Louis Kaas (1940-2002)

61 jaar
 

foto zoon van Abraham Kaas (Ab) en Jeannette de Smitt (Netty)
partner van Remy Rieck
echtgenoot van N.N. (gescheiden)
echtgenoot van N.N.
echtgenoot van N.N.

Vermeldingen

  • is geboren op 12 juli 1940 te Amsterdam.
  • wordt vermeld op 7 september 1943 - Was nog ondergedoken toen zijn moeder op 7-9-1943 werd doorgestuurd naar Auschwitz.
  • wordt vermeld in december 1943 - Louis Kaas kwam, na onderduik in Blaricum en Zwolle, in december 1943 bij het gezin Le Noble in IJsselstein.
  • wordt vermeld 1944 en 1945 te Westerbork - Hij komt voor op de transportlijst Westerbork Gruppe Unbekannte Kinder als Unbekannter Junge - Loekie? Ca. 4 Jahre? (volgnummer 28). Op volgnummer 26 staat: Unbekanntes Maedchen Le Noble? - Gretchen? - 26-9-42? Dit is Greet Troostwijk, die Louis Kaas zijn 'zusje uit het kamp' noemde.
  • wordt vermeld 1944 en 1945 - Louis vertelde dat toen hij in de oorlog, op de boerderij, werd verraden, daar al zonder zijn moeder was. De boerin liet hem beloven dat hij Ludivicus (Loekie) LeNoble heette. In de Euterpestraat, waar zij enige tijd vastzaten, heeft hij, drie jaar oud, haar nog aan het schrikken gemaakt door zijn echte naam te noemen. Via de gevangenis in Utrecht en Westerbork kwam hij in Bergen-Belsen, 'het grote moeras', terecht. Zijn 'pleegmoeder' belandde in Ravensbrück. In Bergen-Belsen kreeg Louis tyfus en longontsteking. Waarom dr. Aronson juist hem redde, zonder te beschikken over medicamenten en tussen honderden die stierven als ratten? Het verbaast hem nog. Misschien omdat de driejarige zo krampachtig weigerde zijn Greetje LeNoble, anderhalf jaar, los te laten. Later zou dr. Aronson, weer terug in Amsterdam, beweren vanwege die ervaring kinderarts te zijn geworden. Dr. Aronson ging op transport naar Theresienstadt en hij nam 'Loekie' en zijn Greetje mee. (Zie voetnoot 1) Toch werden beide laatsten later op transport naar Auschwitz gesteld. Daar aangekomen voelde hij intuïtief dat hij niet in die ene rij moest gaan staan en hij verborg zich met Greetje in de andere, de 'veilige', naar juist bleek. Over de verdere gebeurtenissen en de latere dodenmars door de sneeuw en winterkou, 2000 kilometer terug naar Theresienstadt, schreef ik al eerder. (Zie voetnoot 2) Toen de Russen hen daar ten slotte bevrijdden, moesten zij nog geruime tijd in Theresienstadt blijven, totdat zij van ziekten gevrijwaard waren en gerepatrieerd konden worden. Louis was een skeletje met een velletje er omheen, zegt hij. Ze gingen eerst naar Praag en toen via Zwitserland en Frankrijk kwamen ze in Sittard aan. Louis slaapt 's nachts van 3.00 tot 5.30 uur. Alleen zo kan hij de nachtmerries verwijden. Drie huwelijken kapot en een ontembare energie om vooral maar bezig te zijn. Een black-out omstreeks zijn vijftiende, de hartaanval op zijn negenentwintigste en psychiaters die hem waarschuwen voor een volgende. En een gesloopte rug, die hem nog eens invalide dreigt te maken. Als je met hem praat weet je wat er allemaal met hem is gebeurd, maar het beseffen is bijna onmogelijk. (Voetnoot (1) Volgens de documentatie ging de gehele groep Unbekannte Kinder 'gewoon' mee op transport naar Theresienstadt; (2) Louis moet bijna wel rapportage van na de oorlog vermengd hebben met zijn eigen ervaringen. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat hij in Auschwitz is geweest en de dodenmars heeft meegemaakt. Zie uitleg op de persoonskaart. De schrijfster Daphne Meijer heeft me uitgelegd hoe dit denkbeeld mogelijk kon ontstaan.).
  • wordt vermeld 1944 en 1945 - In naoorlogse rapporten heeft hij het kamp Auschwitz nooit genoemd.
  • wordt vermeld 1944 en 1945 - Klaartje Piller was het derde '51' kind dat bij Karin van Ingen onderdak vond.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Louis Kaas vertelde dat, toen ze waren verraden en werden opgepakt, hem werd hem ingeprent dat hij nooit mocht zeggen dat zijn achternaam Kaas was en dat hij eigenlijk Levi heette. Een vriend van de familie zou er in zijn geslaagd in Westerbork zijn naam officieel te hebben laten veranderen. In de Burgerlijke Stand heet hij nu dan ook Louis en niet Levi, zoals hij is geboren. Als Loeki Lenoble is hij op transport gegaan en later werd hij Loeki Israel genoemd.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Louis Kaas vertelt dat zij na de deporatie van zijn vader moesten vluchten; kwamen in de buurt van IJsselstein. (zie voetnoot 1) Een groep van 22 mensen werd verraden door de man van de vrouw die hen herbergde. Louis moest Lodewijk Lenoble heten en was zogenaamd het zoontje van die vrouw. Eerst ging het naar de Euterpestraat, waar ze enige tijd in de kelder huisden. Vandaar naar Westerbork. Naar Bergen-Belsen. Toen naar Auschwitz; daar werd hij gered door onder de rokken in de goede rij te kruipen. Tegen de bevrijding maakten ze de voettocht van 2000 kilometer naar Theresiënstadt; wie afhaakte werd doodgeschoten. (zie voetnoot 1) Hij heeft de hele oorlog zijn "zusje" aan de hand gehouden. (Voetnoot 1) Niet uitgesloten dat ik de volgorde niet juist noteerde: er was geen vlucht na de deportatie van zijn vader; pas veel later kwam hij in IJsselstein terecht. (Voetnoot 2) Over de onwaarschijnlijkheid van Auschwitz en de voettocht is elders genoteerd) Het 'zusje' is Greetje Troostwijk; zij heeft daar - uiteraard, gezien haar leeftijd toen - geen herinneringen aan.