat 23 een hoog te Amsterdam voor 29 november 1947 - Afgevoerd 29-11-1947 VOW (onbekende bestemming).
- woont te Onbekend na 29 november 1947 - Afgevoerd 29-11-1947 onbekende bestemming.
- wonende te Oostenrijk, wordt vermeld van 1969 tot 1971 te Oostenrijk - Biedt vakantie in Oostenrijk aan in zijn particulier pension, 7 km. van Kufstein. Logies met ontbijt voor plm. f 5,-- per dag. Schrijven aan H. Descornez, Thiersee 195 (Tirol). In 1971 f 5,-- per dag en kookgelegenheid. Limburgs Dagblad: deze annonce zal door zijn zoon Hans zijn geplaatst. Hans woonde in die jaren in Limburg.
- is overleden (ziekte: hartstilstand) op 24 maart 1976 te Thiersee (A) (Wij meenden ons te herinneren dat hij in januari 1976 was overleden, maar zijn kleindochter Jeannette heeft het meestal bij het rechte eind qua feiten en datums. In bron 1912 staat: overleden in februari 1976 in Oostenrijk).
ongedateerd
- wordt vermeld - Er is toestemming tot onzerzoek in de Belgische archieven van de Krijgsraad, maar de vonnissen van Henri Descornez zijn zoek.
- wordt vermeld te België - De naam Descornez (en Descornet) komt van: d'Escornaix, plaatsnaam Escornaix, Romeinse vorm van Schorisse, Oost-Vlaanderen.
- is stoffeerder te Amsterdam.
- Geloof Rooms-Katholiek.
- Met betrekking tot Henri Descornez werd verteld - Ver voor hij in Oostenrijk ging wonen, werkte hij bij een maatschappij die decors bouwde voor allerlei theaterstukken. Dat was een bedrijf in Wenen. Hannie Prantl was stateloos omdat ze in Zuid-Tirol is geboren. Toen Henri Hannie leerde kennen werkte ze als kamermeisje in het hotel waar hij door zijn werkgever was ondergebracht. Hij is diverse keren voor een aantal maanden in Wenen aan het werk geweest voor de oorlog uitbrak. De reden dat hij naar Wenen is gevlucht in de oorlog was juist Hannie en omdat hij vermoedde dat ze weer zwanger was.
- Met betrekking tot Henri Descornez werd verteld - De Descornez spraken van huis uit Frans; ze waren Walen. Loes staat bij dat hij matroos was in de binnen- of zeevaart, na de Eerste Wereldoorlog. Hij was behanger-stoffeerder, zelfstandig, maar had een contract met een huiseigenaar (Reinders) die huizen op de Admiraal de Ruyterweg had. Had een eigen winkeltje (behanger-stoffeerder) op de hoek van de Balboastraat, de Hudsonstraat of de Bartholomeus Diaszstraat. Henri ging in Amsterdam op de Rozengracht wonen, als Belgisch vluchteling opgenomen in een gezin, in 1916 of 1917. Ze woonden later in de Balboastraat 23 een hoog en op nummer 40 (Marie). Op nummer 23 woonden ze bij de ouders van Marietje. Die zijn later verhuisd naar de Bestevaerstraat 12 of 14, waar Henri's schoonzoon Theo Siemons hen nog wel eens heeft bezocht. Was in 1947-1949 figurant bij Bavaria filmmaatschappij in Oostenrijk. Zijn tweede vrouw Hannie kwam uit Süd-Tirol (Vipiteno). Hij is pas na de dood van zijn eerste vrouw hertrouwd, op aanraden van zijn Nedelrlandse dochter Jo Siemons. Hannie zou bij een rondreizend toneelgezelschap hebben gezeten en Henri is steeds meegereisd. De jongste dochter heet Johanna en is nu getrouwd met de rijkste boer van de omgeving. Henri is in januari 1976 overleden. Thiersee is een dorp op zo'n negen kilometer afstand van Kufstein.
