zoon van
Koopman Sturkop en Saartje Plas
echtgenoot van Catharina Maria Jacoba van Straalen
Vermeldingen
- is geboren op 15 juni 1886 in de voormiddag om 11 uur te Amsterdam (Nieuwmarkt 25).
- aangever: Coenraad Vogel
- aangever: zijn vader Koopman Sturkop
- aangever: zijn grootvader Mozes Koopman Sturkop
- wordt vermeld in geboorteannonce te Amsterdam op 15 juni 1886 te Amsterdam met de tekst: 'Voorspoedig bevallen van een welgeschapen Zoon SARAH STURKOP-PLAS. Eenige kennisgeving. Ondertekening: Geen. Plaats en datum: Amsterdam, 15 Juni 1886.'.
- woont (bij ouder(s)) Nieuwmarkt 25 te Amsterdam van 15 juni 1886 tot mei 1889 - Hij wordt op dit adres geboren op 15-6-1886. Uitschrijving mei 1889 naar deel 537 - blad 170.
- woont (bij ouder(s)) Oude Waal 31 te Amsterdam van mei 1889 tot 18 juli 1891 - Inschrijving mei 1889 van deel 327 folio 255, uitschrijving 18-7-1891 naar deel 545A blad 185 of 85).
- Woont te Amsterdam, vermeld in 1890 als erfgenaam - Hij erft van zijn vader een zesde gedeelte van de helft van diens nalatenschap, die bestaat uit lichamelijke roerende zaken NLG 200,--, contanten in kas NLG 50,-- en nog wat, in totaal NLG 269,--.
- woont (bij ouder(s)) Oude Waal 31 te Amsterdam voor 18 juli 1891 - Uitschrijving 18-7-1891 naar deel 545A - folio 185.
- schoenmaker woont (in weeshuis) Zwanenburgerstraat 20 te Amsterdam van 26 juli 1891 tot 6 juli 1904 - Verpleegde Nederlands-Israëlitisch jongensweeshuis, Amstel 21 / Zwanenburgerstraat 20. Inschrijving 26-7-1891 van Koopman Sturkop, uitschrijving 6-7-1904 naar Herm. Mozes van Straten. ER ZIJN NOG ANDERE VERMELDINGEN OVER VERBLIJF IN WEESHUIS. DEZE VERMELDING AANHOUDEN.
- woont (in weeshuis) Zwanenburgerstraat 20 te Amsterdam van 28 juli 1891 tot maart 1897 - Dit is het Nederlandsch Israëlitisch Jongensweeshuis. Iinschrijving 28-7-1891 van de weduwe Koopman Sturkop, uitschrijving maart 1897 naar G2/117.
- wordt vermeld rond 1900 - Bij nadere beschouwing heeft mijn vader het sterke vermoeden dat de foto, op pagina 144 van 'Joods Amsterdam in een bewogen tijd', waarop rond 1900 de kinderen van het Joods Jongensweeshuis staan gefotografeerd, opa kan zijn. Ik had sterke aanwijzingen (mond, oren, neus, ogen, geschatte leeftijd) dat het zijn vader moest zijn die op de derde rij van boven, tweede links, afgebeeld staat. Bij nadere beschouwing heeft papa nu ook wel dat sterke vermoeden.
- wordt vermeld op 14 juni 1901 te Amsterdam - Ik vraag me af of mijn opa heeft meegegeten en meegezongen bij het diner dat de verpleegden in het Ned. Isr. Jongensweeshuis, Megadlé Jethoniem, kregen aangeboden door den regent, de heer B.M. Nijkerk, vanwege diens 25-jarig huwelijksfeest. En enkele dagen vooraf door opa's oudtante, Duifje Koopman Sturkop, wegens haar 80ste verjaardag.
- schoenmaker woont (als inwoner bij familie) Ruyschstraat 97 twee hoog te Amsterdam tussen 6 juli 1904 en 12 augustus 1905 - Hij woont in bij zijn zus Rosalie van Straten-Sturkop en haar gezin. Inschrijving 6-7-1904 van Gestichten deel 2 folio 117.
- schoenmaker woont (als inwoner bij familie) Vrolikstraat 242 twee hoog te Amsterdam van 12 augustus 1905 tot 29 augustus 1908 - Hij woont in bij zijn zus Rosalie van Straten-Sturkop en haar gezin. Uitschrijving 29-8-1908 naar Louis de Levita.
- is pakhuisknecht op 11 december 1905 te Amsterdam.
- is vermeld m.b.t. militaire dienst: op 11 december 1905 te Amsterdam - 1.695 m., per 11-12-1905 tot de dienst aangewezen, ingelijfd 7-3-1906 bij 2e Reg. Veldartillerie, per 31-12-1918 gepaspoorteerd.