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Het verhaal precies opgetekend uit de mond van Louis Kaas, zoals hij het nu (1999) opnieuw vertelt. Hij zat eerst in Auschwitz. Hij herinnert zich de 2000 kilometer lange voettocht naar Bergen-Belsen, in de sneeuw, de wegen bezaaid met doden. De Duitsers hadden het kamp ontruimd en dreven de gevangen voor de Russen uit naar Bergen-Belsen. (zie voetnoot 1) Louis is er nog verbijsterd over hoe hij met het kind aan zijn hand, volledig uitgemergeld, die tocht heeft kunnen volbrengen. Greetje Troostwijk heette zij. Ze is de dochter van hun (verraden) onderduikmoeder. (zie voetnoot 2) In Bergen-Belsen kreeg Louis tyfus. (zie voetnoot 3) Hij is er doorheen geholpen door een joodse arts, dokter Aronson. Deze arts is later in Amsterdam kinderarts geworden en heeft Louis wel eens verteld dat hij de inspiratie is geweest om die medische richting te kiezen. Daarna met de trein naar Theresienstadt. In Zwitserland is hij op krachten gekomen en in 1947 keerde hij naar Nederland terug. (ze voetnoot 4) (Voetnoot 1) Aantekeningen over Auschwitz en de voettocht staan elders); (Voetnoot 2) Greetje was geen kind van de onderduikmoeder, maar net als Louis een ondergedoken kind; (Voetnoot 3) Tyfus is niet uitgesloten; in naoorlogse documentatie staat echter dat hij in de kampen niet ziek is geweest); (Voetnoot 4) Hij keerde in 1945 naar Nederland terug. P.S.: deze keer exact opgeschreven wat Louis vertelde.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Op de begrafenis van Louis Kaas werd ook gesproken door Hans van den Broeke, die ik herkende van de documentaire 'Unbekannte Kinder' (zie journaal 27-5-2001). Hij vertelde dat Louis deel had uitgemaakt van die groep en dat hij de reünie regelmatig bezocht. Dit verwarde me zeer. Louis heeft me, voor zover ik me herinner, nooit daarover verteld. Wat dan ook niet kan kloppen is dat hij in Auschwitz is geweest. De groep Unbekannte Kinder is eerst naar Bergen-Belsen gebracht en daarna naar Theresienstadt. In Westerbork werd Louis Loekie Israël genoemd.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Greet Troostwijk is degene over wie Louis altijd vertelde (het meisje met wie hij hand in hand door de oorlog wandelde). Zij meldt: in 1978 heb ik Louis Kaas voor het eerst ontmoet tijdens het 25-jarig huwelijksfeest van onze onderduikmoeder Karin van Ingen (Le Noble) te Millingen a.d. Rijn. Karin had Louis en mij opgespoord; het weerzien was bijzonder emotioneel; Louis riep: 'ik heb mijn zusje teruggevonden'. Louis en ik hebben nog enige maanden contact met elkaar gehad, daarna is er weer summier contact geweest naar aanleiding van het verschijnen van het boek en de film over de Onbekende Kinderen. (Meer informatie in het boek Onbekende Kinderen van Daphne Meijer, vanaf blz. 149.) Karin was gedurende de oorlog het onderduikadres van o.a. Louis en mij. Karin nu in de negentig en wonende in Millingen aan de Rijn Heerbaan 101, was tijdens de oorlog getrouwd met een zekere Le Noble (uit IJsselstein). Deze Le Noble zo bleek later had connecties met de SS en heeft destijds alle onderduikers die Karin onderdak had gegeven verraden. Dat was de reden van Louis' en mijn deportatie met uiteindelijk toch nog goede afloop. Na de oorlog is Karin toen van deze Le Noble gescheiden en hertrouwd met John van Ingen. Samen hebben John en Karin toen jaren in Zweden gewoond en hebben daar o.a. een boerderij gehad. Nadat Karin begin jaren zeventig besloot om zeven Duitse kinderen (uit een gezin) te adopteren en de Zweedse overheid dat niet toestond, besloot ze met het hele 'gezin' naar Nederland te verkassen, waarna zij mij in 1974 op het spoor kwam, maar dat is een verhaal op zichzelf. Overigens ben ik net als Louis de enige van ons gezin geweest, die deze hel heeft overleefd. Mijn moeder (Annie Samuel) en mijn broertje (Ivor Arnold) zijn allebei begin 1944 overleden in Auschwitz. Mijn vader (Bram Troostwijk) is in april 1945 in Duitsland overleden. Naast Bergen Belsen en Theresienstadt is een verblijf in Auschwitz, zoals Louis dat vertelde, hoogst onwaarschijnlijk, hij heeft mij indertijd hetzelfde relaas gedaan. Na de eerste ontmoeting met Louis (in 1978) zijn we elkaar weer uit het oog verloren, mede door Louis' scheiding van zijn vrouw Esther Carlier. Eind jaren zeventig, weet ik nog te melden, ontmoette Louis tijdens een treinreis Lidy Stoppelman, waarmee zoals ik heb begrepen de laatste jaren weer een hernieuwde relatie had.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Daphne Meijer, schrijfster van 'Unbekannte Kinder', over Louis Kaas: Ik kan er niet zoveel over zeggen. Ik heb in de loop der jaren wel pogingen gedaan hem op te sporen, maar uiteindelijk is het pas gelukt nadat ik al klaar was met de opnamen van de film en het schrijven van mijn boek. Ik heb hem wel ontmoet, vorig jaar tijdens de presentatie van mijn boek in Westerbork. Het Auschwitz verhaal komt me wel bekend voor, en ik heb er ook wel een verklaring voor. Een aantal Onbekende Kinderen heeft nadien het idee gehad in Auschwitz te zijn geweest. De meest voor de hand liggende verklaring is dat ze naderhand hun geheugen hebben opgebouwd met behulp van beelden die ze later hebben gezien. De Auschwitz beelden zijn heel bekend, zoals u weet. Ik heb zelf ook wel eens van Birkenau gedroomd, terwijl ik geboren ben in 1961 en er nooit geweest ben. Dat kan een psychologische verklaring zijn, de bekendheid van die filmbeelden. Het is ook zo dat de groep van de Onbekende Kinderen, waar Louis Kaas toe behoorde, een aantal ervaringen heeft meegemaakt die lijken op Auschwitz. Ze zijn gebombardeerd, hebben moeten