dochter van
Machiel Sluis (Manus) en Esther Sturkop
echtgenote van haar volle neef Israel Slap
Vermeldingen
- is geboren op 30 november 1905 te Amsterdam.
- woont (bij ouder(s)) Sint Antoniesbreestraat 32 twee hoog te Amsterdam tussen 30 november 1905 en 25 juli 1916 - Hier geboren op 30-11-1905. Uitschrijving naar 's-Gravenhage, Scheveningen, Jac. Vermeystraat 35.
- woont (bij ouder(s)) Jacob Vermijstraat (Scheveningen) 35 te Scheveningen tussen 28 augustus 1916 en 30 juli 1924 - Inschrijving 25-8-1916 uit Amsterdam.
- woont (bij ouder(s)) Katwijkstraat (Scheveningen) 64 te Scheveningen tussen 30 juli 1924 en 23 januari 1926.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Antwerpen (B) na 23 januari 1926 (Volgens Bevolkingsregister Den Haag).
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Antwerpen (B) voor 13 januari 1932 (Volgens Bevolkingsregister Den Haag).
- woont (als hoofdbewoner en/of partner) Harstenhoekweg (Scheveningen) 241 te Den Haag ('s Gravenhage) tussen 13 januari 1932 en 26 september 1935 - Inschrijving 13-1-1932 uit Antwerpen, uitschrijving 26-9-1935 naar Antwerpen..
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Antwerpen (B) na 26 september 1935 (Volgens Bevolkingsregister Den Haag).
- Met betrekking tot Gré Sluis werd verteld tussen 1940 en 1945 - Gré vertelt hoe zij aan de nazivervolging is ontkomen. Voor de oorlog woonde zij met andere familieleden Slap, die zich als groep in België hadden gevestigd, in Antwerpen. Velen van hen zijn reeds overleden, maar in die stad wonen vandaag den dag nog enkelen van hun nakomelingen. Toen de Duitsers het land binnenvielen, zijn zij in een groep van zeventien zuidwaarts gevlucht en na een lange tocht hadden zij het geluk in Bordeaux te kunnen worden ingescheept op een Nederlands schip, dat hen naar Engeland bracht. Zij spreekt nog met warmte over dat land en de manier waarop zij daar is opgevangen. Wat haar betreft was zij daar liever na de oorlog gebleven.
- Met betrekking tot Margaretha Sluis werd verteld in mei 1940 - Gré herinnert zich naar aanleiding van de geboortedatum van haar moeder: 4 mei, dat zij Jacky enkele dagen na 4 mei 1940 ophaalde uit het oogziekenhuis van professor Weber in Utrecht en van de gelegenheid gebruik maakte haar moeder wegens de verjaardag op te zoeken. Enkele dagen later vielen de Duitsers ons land binnen en dat was dus de laatste keer dat zij haar moeder heeft gezien.
- Gre Sluis, wonende te Groot-Brittannië, wordt vermeld in 1941 te Groot-Brittannië - Nu krijgt Morris post uit Engeland. Hij woont op het bovengenoemde adres in New York. De luchtpostbrief is afgestempeld op 4 maart 1941 en is afkomstig van les, Gré en Jack. Ik weet van Gré dat zij na een vlucht vanuit België en door Frankrijk in Engeland is terecht gekomen. Helaas ontbreekt het eerste vel van de brief, die overigens ook de Engelsen veiligheidshalve is onderzocht. De brief was op 14 april al geschreven. De tweede pagina gaat door met een beschrijving van Jacky, die kennelijk op Gré's (doodgeschoten) broer Max leek. Ook hier komt Gré's zuster Mary ter sprake. Nu komt ook Morris' andere zuster (aunt Engeline) ter sprake. Ook van Engeline weet ik dat zij is weggevoerd. Er wordt gevraagd of Engeline's man Maurits nog in het ziekenhuis ligt. Vele jaren geleden werd ik met een overlijdensannonce van die Maurits geconfronteerd. Gré vraagt ook of Engeline's dochter met haar kinderen nog bij haar zijn. Gré schrijft dat het al een jaar geleden is dat zij hun thuis hebben verlaten en dat zij vorig jaar op haar moeder's verjaardag in Scheveningen waren. Ze hoopt dat alles gauw over is en dat ze terug kunnen keren. (Ze zou haar ouders en zuster nooit meer zien). Ze wonen op 13 en 14 Bedford Place te Londen WC1, met familie van les, in goede omstandigheden. Het is een groot huis, waarin 45 Nederlanders wonen. Het vinden van een goede school voor Jack is moeilijk, want de meeste scholen zijn naar het platteland geëvacueerd. Wekelijks lezen zij 'Vrij Nederland'.
- Met betrekking tot Margaretha Sluis werd verteld 1944 of 1945 - Toen Gré na de bevrijding terugkwam bij de verhuurster van haar appartement in Antwerpen bleek de hele inhoud daarvan verdwenen te zijn, alle foto's incluis.
- Gree Sluis woont (in bejaardentehuis) Plantin en Moretuslei (Antwerpen) 134 te Antwerpen (B) in december 1986 - Zij woont in een 'home', na de dood van haar man, vier jaar eerder.