- karrijder woont (als inwoner bij familie) Kastanjeweg 5 twee hoog te Amsterdam tussen 29 augustus 1908 en 1 mei 1909 - Komt met het gezin van zijn zuster Rosalie van Straten-Sturkop inwonen bij zijn zuster Elisabeth de Levita-Sturkop en haar gezin. Inschrijving 29-8-1908 van Hermanus Mozes van Straten. Hij was karrijder bij het melkbedrijf Dageraad (http://www.bma.amsterdam.nl/@114507/pagina/).
- karrijder woont (als inwoner bij familie) Kastanjeweg 5 twee hoog te Amsterdam van 1 mei 1909 tot maart 1911 - Woont nu in bij zijn zuster Elisabeth de Levita-Sturkop en haar gezin.
- karrijder woont (als inwoner bij familie) Kastanjeplein 9 drie hoog te Amsterdam tussen maart 1911 en augustus 1912 - Woont in bij gezin De Levita.
- karrijder woont (als inwoner bij familie) Kastanjeweg 9 drie hoog te Amsterdam maart of april 1911 - Woont in bij gezin De Levita.
- ondertekent een familieannonce te Amsterdam op 14 maart 1911 te Amsterdam wegens: Ondertekent samen met zus en broers de rouwannonce voor zijn zus Elisabeth de Levita-Sturkop.
- karrijder woont (als inwoner bij familie) Swammerdamstraat 58 drie hoog te Amsterdam tussen 28 augustus 1912 en 4 juli 1913 - Hij woont in bij zijn zwager Louis de Levita en diens gezin. Uitschrijving 4-7-1913 naar eigen kaart.
- woont Swammerdamstraat 58 te Amsterdam op 17 juni 1913.
- karrijder te Amsterdam, wordt vermeld als bruidegom op 3 juli 1913 te Amsterdam.
- karrijder woont (als hoofdbewoner en/of partner) Albert Cuypstraat 166 twee hoog voor te Amsterdam tussen 4 juli 1913 en 27 april 1914 - Inschrijving 4-7-1913 van Louis de Levita, uitschrijving 27-4-1914 naar Essen.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld tussen 1914 en 1918 - Mijn vader herinnert zich dat opa ingekwartierd lag bij boeren in Lage Zwaluwe en hij had het op een gegeven moment voor elkaar gekregen dat oma en zijn kinderen daar ook werden gehuisvest. Er waren stallen met paarden van de kazerne. Papa was toen drie of vier jaar. Op een dag was mijn vader zoek en toen hebben ze hem in de stal gevonden, tussen de poten van een paard, roepend: 'Geef dan een pootje!' Dat leidde nogal tot paniek. Ook was papa eens de hooibalen opgeklommen en was onderweg zijn klompjes kwijtgeraakt. Boven op die hooibalen kroop hij naar een soort dakraampje, waar de boerin hem ontwaarde en riep: 'Kiek! Kiek! Kootje zit in 't uulegoate!'.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Essen (D) na 27 april 1914 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Essen (D) voor 11 augustus 1914 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- woont (als inwoner bij familie) Cornelis Anthoniszstraat 74 drie hoog te Amsterdam tussen 11 augustus 1914 en 18 maart 1915 - Adressen gekopieerd van bron 4277. Zij wonen in bij het gezin van (schoon)zuster Milia. Inschrijving 11-8-1914 van Essen, uitschrijving 18-3-1915 naar Isaac Sturkop. Later gaan ze zelf op dit adres wonen.
- is karrijder op 24 september 1914 te Amsterdam.
- woont (als inwoner bij familie) te Amsterdam voor 18 maart 1915 - Inwonend met zijn gezin bij Thomas Stok, zijn zwager(Volgens Bevolkingsregister Amsterdam).
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Albert Cuypstraat 124 drie hoog voor te Amsterdam tussen 18 maart en 25 september 1915 - Beroepen doorgehaald: onleesbaar en mijnwerker, inschrijving 18-3-1915 van Thomas Stok.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Cornelis Anthoniszstraat 74 drie hoog te Amsterdam van 25 september 1915 tot 10 mei 1924.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld rond 1918 - Mijn vader herinnert zich dat, op een dag toen hij nog geen vijf jaar was, hij met zijn moeder uit het raam hing toen opa, die gemobiliseerd was, thuis kwam. Ze zagen hem om de hoek aankomen, met een indrukwekkende cape om. Opa sloeg die cape open en liet een jong hondje zien dat hij had meegenomen. Een andere herinnering is dat papa die hond zou uitlaten. Nu was dat een Doberman Pincher en die trok papa op zijn buik over de stenen trap de straat op.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld rond 1918 - Mijn vader herinnert zich opa's paard in de stal in Lage Zwaluwe.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld rond 1918 te Amsterdam - De ingang van hun woning was aan de Cornelis Antonisstraat, maar het raam van de woonkamer keek uit op de Hobbemakade. Papa ziet zijn vader op die gracht nog zo terugkomen van de mobilisatie in WO-I, met sporen aan zijn laarzen. In die woning scheidde een lange gang, die uitkwam op de woonkamer, twee alkoven. Ze hadden daar nog een plee.