vluchten uit een trein, hebben mensen die uit Auschwitz afkomstig waren gezien in Theresienstadt, hebben in een Auschwitz-achtige omgeving gewoond in Theresienstadt. Dat is aantoonbaar. Bovendien is het ook zo dat weliswaar niet is aangetoond dat ze ooit in Auschwitz zijn geweest, maar dat niemand ook honderd procent zeker kan stellen dat ze er NIET zijn geweest. Het is theoretisch mogelijk dat die trein, die er drie dagen over heeft gedaan om van Bergen-Belsen bij Hannover naar Theresienstadt te komen, in de buurt van Auschwitz is geweest, of een ander kamp, en is gesommeerd door te rijden. Van deze reis is namelijk vrijwel niets bekend, behalve de herinneringen van de kinderen aan bombardementen en zo. Al het papierwerk over deze reis is weg. Hoe die trein precies is gereden is nooit meer na te gaan. Ziet u de nuance? Nu brengt u mij in een lastig parket. Als iemand zegt dat ie in Auschwitz is geweest, ga ik niet zeggen dat het niet zo was, ook al vind ik de kans niet aannemelijk aangezien allerlei geschreven en mondelinge bronnen beweren dat de kinderen het traject Westerbork-Bergen-Belsen-Theresienstadt hebben afgelegd. Wat ik wel weet is dat Louis Kaas een Onbekend Kind was, hij is samen met twee andere Onbekende Kinderen (Greetje en Klaartje) verraden en met de andere Onbekende Kinderen opgedoken in Theresienstadt. Wat Louis zich herinnerde van zijn verblijf in de kampen, daar kan ik me niet in mengen. Ik weet inmiddels wel dat het voor mensen soms eenvoudiger is om te zeggen dat ze in Auschwitz waren, dan in Theresienstadt, omdat Theresienstadt volledig ten onrechte overigens het stigma heeft een soort gezellig modelkamp te zijn geweest, waar het zo fijn was en niemand honger leed. Dat kan er mee te maken hebben. Als je Auschwitz zegt, houdt iedereen tenminste direct zijn mond. Ik weet niet of ik u hiermee van dienst geweest ben. Ik hoop dat ik uw zorgen een beetje heb verlicht.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Chaja Verveer (maakte deel uit van het transport 'Unbekannte Kinder': Ook zij is (2002) verward door het verhaal van Louis Kaas en Auschwitz. Het klopt niet echt. Er zijn zoveel vragen die niet beantwoord kunnen worden.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld 1944 en 1945 - Greet Troostwijk vermeldt: het ongelofelijke verhaal van Rob (haar echtgenoot) en zijzelf. 'Afgelopen mei precies een jaar geleden kwamen we er (ook weer via Hans v.d. Broek) achter, dat de 'Robert' op de lijst van de Onbekende Kinderen, mijn Rob is. Dat betekent, dat we als kind samen vanuit Westerbork gedeporteerd zijn en als kleuters in Theresienstadt hebben gezeten. Zonder dat we dat van elkaar wisten zijn we ondertussen al 37 jaar met elkaar getrouwd'.
  • Toelichting/commentaar - Een mogelijke verklaring voor verminking van herinneringen en vermenging met latere waarnemingen. Dit kan psychologisch worden verklaard door bijvoorbeeld de tekst 'Trauma en herinnering' (Uit: Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, 2001, Douwe Draaisma, isbn 90 6554 470 4).
  • wordt vermeld op 20 juni 1944 - Op 20-6-1944 werden hij, zijn pleegmoeder en Greetje Troostwijk gearresteerd.
  • Omtrent Louis Kaas wordt een gebeurtenis vermeld op 20 juni 1944 - Opgepakt als onderduiker en in Westerbork ondergebracht.
  • werd gedeporteerd op 1 juli 1944 naar Westerbork - Als onbekend kind nummer 35. Hij droeg de naam Loekie. Werd ondergebracht in barak 35: het weeshuis. De onbekende kinderen werden net zolang in het weeshuis vastgehouden, totdat hun ware naam was achterhaald. De kinderen werden door Duitse rechercheurs ondervraagd. Toen de geallieerden oprukten en de laatste transporten uit kamp Westerbork vertrokken, moesten ook de vijftig onbekende kinderen mee.
  • werd gedeporteerd op 1 juli 1944 naar Westerbork - Op 1-7-1944 belandden Louis Kaas en Greetje Troostwijk in Westerbork.
  • Loekie Israël wordt vermeld na 1 juli 1944 te Westerbork - Louis werd in Westerbork, wegens ontbreken van persoonsgegevens, Loekie Israël genoemd.
  • Omtrent Louis Kaas wordt een gebeurtenis vermeld op 13 september 1944 te Westerbork - Op transport gesteld naar Bergen-Belsen.
  • werd gedeporteerd op 13 september 1944 naar Bergen-Belsen (D) - Op 13-9-1944 vertrok het transport naar Bergen-Belsen.
  • werd gedeporteerd op 13 september 1944 naar Bergen-Belsen (D) - Daar zou het onderzoek naar hun identiteit worden voortgezet. Of dit ooit is gebeurd is onbekend.
  • Omtrent Louis Kaas wordt een gebeurtenis vermeld op 17 november 1944 - Op transport gesteld naar Theresienstadt, waar hij tot de bevrijding bleef.
  • werd gedeporteerd op 17 november 1944 naar Theresienstadt (CZ) - De reden waarom de kinderen werden doorgestuurd naar Theresienstadt is onbekend. Het was net op tijd. Anders hadden Loekie en zijn lotgenoten de oorlog waarschijnlijk niet overleefd.
  • wordt vermeld in 1945 - Louis kwam na terugkomst in Nederland terug bij de melkboer Le Noble in IJsselstein en werd daar weggehaald omdat men die omgeving niet geschikt voor hem achtte. Dit mede op aandrang van de zussen van Louis' moeder, die zijn opvoeding ter hand wilden nemen, zoals beloofd aan Netty. Hij had daar ook waterpokken.
  • wonende te Amsterdam, wordt vermeld na 1945 te Amsterdam - Aleksander Wlodzinierz Askensy, Minervaplein 5, geboren 18-11-1906 Troppau Oostenrijk, verkoopleider, Nederlandse nationaliteit, was voogd over Louis Kaas. In 1960 is hij ook voogd over Leo S. de Smitt, maar die woont niet bij hem (volgens het jokosdossier).