- Met betrekking tot Gree Sluis werd verteld in december 1986 te Antwerpen (B) - Gré Slap-Sluis was verbaasd een brief van een familie Sturkop te ontvangen. Zij woont in een 'home', na de dood van haar man, vier jaar eerder. Ze is dochter van Esther Sturkop, de oudste van haar grootouderlijk gezin. In dat gezin waren vier dochters: Esther, Engelien, Rozalie en Janny, en twee zoons: Mourits en Alex. Mourits heeft in Amerika gewoond. Van Alex weet Gré niets. Tijdens de oorlog woonden Gré en haar man in Engeland. Haar man was soldaat.
- Gré Sluis wordt vermeld op 20 februari 1987 - Ik herken in Gré iets van de trekken, die ik ook reeds bij Rosalie de Levita opmerkte. Verwonderlijk is dat natuurlijk niet, want zij zijn achternicht. Je merkt aan Gré dat zij nog echt joods is, hoewel dat in haar kamer niet echt zichtbaar wordt.
- Gré Sluis wordt vermeld op 20 februari 1987 - Gré Slap-Sluis heeft nog contact met haar achternicht Dolly Knocker.
- Gré Sluis woont Plantin en Moretuslei (Antwerpen) 134 te Antwerpen (B) op 20 februari 1987 - Adres: Residence Dominica, Kamer 220, Plantin en Moretuslei 134, 2018 Antwerpen, 09-32-3-235-30.000. Gré Slap woont nu sedert 3,5 jaar in dit home, een voormalig hotel, waar de kamers nu zijn omgevormd tot woonst van bejaarden. Zij vertelt dat ze eigenlijk eerst naar een joods bejaardentehuis had gewild, maar ten slotte toch voor haar huidig adres had gekozen, omdat zij hier meer eigen spulletjes mocht meenemen. Als je in de Residence op de tweede verdieping de smalle gang doorloopt, passeer je links en rechts overal openstaande deuren, hetgeen aandoet als een soort poging tot sociale eenheid. Als we op nummer 220 op de eveneens openstaande deur aankloppen horen we: 'entrez!' Gré, 81 jaar, zit in haar crapaud met mijn brieven en bulletin om zich heen verzameld. Na de ontvangst begint zij te praten. Het is altijd weer verrassend te zien hoe mensen, die zoals zij vooraf zeggen zich niets herinneren, tijdens het gesprek steeds meer informatie naar boven brengen en uiteindelijk toch een rijk beeld opbouwen. Ik voel me na afloop dan toch wel wat bezwaard, want sommige gegevens roepen duidelijk emoties op die misschien beter vergeten hadden kunnen blijven. Gré vertelde dat zij toch nog heel vaak moet denken aan al die doden en daarvan soms niet kan slapen. 'Er gaat geen dag voorbij dat ik er niet aan denk'.
- is overleden op 18 januari 1992 te Antwerpen (B).
- is begraven na 18 januari 1992 te Putte (NB) (Joodse begraafplaats Frechie Stichting te Putte).
ongedateerd
- Gré Sluis wordt vermeld - Gré vertelt dat zij zelf in de crisistijd een winkel in comestibles in Scheveningen had, maar haar man had daar weinig zin in.
- Alias Gretha - Zo werd zij door haar grootvader Isaac Sturkop genoemd.
- Met betrekking tot Gré Sluis werd verteld - Lia heeft wel, heel lang geleden, Gré Slap-Sluis ontmoet, maar was er niet van op de hoogte hoe de familielijn lag en dat Jacky Slap, de zoon van Gré, bestaat.
- Met betrekking tot Margaretha Sluis werd verteld - De naam Jansje Hont zegt haar niets. Ze weet niets van het bestaan van haar grootmoeder's nichtje af.
- Met betrekking tot Gré Sluis werd verteld - Gré Slap-Sluis herinnert zich haar tante Jansje Sturkop, die Janny werd genoemd en Gré noemde haar een halve jongen. Dat zij remonstrants was verbaast haar. In Den Haag werkte zij bij de behangfabriek Rath & Dodeheefer. Ze toont zich wat teleurgesteld dat Jansje, die zoveel onderduikers huisvestte, haar na de oorlog niet wilde opvangen.
- Met betrekking tot Gré Sluis werd verteld - Gré weet alleen dat haar oom Maurits Sturkop in Amerika woonde en een zoon zou hebben. Na de oorlog heeft zij via het Rode Kruis nog wel eens contact gezocht, maar zonder response. Maurits weigerde het vak van diamantslijper te leren. Hij is van huis weggelopen en is op de grote vaart gegaan. We mogen aannemen dat daardoor de ambtshalve aantekening 'volgens familie naar Batavia' is ontstaan in het bevolkingsregister. Hij kwam wel eens thuis, maar dan liet zijn vader hem voor de deur staan en wilde hem niet meer ontvangen. Als Jacky zich later bij ons voegt is hij er zeer zeker van dat Maurits in New York een matrassenfabriek had en zeer zeker een zoon had. Jacky weet dat zijn schoonmoeder Esther hem dat heeft verteld. Wetende dat Maurits matrassenmaker was moet in elk geval het beroep kloppen. Dat Maurits in Meerenberg heeft gezeten weten zij niet, maar wel dat hij een moeilijke jongen was.
Eigen code:
VII-13 kind
Beschrijving
In bron 967 staat een twijfelachtige notitie: Gree Sluis en Ies Slap zouden de volgende kinderen hebben gehad: (1) Isaac (Israel) Slap, geboren in Borgerhout; (2) Jacob "Jack" Slap, gehuwd met Josianne X.
|