vrouw
echtgenote van Frederik Reinders
Vermeldingen
- is geboren op 18 november 1920 te Opsterland.
- is overleden op 12 juni 2019.
ongedateerd
- Met betrekking tot Antje Veenstra werd verteld - Wat betreft mijn jeugdjaren is mijn herinnering aan Oom Freek en Tante Annie ietwat fragmentarisch. Zij vertrokken immers naar Indië toen ik nog vrij jong was en toen zij terugkwamen had ik mijn eigen koers al min of meer gevonden. Maar de indruk die ik aan hen heb overgehouden is er niet minder om. En alweer zo'n oom die op zijn eigen manier invloed op mijn leven heeft gehad. Familieleden, zoals ooms en tantes, weten vaak zelf niet hoeveel. We weten allemaal dat je niet met Oom Freek moest gaan vechten. Hij zat al jong op boksen. In Indië was hij sportinstructeur bij het leger. Met zijn grote, sterke gestalte zag ik hem voor mij als een vechtmachine, bedreven in boksen en jiujitsu. Hij was daar ook militair bokscoach en begeleidde de kampioen zwaargewicht van Oost-Java, die hij vervolgens zelf in sparringpartijtjes versloeg. Mijn vader kwam in zijn verkeringstijd natuurlijk bij Opa en Opoe thuis. Oom Freek was toen nog jong en een stuk kleiner dan hij later zou worden. Mijn vader vertelde dat Freek toen al graag zijn krachten wilde meten. Pa was in die tijd nog niet getroffen door de reuma die hem kort daarna voorgoed ongeschikt zou maken voor een stoeipartij en had hij nog wel wat merg in de knoken. Een worsteling met oom Freek liep ooit zo uit de hand dat hij Freek een harde stomp op zijn gezicht verkocht. Freek, nog een jonge puber, was stomverbaasd dat Pa hem aankon. Mijn vader vermoedde dat dit voor Freek de aanleiding is geweest op boksles te gaan en andere vechtsporten te gaan beoefenen. Of dat waar is? Net als bij Oom Cor bewonderde ik hem, toen hij naar Nederlands Oost-Indië vertrok. En ook benijdde ik mijn nichtje en neefje wel. Alweer die Insulinde. Misschien was dat eveneens een aanzet om de wereld wat breder te gaan beschouwen en te willen reizen, iets dat toen nog uiterst zelden was weggelegd voor iemand uit een doorsnee gezin. In Nederland teruggekomen leerde ik van hem mijn eerste jiujitsu en ik weet dat ik daardoor een paar jaar later de stap nam om zelf aan die sport en aan judo te gaan doen. In de Sumatrastraat bracht hij mij de eerste beginselen daarvan bij. Tante Annie oefende dan vrolijk mee. Vreemd: het heeft mijn leven sterk bepaald. Mijn kinderen zouden er niet zijn geweest zonder die sport. Hoe dat komt? Ik ging trainen aan een sportschool aan de Plantage Middenlaan en na een paar jaar, toen ik gegradueerd was, nam ik een paar lesavonden en de zaterdagmiddag voor mijn rekening. Eén van mijn leerlingen was Loes, later de moeder van onze beide dochters. Zonder Oom Freeks voorbeeld was ik misschien nooit aan die sport begonnen. Tijdens de verjaardagen op het Singel was het altijd lachen geblazen, als Oom Freek en Oom Paul elkaar zaten te stangen. Dat konden ze allebei heel goed. Oom Paul was de jongste broer van mijn andere Oma, een kleine, gezette man. Alleen al dat contrast werkte op de lachspieren. Een laatste jeugdherinnering. Mijn ouders hielden vakantie in één der Reinders-huisjes op De Egelshoek. Ik was daar ook een paar dagen. Oom Freek kwam op een dag langs, maar ik zat een eind van het huisje af, met een heftige aanval van luhduhvuhduh. Dat heb je wel eens op die leeftijd; zeventien was ik. De volgende dag kwam Oom Freek terug op zijn eitje (voor de jongeren onder ons: dat was een fiets met een hulpmotortje op het voorwiel) en sommeerde mij mee te komen naar Ede. Ik naast hem op mijn trapmachine. Even andere lucht inademen. Ik ben daar een kleine week gebleven en dat zal me wel goed gedaan hebben.
- Met betrekking tot Antje Veenstra werd verteld.
Eigen code:
VIII-1 schoonzuster
|