  • wordt vermeld na 1945 - Louis woonde eerst bij tante Rachel de Smitt (zij werd Chelly genoemd); daarna bij tante Sophia en haar man. De heer Askenasy reisde veel. Zij hadden een dienstbode op wie Leo erg gesteld was.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld na 1945 - Louis Kaas vertelt dat, toen hij het kamp uit kwam, een volwassen man was. Hij heeft in veel gezinnen gewoond als oorlogswees. Als kind had hij op weg van school naar huis, vice versa, grote angst als hij een straat moest passeren. Later bleek dat die straat in de oorlog Euterpestraat heette. Rond zijn vijftiende heeft hij twee jaar lang een inzinking gehad ('totaal weggeweest'). Hij slaapt nog zeer slecht vanwege alles dat hij heeft gezien en meegemaakt. Voor zijn dertigste had hij al een hartaanval. Verleden jaar is hij geopereerd aan een hoge hernia, als gevolg van twee maal een val toen hij (omdat hij brood had geroofd) van de uitkijktoren werd gesmeten. Er zijn twee huwelijken op stuk gelopen. Pas in dit huwelijk (zegge 1984) is hij gaan praten.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld na 1945 - Het leven is na de oorlog rumoerig gebleven voor Louis. Ik kan mij maar een stukje van zijn relaas herinneren. Hij kwam bij de familie Askenazy. Deze familie verhuisde in 1950 naar Amerika, uit angst voor de opschudding rond de oorlog in Korea. (Dit blijkt in 1953 te zijn geweest.) Ze zijn later wel teruggekomen (dit blijkt in 1955 te zijn geweest), maar intussen kreeg Louis onderdak in Wapenveld, bij de moeder van een dienstbode van de familie Askenazy. Later ging hij naar de Quaker school in Zwolle.
  • Omtrent Louis Kaas wordt een gebeurtenis vermeld op 14 juni 1945 - Teruggekeerd in Nederland.
  • wordt vermeld rond 1953 - Volgens Louis draaide hij op dertienjarige leeftijd volkomen door is werd een der eerste LSD-patiënten van professor Bastiaans.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld in 1964 - Zijn tante Bep Kaas vertelt in 1984 dat zij hem het laatst gezien heeft in 1964. Ze is nu opgehouden hem te schrijven. Hij woonde in Beierland en is opgevoed in Amsterdam. Is nu 44 jaar en getrouwd. (Zie bron 0660): ik spoorde hem op en hij was zeer enthousiast over de poging tot contact van tante Bep. Hij had haar al jarenlang geschreven, maar brieven kwamen nooit aan; ook via een Argentijnse kennis van de Joodse gemeente aldaar geprobeerd: alles tevergeefs. Hij zegt dat tante Bep en hij de enige overgebleven "Kaas" zijn.
  • woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Oud-Beijerland voor 15 maart 1971 - Volgens Bevolkingsregister Oud-Beijerland.
  • woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Josephstraat (Rotterdam) 49 A te Rotterdam na 15 maart 1971 - Volgens Bevolkingsregister Oud-Beijerland.
  • woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Rotterdam van 15 maart 1971 tot 2 februari 1983 - Volgens Bevolkingsregister Rotterdam.
  • woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Karn (Monnickendam) 32 te Monnickendam na 2 februari 1983 - Volgens Bevolkingsregister Rotterdam.
  • woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) Karn (Monnickendam) 32 te Monnickendam in 1984 - Louis vertelt dat hij net getrouwd was; zijn derde huwelijk.
  • Geloof Nederlands-Israëlitisch - Louis vertelt dat hij lid van de synagoge is.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld in 1984 - Louis Kaas vertelt dat hij gebrouilleerd is met zijn moeders familie.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld op 2 september 1984 te Monnickendam - Louis Kaas vertelt dat zijn zoon (uit vorig huwelijk) Tamir (= palm) is genoemd, als symbool dat hij overal zal kunnen groeien.
  • wordt vermeld op 9 augustus 1985 - Hem op verzoek van zijn tante Bep Kaas opgespoord: bij de derde modezaak was het raak: Austin Weed Pelger. Louis bleek ziek te zijn, maar ik kreeg het telefoonnummer: 02995-1578. Daar bleek hij, in Monnikendam, in te wonen. Hij was thuis. Had geen zin gehad om met alle ellende van de scheiding contact te hebben. Wou aanstaande dinsdag naar Barcelona gaan (daar woont Bep's zoon Walter), maar kan waarschijnlijk niet vanwege zijn rugklachten. Had nog een tijd met veel narigheid op kamers in Amsterdam gewoond.
  • wordt vermeld op 8 september 1985 - Louis is een fijne vent; Loes is op hem gesteld geraakt en Yvonne, die ik na het eten naar huis bracht, zowel als Natasja, na Louis' vertrek nadien, vonden hem een zachte man. Ik denk omdat hij het leven naar waarde schat en de dood te vlug af is geweest, maar wel op het nippertje. Louis is een uiterst enerverend mens en na zijn bezoek ben je afgemat. Maar je hebt ook onzegbaar veel geleerd, ingevoeld.
  • wordt vermeld op 8 september 1985 - Louis probeert nu opnieuw contact te krijgen met zijn negenjarige zoon, een contact dat zijn vrouw Lydia niet meer wilde. Contact was nu twee jaar geleden al verbroken. Tamir, zijn zoon, is van Esther, Louis' tweede vrouw.
  • ondertekent een familieannonce op 28 november 1992 wegens: Bij het overlijden van zijn tante Sophia de Smitt. Met hem ondertekenen Tamir en Remi.
  • wordt vermeld in 1993 te Monnickendam - We maken met Bep en Juan bij Louis Kaas een wandeling door Monnickendam. Worden uitgenodigd in een woning in het centrum; een vooroorlogse stijl uitademende, diepe woning, warm en klassiek ingericht, waarin een oude Joodse dame woont die de oorlog heeft overleefd. Bij de ingang hangen aan de muur ingelijste, gedroogde grashalmen, die op de ashopen van Sobibor waren ontsproten. Deze dame behoort tot kennissenkring van Louis. Zij brengt haar ervaringen over op de hoogste klassen van lagere scholen, om het besef te helpen vergroten dat dingen als Sobibor nooit meer mogen gebeuren. Ook aan ons vertelt ze van alles. Over hoe ze werd weggehaald uit het getto, haar tewerkstelling bij de transportdienst in Westerbork, de dag dat zij haar eigen ouders op de trein naar Polen heeft moeten zetten; zij laat ons de briefkaart lezen die zij nog uit de trein hebben kunnen werpen. Op beheerste toon en met zachte stem leest zij, sober en kennelijk ongeëmotioneerd, het verhaal voor dat zij ook aan de schooljeugd vertelt. De reacties van Louis en Bep zijn heel verschillend. Bep duwt het weg, kijkt zeer gespannen. Louis barst in een huilbui uit die het relaas tot het einde begeleidt. Hij is ontroostbaar. Bep roept hem enkele malen toe, dat hij het huis moet verlaten; hij kan er immers niet tegen. De rest van het gezelschap krijgt haar kalm en de dame voltooit rustig haar betoog. Zowel Bep als Louis worstelen op de hun eigen wijze met deze oprakelingen, die nooit meer te vermijden zullen zijn. Bep heeft zo haar eigen nachtmerries over het verleden, die niet willen weggaan.