- Met betrekking tot Henri Descornez werd verteld - Jeannette had nogal veel onthouden van wat haar moeder over Henri c.s. had verteld (je ziet dat niet alles met de feiten klopt en soms het is moeilijk feit en fictie te onderscheiden, en soms in tegenspraak met andere getuigenissen, zoals die van Henk Descornez). Henri was volgens Jeannette Vlaming, geen Waal, ook al sprak hij vloeiend Frans. Henri Descornez zat voor 1914 in het Vreemdelingenlegioen. Hij was gedegradeerd omdat hij kinderen van de vijand eten had gegeven uit zijn legerrantsoen. Het eerste kind is gestorven aan astma. Jeannette en Loes zeggen dat hij Emil heet. Loes herinnert zich de foto die altijd bij haar oma stond van het kind in zijn kistje. Jo was (artikel 5) Belgische door geboorte. Ze werd Nederlandse door haar huwelijk. Jo heeft altijd te horen gekregen dat zij aanleiding was tot het huwelijk van haar moeder, maar ze moest wel altijd op haar broertjes en zusje passen en hun vader uit de kroeg halen. Opa begon al vroeg te drinken, er was veel ruzie thuis. Oma leed aan epilepsie. Ze sloeg voor zo'n aanval soms alles kort en klein. Een bron van ellende was Rinus, die erg astmatisch was, hij was heel erg ziek en vergroeid, een bochel: een engerd, vond Loes. Hij was een tweede uitgave van zijn moeder: slecht, goor, gemeen en rare, uitpuilende ogen. Rinus wilde na de oorlog niets te maken hebben met Theo in verband met diens vrijwillige werk in Duitsland. Theo had na de oorlog sowieso moeilijkheden door die vrijwilligheid, hoewel hij veel mensen heeft gered van de hongerdood: hij kocht eten in voor het ziekenhuis. Theo was, onder protest van Jo, kort na hun huwelijk, naar Duitsland gegaan. Zes weken later is Jo hem gevolgd in een legertrein, slapende op de knieën van soldaten. Ze kwam laplazarus in Stuttgart aan. Ze hebben gewoond in een Duits diaconessennoodhospitaal. Theo maakte ook veel ellende mee, zoals kinderlijkjes ruimen na een bomaanval op het kinderziekenhuis in Stuttgart. Henri is vlak voor de hongerwinter nog in Nederland geweest. Hij was niet welkom: meer monden om te voeden. Oma dreigde hem aan te geven bij de Gestapo. In de late herfst van 1944 is hij voor de tweede keer weggegaan uit Nederland, per fiets gevlucht. Hannie bleek zwanger te zijn van Heini. De kinderen van Henri en Hannie zijn (1) Heini (Heinrich) Prantl, (2) Hans (Johannes) Prantl en (3) Johanna Prantl. Henri en Hannie zijn pas veel later getrouwd. Hannie Prantl heeft twee kinderen uit haar eerste huwelijk: (1) Waltroud (zwakbegaafd) en (2) Machteld. Henri werkte in de oorlog hard voor zijn gezin en stuurde ook geld op. Hij is als het ware verdreven naar Oostenrijk, naar Hannie. Hij was uit gewetenswroeging (?) naar Amsterdam teruggekomen. Henri was 'vermist' omdat zijn vrouw hem als zodanig had opgegeven. Ma heeft hem via het Rode Kruis opgespoord en is in de zomer van 1964 naar Oostenrijk gereisd. Die zoektocht begon in 1962 te spelen. Heini woont nu in Kufstein, als kok; hij woonde daar in ieder geval nog in 1975. Henri Descornez is op 24 maart 1976 overleden, zonder te weten dat zijn dochter Jo ook al was gestorven. Henri had al vier maal een hartinfarct gehad en stierf aan zijn vijfde. Jeannette en ma waren in februari 1975 nog bij hem in Oostenrijk. Jeannette schrijft (1985) nog met Hannie. Hannie is slechts een paar maanden ouder dan ma; ze heet ook Johanna. Haar dochter Johanna is vijf of zes jaar jonger dan Jeannette en ze is geboren toen Henri al in de zestig was. Jeannette noemt haar een 'kleremeid van het zuiverste water”. Hannie was ten gevolge van de Südtirolproblematiek statenloos. Ze was geboren bij de bergen in Merano, dat na de oorlog bij Italië behoorde. Haar kinderen werden in Thiersee met de nek aangekeken. Opa bleef drinken en zwierf kachel door Thiersee. Hannie kon hem nog een beetje aan en ze was zeer bewogen door zijn verleden. Henri's eersteling (dus van voor zijn huwelijk met de oma van Loes en Jeannette) zou bij een Belgisch meisje zijn. Hij viel in ongenade bij zijn ouders en zou daarom naar het Vreemdelingenlegioen zijn gegaan. Jo vond haar vader weliswaar een avonturier en een schuinsmarcheerder, maar ze had toch mededogen in verband met zijn verleden.