  • wordt vermeld in 1993 te Monnickendam - Toen we Bep Kaas in Monnickendam ophaalden was dat tevens het moment dat we Louis na vele jaren weer ontmoetten, zijn huidige woning konden aanschouwen en Remy en Louis' zoon (uit zijn tweede huwelijk) leren kennen. Louis is sterk veranderd sedert wij hem voor het laatst ontmoetten. Toen was hij donker, goed geschoren en relatief slank, zij het stevig van postuur. Nu is zijn haar grijs, evenals zijn volle baard en zijn buik welft fors zichtbaar over de andere niet al te slanke lichaamsdelen. Louis' huis ligt van onder tot boven vol gestapeld met handelswaar en voedsel. In de woonkamer en de keuken kun je letterlijk nagenoeg geen pas zetten en boven is de opeenstapeling van ongetwijfeld voorgoed onvindbare spullen overweldigend. Deels is dit koopwaar, die Louis en Remy verhandelen op de zwarte markt in Beverwijk en anderszins. Er is ook op elke vrije plek een enorme hoeveelheid voedsel opgeslagen. Bep vertelt dat Louis als kind altijd als een kat zijn voedsel beschermde, overblijfsel uit Auschwitz en dat zijn huidig hamsteren daar meer te maken zal hebben. Remy lijkt ons een aardige en goede vrouw voor Louis, hetgeen ook zichtbaar werd tijdens zijn huilbui bij de Joodse vrouw. Zij is zijn vierde partner, na drie eerdere huwelijken. De eerste raakte verslaafd aan drugs, het tweede huwelijk raakte ten einde en wordt door Louis in verband gebracht met haar feministische activiteiten. De derde, die wij indertijd nog kortstondig hebben leren kennen, was aan de drank en wilde niet verder met Louis leven. Louis had mijn vader gebeld, in verband met de afspraak voor Beps bezoek, en heeft gezegd mijn ouders weer eens te bezoeken.
  • wordt vermeld op 23 januari 1993 - Louis is indertijd ontslagen bij de modezaak in de Kalverstraat, omdat dit bedrijf werd overgenomen.
  • wordt vermeld op 23 januari 1993 - Louis vertelt dat zijn derde huwelijk indertijd is stuk gelopen. Toen zijn schoonvader, op wie hij heel gesteld was geweest, gestorven was is zijn vrouw enige tijd bij haar moeder ingetrokken en wilde uiteindelijk niet bij Louis terug. Hij heeft toen tijdje in Amsterdam gewoond en later bij een vriendin in Monnickendam op kamers gegaan. Dat beviel zo goed, dat ze uiteindelijk besloten hebben om te gaan samenwonen; nu al weer geruime tijd zo. Ze konden beiden niet goed op zichzelf leven; bij Louis komen dan altijd weer de nachtmerries van de tweede wereldoorlog opzetten. Sedert juli is ook Louis' zestienjarige zoon bij hen komen wonen.
  • wordt vermeld op 23 januari 1993 - Louis' hoge hernia was nog altijd dermate ernstig dat hij leeft van de WAO en een aanvullende uitkering. 's Zaterdags staat hij met twee stands op de zwarte markt in Beverwijk en verdient zo wat bij en heeft daarbij iets om handen, geholpen door zijn vriendin Remi.
  • wordt vermeld op 23 januari 1993 - Louis Kaas reageerde op de rouwannonce die ik had gezien ter gelegenheid van de zuster van zijn moeder. Zei dat hij haar sedert twee jaar opnieuw had opgezocht, na jaren verwijdering. Had contact verbroken vanwege zijn verhouding tot zijn voogd, de man van zijn tante. Die had volgens hem zijn leven en dat van zijn neefje grondig verpest. (Zie voetnoot) Twee jaar geleden werd hem verteld dat zijn tante dement was geworden en dat later zijn oom (Askenasy) zelfmoord had gepleegd door van een flat te springen. Door het wegvallen van die barrière voelde hij zich vrij zijn tante te bezoeken, maar hij kan niet zeker weten dat zij hem nog herkende door haar ziekte. Tot de andere ondertekenaars van de advertentie behoorden twee andere zusters van Louis' moeder, die de oorlog hadden overleefd. Eigen commentaar: vreemd, want er staat maar één zuster. (Voetnoot - Die neef, Leo de Smitt, ontkent dat zijn leven verpest was. Wel waren de oom en tante niet zo 'vaderlijk' en moederlijk.).
  • wordt vermeld op 23 januari 1993 - Ik heb gebeld omdat Bep Kaas graag zijn adres wilde. Bleek dat Louis verscheidene malen een gesproken brief had gestuurd, maar kennelijk is iets mis gegaan. Heb Bep Louis' adres gegeven en Louis dat van Bep.
  • wordt vermeld op 28 mei 1994 - Louis kreeg ooit een erfenis vanwege zijn verwantschap in de zestiende graad met een aangetrouwde Sijes (Judith Stork, vrouw van Abraham Kaas (Louis' overgrootvader; overleden in 1890) hertrouwde op 4 november 1891 met David Sijes (geboren 5 maart 1843).
  • wordt vermeld op 28 mei 1994 - Louis eerste vrouw heette Ciska, zijn tweede Esther (moeder van Tamir).
  • wordt vermeld op 28 mei 1994 - Van hun bezoek aan mijn ouders zegt Louis dat hij van niemand zoveel te weten komt over zijn ouders als van mijn vader.
  • wordt vermeld op 28 mei 1994 - Wij vinden Louis en Remi Kaas lieve, open en eerlijke mensen, maar dermate beschadigd dat ze uitermate indringend en vermoeiend bij ons overkomen. Louis door zijn Auschwitz-verleden, waardoor zijn hele bestaan daarna in het teken staat van ontwrichting. Misschien daardoor stort hij zich de godganse dag in vooral verbale overactiviteit. Rémy heeft op haar manier ook een te verwaarloosde jeugd gehad en dat uit ze in gedag waarbij we voortdurend onze wenkbrauwen optrekken. Jammer, verder gaan we heel leuk elkaar om en we mogen elkaar ook. Overigens vinden we Louis, vergeleken met onze eerste kennismaking, halverwege de tachtiger jaren, toch wel vooruitgegaan. Maar het zal altijd een man blijven die verstoord blijft door zijn trauma. Zo kan hij nog steeds niet zien dat eten wordt weggegooid: je moet oppassen hem niet té veel voedsel voor te zetten, want hij eet het op tot hij er beroerd van is geworden; weggooien van voedselresten maakt hem lijfelijk zeer onwel.
  • wordt vermeld in 1998 - Hij kwam via vrienden in telefonisch contact met Jacques (Jacob) Kaas, een hem onbekend familielid, tandarts, die in Londen woonde maar ook in Amsterdam een etage had, in de Leidsestraat. Jacques wilde Louis graag ontmoeten, maar ging eerst nog met zijn vrouw vliegen in Zuid- of Midden-Amerika. Daar is hij toen neergestort.
  • wordt vermeld op 10 juni 1998 te Amsterdam - Bij de uitvaart van Remi vertelde een tante van hem mij nog een mij onbekend verhaal, dat ik met grote reserve opschrijf. Louis zou een tweelingbroertje hebben gehad, dat samen met hem in Auschwitz is terecht gekomen en dat ten prooi is gevallen aan Dr. Mengele, die experimenten op hem heeft uitgevoerd en waaraan hij is overleden. Louis' leven zou er aan te danken zijn geweest dat hij tyfus kreeg (dat had ik al eerder gehoord) en daardoor niet 'in aanmerking kwam' voor Mengele. Ik zal zien of die 'tweelingkwestie' bij papa bekend is. Mijn vader toonde zich later verbaasd dat Louis nog een tweelingbroer gehad zou hebben en meldde dat hij dat dan wel zou hebben geweten, gezien de contacten met Abraham Kaas. Voetnoot: een voorbeeld hoe allerlei verhalen een eigen leven gaan leiden. Over Auschwitz en tyfus heb ik elders al geschreven. Louis' neef Leo de Smitt vertelde dat Louis er inderdaad één van een tweeling was; de andere was doodgeboren.
  • wordt vermeld in 2001 - Louis Kaas belde voor het e-mail adres van Susy Yombalakian. Na moeilijke jaren ten gevolge van het overlijden van Rémy heeft hij nu een nieuwe vriendin: Gesina. Ze gaan samen naar de misjpoge in Miami. Bep en dochter Lolita zijn er ook.
  • wordt vermeld op 10 januari 2001 - Na moeilijke jaren ten gevolge van het overlijden van Rémy heeft hij nu een nieuwe vriendin: Gesina.
  • is overleden (ziekte: hersenvliesontsteking) op 28 mei 2002 te Monnickendam (Annonce ondertekend te Monnickendam door zijn zoon Tamir Kaas en te Zandvoort door zijn partner Lidy Stoppelman: Overleden te Monnickendam 28-5-2002 Louis Kaas, geboren 12-7-1940 te Amsterdam, ondertekend te Monnickendam door zijn zoon Tamir Kaas en te Zandvoort door zijn partner Lidy Stoppelman, correspondentie-adres: (Louis' woonadres): Lameroen 7, 1114 ZT Monnickendam, begraven op begraafplaats Westerveld te Driehuis-Westerveld).
  • wordt vermeld op 3 juni 2002 te Driehuis-Westerveld - Op Driehuis-Westerveld Louis Kaas ten grave gedragen. Louis is op 28 mei overleden. Hij had eerverleden week pijn gekregen aan zijn nek en achter het oor. De arts dacht aan middenoorontsteking en schreef medicijnen voor, maar op zondagavond werd hij zo ziek dat hij naar het ziekenhuis is gebracht. Daar bleek hij hersenvliesontsteking te hebben en daaraan is hij op dinsdag overleden, 61 jaar oud.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld op 3 juni 2002 - Op de begrafenis van zijn vader sprak Tamir, de zoon van Louis, geroerd, warm en mooi over hem. Het ging er vooral over dat Louis, door zijn oorlogsverleden, niet kon omgaan met zijn verdriet en zijn liefde. Daardoor was het ook moeilijk een band te vormen tussen hen. Datgene wat Tamir over zijn vader wist, hoorde hij meestal van anderen. Als kind kon Tamir dat niet echt begrijpen. De twee laatste jaren zijn vader en zoon echter veel nader tot elkaar gekomen, maar toch besluit Tamir dat zowel vader als zoon elkaar nog zoveel hadden willen zeggen. Tamir vertelde ook over zijn familie, die verspreid over de wereld woonde.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld op 3 juni 2002 - Tamir, de zoon van Louis Kaas, had gebeld met een kleindochter van tante Bep en in Buenos Aires zou men vervolgens beslissen of en hoe tante Bep zou worden ingelicht. Zij is depressief ten gevolge van de zware levensomstandigheden die momenteel in Argentinië heersen. (zie voetnoot 1) Verder vertelde Tamir dat een neef van Louis, Leo, met zijn gezin naar Marseille was geëmigreerd om daar geheel religieus te kunnen leven. Omdat zowel Louis als Tamir wisten dat zijzelf niet meer volgens het Jodendom konden leven was het ook met de familie in die stad tot een verwijdering gekomen. (Voetnoot 1: men heeft tante Bep nooit ingelicht.) (Voetnoot 2: Leo de Smitt, neef van Louis, meldde dat zijn studie de reden was om, na in Israël gewoond te hebben en naar Europa te zijn teruggekeerd, zich in Marseille te vestigen; niet om religieuze redenen. Bovendien was er geen sprake van verwijdering: Louis is nog op bruiloften van Leo's kinderen geweest. Op een gegeven ogenblik was Louis echter onbereikbaar. Eigen aanvulling: Louis maakt in Monnickendam wel degelijk deel uit van de Joodse gemeenschap en is op Joodse wijze ter aarde besteld.).
  • is begraven op 3 juli 2002 te Driehuis-Westerveld (Begraafplaats Driehuis-Westerveld).