- Met betrekking tot Henri Descornez werd verteld - Zijn ouders zouden een winkel hebben gehad en niet geheel onbemiddeld zijn geweest. Henri Descornez zou in de Eerste Wereldoorlog naar ons land zijn gekomen. Als Belgisch militair had hij iets op zijn kerfstok waardoor hij 'vogelvrij' of 'ter dood veroordeeld' zou zijn geweest en zijn asiel in Nederland hebben gezocht. Desertie of iets anders. Is het een Indianenverhaal dat hij insubordinatie had gepleegd en daarbij zelfs geweld had gebruikt tegen een meerdere? En dat nog wel in oorlogstijd. Henri Descornez kwam in ieder geval in Amsterdam wonen. Hij huwde op 27 april 1921 met Marietje Sondaar, bijna een jaar nadat hun oudste dochter Johanna Gemaine (Loes' moeder) was geboren. Het feit dat zij 'aanleiding' was geweest tot dit huwelijk zou de oorzaak zijn geweest van een niet al te plezierige jeugd. In de Balboastraat 23 een hoog kwam Loes als kind nog wel eens bij haar grootmoeder op bezoek. De belevenissen van Henri Descornez en zijn nog jonge gezin tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ook niet duidelijk, alleen dat Jo het huis verliet en op 24 december 1941 trouwde met Theo Siemons en dat zij haar man later volgde naar Duitsland. Rietje trouwde in 1956; Rinus en Henk beiden in 1957. In 1947 werd Henri Descornez zoals dat heet 'afgevoerd' uit het Bevolkingsregister van Amsterdam. Wanneer hij Nederland had verlaten weet ik niet en niemand wist toentertijd waarheen hij was vertrokken. De jongste kinderen waren toen nog niet eens meerderjarig. Dat Loes' moeder nooit eens met hem het verleden had kunnen uitpraten lag haar heel zwaar op de maag. Rond 1965 was zij er via het Rode Kruis achter gekomen waar haar vader verbleef. Loes en ik woonden in de Tilanusstraat toen ma op bezoek ging bij Henri en zijn nieuwe gezin. Hij had zich in Oostenrijk gevestigd, bij Kufstein, waar hij was hertrouwd en opnieuw vader was geworden van een drietal kinderen. De oudste, Heini, hebben we nog wel eens bij ons in Maassluis op bezoek gehad, toen hij Nederland bezocht. Hij vertelde toen dat hij als horecaman in Zwitserland zou gaan wonen. De jongste was Johanna, zij is blijven wonen op de 'boerderij' van haar schoonouders. (Aangepast op grond van latere overlevering). De middelste, Hans, kwam in 1965 met mijn schoonouders mee naar Amsterdam, bleef enige tijd bij hen wonen en vond in Amsterdam een baan als loodgieter, een beroep waarin hij zich, naar ik mij herinner, goed ontwikkelde. Hij ontmoette zijn toekomstige bruid en het laatste dat ik van hem weet is dat zij zich naderhand in Limburg hebben gevestigd. Hans was een stevige vent, donker van uiterlijk, in 1965 zo 'n zeventien jaar oud, die met mij nog wel eens naar mijn judotraining is gaan kijken, wat hij erg leuk vond. Op 24 december 1971, aan de vooravond van Kerstmis, vierden Loes' ouders hun dertigjarig huwelijksfeest en hadden de familie getrakteerd op een avondje uit in 'De Koopermolen' van Henk Elsink, die daar zijn cabaretoptreden had. .Aan tafel zaten, behalve Loes en ik en Jeannette ook Jo's broer en schoonzus Henk en Bep en Jo's zuster Rietje en haar man Ferry. Ik herinner me nu levendig dat toen majoor Bosschaert, de bekende Heilssoldate die de zeemansbuurt van Amsterdam 'bewerkte', in de pauze het podium betrad en samen met het kleine publiek aan de vooravond van Kerstmis wilde bidden. Henk Descornez protesteerde geëmotioneerd tegen haar voornemen om dat gezamenlijk te doen en riep zoiets als 'God die ook niet aan al die joodse kindertjes had gedacht'. Het gezamenlijke gebed ging niet door ook al opperde Henk dat ze best zonder hem mochten bidden. Sindsdien heb ik hem altijd om zijn consequente tolerantie gerespecteerd. Het was die avond daarna nog erg gezellig. Maar wie ook op de bruiloft aanwezig was, was Henri Descornez, een oude man, zeer zwijgzaam en ik twijfelde er af en toe zelfs aan of hij het Nederlands nog wel helemaal begreep, nu hij na bijna 25 jaar weer voor het eerst in Nederland was. Spoedig daarna is hij weer naar huis in Oostenrijk gegaan. Ik weet dat ma daar in de loop der jaren enige malen is geveest en dat ook pa daar enkele bezoeken heeft gebracht. Ook Jeannette is er geweest, meerdere malen misschien wel. Loes en ik zijn hem, sinds die enige ontmoeting, voorgoed kwijtgeraakt. Met zijn zoon Henk Descornez en Bep hebben we nog korte tijd contact onderhouden en Henriette, hun dochter, is nog een keer bij ons in Eindhoven, bij Yvonne komen logeren. Op 5 november 1975 overleed mama plotseling. Een vriend van haar, die als magnetiseur in Amsterdam praktijk uitoefende, voorzag op diezelfde dag dat Henri Descornez zijn dochter spoedig zou volgen, zo vertelde hij mij toen. Of hij werkelijk paranormale gaven bezat of dat hij er maar op gokte dat 82-jarigen niet het eeuwige leven hebben weet ik net, maar korte tijd later hoorden we dat de oude man in Oostenrijk was overleden. Het beeld dringt zich op van een rusteloze man, een beetje een avonturier. En daarom tóch wat interessanter aan de gemiddelde onder ons.
Eigen code:
IX-1 schoonfamilie
Beschrijving
Stand per mei 2014: vanaf Generatie IX (die van de webmaster) zijn uitsluitend toevallige en willekeurige gegevens opgenomen, zonder de opzet compleet te zijn. Dit geldt ook voor alle personen die aan deze Generaties gelieerd zijn, zoals schoonfamilie en andere betrokkenen. Misschien dat in een latere fase nog een poging wordt ondernomen zo compleet mogelijke informatie bijeen te brengen. De achternaam Descornez komt al zie vroeg voor. Zo zien we op de site van MyHeritage een zekerre François Descornez, geboren rond 1550. Op die site ziet men ook veel naamdragers Descornez.
|