  • wordt vermeld in 2016 - Leo bezoekt op Driehuis-Westerveld het graf van zijn neef Louis Kaas. Na lang zoeken had hij de plek gevonden, doch er stond geen steen of ander merkteken. Bij de administratie meldde men dat de steen was weggehaald, omdat het graf weliswaar voor twintig jaar was verhuurd, maar er was nooit betaald. Of al langere tijd niet. Men had tevergeefs geprobeerd Louis' zoon Tamir op te sporen. Er zijn nu plannen om de resten uit te graven. Voor Leo is dit onverteerbaar. Hij is al bezig met het hoofdrabbinaat en heeft een ter zake kundig jurist gevonden, die kan helpen met overplaatsing naar bijvoorbeeld Muiderberg.
   ongedateerd
  • wordt vermeld - Zijn pleegvader/voogd Aleksander Wlodzinierz Askenasy doet aangifte i.v.m. Louis' erfdeel van grootvader Levi Kaas annex vader Abraham Kaas.
  • wordt vermeld - Louis Kaas was er één van een tweeling; de ander was doodgeboren (moet worden geverifieerd).
  • wordt vermeld - Er is informatie over Leo de Smitt en over Louis Kaas in het archief van de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK), Rijksarchief Haarlem. Dit dossier bevat een schat aan informatie over Louis Kaas.
  • wordt vermeld.
  • wordt vermeld te Amsterdam - Schade aangegeven door een notaris bij 'Die Wiedergutmachungsämter'. Schadeadres Nieuwe Uilenburgerstraat 2 huis Amsterdam. Schade door vervolging wegens ras. Schadebedrag f. 2700,--. Ten gunste van Louis Kaas, personalia zoals bekend, onder voogdij van A.W. Askenasy, wonende Minervaplein 5 Amsterdam. De notaris vindt het omgerekend bedrag t.w. f. 3333,-- (van f. 2700,--) te laag.
  • wordt vermeld - Louis vertelde dat hij ooit een erfenis kreeg vanwege zijn verwantschap in de zestiende graad met een aangetrouwde Sijes. (Judith Stork, vrouw van Abraham Kaas, Louis' overgrootvader).
  • wordt vermeld - Louis' bestaan staat door zijn oorlogsverleden in het teken van ontwrichting. Misschien daardoor stort hij zich de godganse dag in vooral verbale overactiviteit. Rémy heeft op haar manier ook een te verwaarloosde jeugd gehad en dat uit ze in gedag waarbij we voortdurend onze wenkbrauwen optrekken. Jammer, verder gaan we heel leuk elkaar om en we mogen elkaar ook. Overigens vinden we Louis, vergeleken met onze eerste kennismaking, halverwege de tachtiger jaren, toch wel vooruitgegaan. Maar het zal altijd een man blijven die verstoord blijft door zijn trauma. Zo kan hij nog steeds niet zien dat eten wordt weggegooid: je moet oppassen hem niet té veel voedsel voor te zetten, want hij eet het op tot hij er beroerd van is geworden; weggooien van voedselresten maakt hem lijfelijk zeer onwel.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld - Louis Kaas vertelde dat het erfdeel van zijn ouders er is doorgejaagd. Zijn voogd zou vanaf 1946 NLG 300.000,-- voor hem beheerd hebben, maar ook in zijn geval is alles verdwenen. Dat bedrag zou vandaag den dag een miljoenensom zijn geweest. Louis vertelde nog dat zijn vader op jeugdige leeftijd al meerdere zaken had; naast levensmiddelenzaak had hij ook textielwinkels. (Voetnoot: anno 2016 ontkent zijn neef Leo de Smitt, die na de oorlog samen met hem bij familie was ondergebracht, dat zo'n erfenis zou bestaan of in elk geval nergens gedocumenteerd is).
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld - Op de begrafenis van Louis Kaas memoreerde Robert, broer van Remy, dat Louis na de dood van Remy steeds verder in een depressie was gezakt en verleden jaar zelfs een tijdlang niet meer aanspreekbaar was geweest. Toen was hij plotseling weer stralend geworden, helemaal verliefd, op Lidy, die hij nog van vroeger kende en hij en zij hebben nog een gelukkig jaar gehad samen, gereisd, onder andere naar Amerika geweest en naar Marseille. (zie voetnoot 1) Robert sprak ook over het geteisterde leven van Louis. Eerst uiteraard zijn verblijf in de concentratiekampen, dan na terugkomst het besef dat hij geen ouders of naaste familie meer had. Hij werd opgevangen door een oom en tante, waar hij het erg naar zijn zin had, maar daar werd hij weggehaald door een andere oom en tante, waar hij zich nooit goed heeft gevoeld. (zie voetnoot 2) Vanaf dat moment begon een leven in pleeggezinnen en tehuizen (Voetnoot 1) Marseille zou dan een bezoek aan zijn neef Leo de Smitt hebben moeten inhouden; daar weet Leo echter helemaal niets van (2016); (Voetnoot 2) Leo heeft een andere versie: hij zou niet zijn weggehaald door die andere oom en tante, maar niet langer zijn gehandhaafd door die eerste tante; er was toen geen sprake van een oom, zij trouwde pas in 1950. De eerste tante is Chellie, de tweede Sophia.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld - Louis Kaas vertelt dat hij voor de eerste maal met zijn vader werd "geconfronteerd" door een overlijdensannonce van Ab Kaas; de tweede keer door diens naam in een voorprogramma over Holocaust op de tv. Het gesprek (1984) met mijn vader, heeft hem zeer veel opgeleverd; omdat papa met zijn vader Ab Kaas heeft gewerkt weet hij nu opeens wat hij nooit heeft geweten.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld - Louis Kaas vertelt dat hij in dienst (net als ik) operatiehelper werd. Geweigerd wapens te dragen. Hij werd, tegen al zijn protesten in, verplicht naar Duitsland te gaan, maar hoefde daar het kamp niet te verlaten. Bij een vliegtuig, dat op de basis verongelukte, heeft hij een overlevende zó opgelapt, dat hij na transport naar het ziekenhuis van de chirurg een compliment kreeg. Uit de papieren bleek dat de vlieger een voormalig SS-vlieger was. Hij is nu blij dat hij dat vooraf niet heeft geweten.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld - Mijn vader vertelde na het bezoek van Louis Kaas (1984) dat (1) Louis ook operatiehelper was in het leger; (2) dat hij heeft gewerkt bij Olivetti, evenals zijn eerste echtgenote; (3) dat hij heeft gebokst; (4) dat hij heeft gevaren en (5) dat hij nu werkt in een modezaak in Amsterdam. (Voetnoot 1: in 1959 was ik in de Julianakazerne in Amersfoort in opleiding tot operatiehelper. In de kazerne liep ook een luchtmachtsoldaat rond van een jongere lichting. Pas nadat ik Louis in 1984 had leren kennen wist ik dat hij dat was geweest. (Voetnoot 2: Louis vertelde me ooit dat hij voor boksen had meegedaan aan (of was uitgenodigd voor) de Maccabia.
  • Met betrekking tot Louis Kaas werd verteld - Mijn vader vertelde dat Louis Kaas was grootgebracht door mevrouw Askenazy te Amsterdam, die zei dat ze niets meer met 'de ondankbare' te maken wilde hebben en dat hij naar Zeeland was verhuisd. (Dat pa haar kende wist ik helemaal niet, maar hij was natuurlijk op de bruiloften van Louis' familie geweest en zal haar daar hebben ontmoet).

Eigen code:

VII-6 kleinkind

Beschrijving

Sinds onze eerste ontmoeting (1984) tot aan zijn uitvaart (2002) heb ik Louis' gegevens vastgelegd. In 2016/2017 heb ik al die aantekeningen grondig geherstructureerd. Louis, die als vijfjarige verward uit het concentratiekamp terugkeerde, vertelde verhalen die deels op absolute waarheid berustte en deel vermengd waren met naoorlogse berichten in kranten enz. Bij de herstructurering heb ik aangegeven wat gedocumenteerd is en wat waarschijnlijk aan zijn door latere verhalen geïmporteerde ideeën vertekend is. Hetgeen niet betekent dat het voor hemzelf niet waar was. Wat zeker is, is dat hij deel uitmaakte van het laatste transport uit Westerbork, de zogenoemde groep van 51 'Unbekannte Kinder'. Hun reis en verblijf in Bergen-Belsen en Theresienstadt is afdoende vastgelegd in het gelijknamige boek van Daphne Meijer (isbn 90 5330 311 1) en in een documentaire.
Daphne Meijer schreef mij in 2002 o.m.: Maar het gaat dus om Louis Kaas. Ik kan er niet zoveel over zeggen. Ik heb in de loop der jaren wel pogingen gedaan hem op te sporen, maar uiteindelijk is het pas gelukt nadat ik al klaar was met de opnamen van de film en het schrijven van mijn boek. Ik heb hem wel ontmoet, vorig jaar tijdens de presentatie van mijn boek in Westerbork. Het Auschwitz verhaal komt me wel bekend voor, en ik heb er ook wel een verklaring voor. Een aantal Onbekende Kinderen heeft nadien het idee gehad in Auschwitz te zijn geweest. De meest voor de hand liggende verklaring is dat ze naderhand hun geheugen hebben opgebouwd met behulp van beelden die ze later hebben gezien. De Auschwitz beelden zijn heel bekend, zoals u weet. Ik heb zelf ook wel eens van Birkenau gedroomd, terwijl ik geboren ben in 1961 en er nooit geweest ben. Dat kan een psychologische verklaring zijn, de bekendheid van die filmbeelden. Het is ook zo dat de groep van de Onbekende Kinderen, waar Louis Kaas toe behoorde, een aantal ervaringen heeft meegemaakt die lijken op Auschwitz. Ze zijn gebombardeerd, hebben moeten vluchten uit een trein, hebben mensen die uit Auschwitz afkomstig waren gezien in Theresienstadt, hebben in een Auschwitz achtige omgeving gewoond in Theresienstadt.. dat is aantoonbaar. Bovendien is het ook zo dat weliswaar niet is aangetoond dat ze ooit in Auschwitz zijn geweest, maar dat niemand ook honderd procent zeker kan stellen dat ze er NIET zijn geweest. Het is theoretisch mogelijk dat die trein, die er drie dagen over heeft gedaan om van Bergen Belsen bij Hannover naar Theresienstadt te komen, in de buurt van Auschwitz is geweest, of een ander kamp, en is gesommeerd door te rijden. Van deze reis is namelijk vrijwel niets bekend, behalve de herinneringen van de kinderen aan bombardementen en zo. Al het papierwerk over deze reis is weg. Hoe die trein precies is gereden is nooit meer na te gaan. Ziet u de nuance? Nu brengt u mij in een lastig parket. Als iemand zegt dat ie in Auschwitz is geweest, ga ik niet zeggen dat het niet zo was, ook al vind ik de kans niet aannemelijk aangezien allerlei geschreven en mondelinge bronnen beweren dat dekinderen het traject Westerbork-Bergen-Belsen-Theresienstadt hebben afgelegd. Wat ik wel weet is dat Louis Kaas een Onbekend Kind was, hij is samen met twee andere Onbekende Kinderen (Greetje en Klaartje) verraden en met de andere Onbekende Kinderen opgedoken in Theresienstadt. Voor het geval u nu het adres van Klaartje wil, dat heb ik helaas niet. Wat Louis zich herinnerde van zijn verblijf in de kampen, daar kan ik me niet in mengen. Ik weet inmiddels wel dat het voor mensen soms eenvoudiger is om te zeggen dat ze in Auschwitz waren, dan in Theresienstadt, omdat Theresienstadt volledig ten onrechte overigens het stigma heeft een soort gezellig modelkamp te zijn geweest, waar het zo fijn was en niemand honger leed. Dat kan er mee te maken hebben. Als je Auschwitz zegt, houdt iedereen tenminste direct zijn mond. Ik weet niet of ik u hiermee van dienst geweest ben. Ik hoop dat ik uw zorgen een beetje heb verlicht.

Gegevens over Louis en zijn familie worden t.z.t. nog aangevuld via de dossiers die in het bezit zijn van zijn neef Leo de Smitt.


Woonplaatsen

  na 1945     vermelding     Amsterdam    
  voor 1971     vermelding woonplaats     Oud-Beijerland    
  na 1971     vermelding woonplaats     Rotterdam     Josephstraat (Rotterdam) 49 A
  van 1971 tot 1983     vermelding woonplaats     Rotterdam    
  na 1983     vermelding woonplaats     Monnickendam     Karn (Monnickendam) 32
  in 2002     overlijden     Monnickendam     Lameroen (Monnickendam) 7

Bronnen


Creative Commons-Licentie
2020, J. Sturkop