- woont (als kiesgerechtigde) Cornelis Anthoniszstraat 74 te Amsterdam op 1 januari 1918 - Op lijst van kiesgerechtigden.
- wonende Palembangstraat te Amsterdam, wordt vermeld in 1924 te Amsterdam - Zijn zoon schrijft op 13-7-2003 aan Het Parool - in kader van krantenartikel - over zijn jeugd in de Indische Buurt. Verhuisden daarheen vanuit woning met houten plee naar paliesje in de Palembangstraat: WC met stortbad, lichte ruime kamers en keuken. Bleek slechte bouw. Opa sloeg een spijker in de tufstenen tussenmuur, waarna een stuk tot grote ontsteltenis in elkaar 'flikkerde'. Keek door dat gat in het trapportaal. Door slechte bouwmaterialen, te korte heipalen enz., vertoonde meerdere huizenblokken grote scheuren in de buitenmuren en hingen kozijnen scheef. Toch met groot plezier daar gewoond. Invasie vanuit vooral Uilenburg en Valkenburg en uit alle streken van Nederland. Bloeiend verenigingsleven. Ergernissen: spoorlijnen op straatniveau - vaak lang wachten voor de spoorbomen. De kinderen speelden op de luchtbrug tussen Van Swindenstraat en Javastraat en lieten zich onderstomen door de lokomotieven die er onderdoor reden. Ook nog goederentreinen naar de Plantage Doklaan.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Palembangstraat 36 een hoog te Amsterdam tussen 10 mei en 2 oktober 1924.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Ambonstraat 12 een hoog te Amsterdam tussen 2 oktober 1924 en 4 november 1925.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Makassarstraat 48 twee hoog te Amsterdam van 4 november 1925 tot 23 februari 1931.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld in 1926 - Mijn vader herinnert zich dat Greet Kaas en haar man, Ies Witjas, op het 12,5-jarig huwelijksfeest van zijn ouders aanwezig waren, hen messenleggers cadeau deden en zich ietwat ongemakkelijk in het gezelschap bevonden.
- wonende Makassarstraat 48 twee hoog te Amsterdam, wordt vermeld tussen 9 maart en 29 juni 1929 te Amsterdam - Oma's zus Dien woont bij hen in.
- wordt vermeld op 31 januari 1930 te Amsterdam - Regisseert de uitvoeringen Moeders Droom en Dolle Dries van de Toneelvereeniging 'Kunst Veredelt' voor de speeltuinvereeniging Centraal in haar klubgebouw Droogbak 3.
- wordt vermeld op 28 mei 1930 te Amsterdam - Voert 'Goudmuiltje' op, kinderoperette van J. Sturkop, door de operetteclub 'Kattenburg', voor de Buurt- en Speeltuinvereeniging 'Kattenburg'.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Makassarstraat 64 huis te Amsterdam tussen 23 februari 1931 en 29 juni 1932.
- I. Sturkop woont (volgens adresboek) Boetonstraat 18 te Amsterdam 1932 en 1933 - Secretaris speeltuinvereeniging 'Insulinde'.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Boetonstraat 18 huis te Amsterdam van 29 juni 1932 tot 29 januari 1934.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Soembawastraat 57 een hoog te Amsterdam tussen 29 januari 1934 en 26 september 1935.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Van Ostadestraat 11 twee hoog achter te Amsterdam van 26 september 1935 tot 12 januari 1937.
- bode woont (als hoofdbewoner en/of partner) Van Ostadestraat 3 twee hoog te Amsterdam na 12 januari 1937 - Geen uitschrijving.
- bode woont Van Ostadestraat 3 twee hoog te Amsterdam voor 29 december 1939 - Beroep (en ook beroep grondwerker) doorgehaald.
- grondwerker woont (als hoofdbewoner en/of partner) Van Ostadestraat 3 twee hoog te Amsterdam voor 29 december 1939.
- is bode, als hoofdbewoner en/of partner rond 29 december 1939 te Amsterdam.
- grondwerker woont (als hoofdbewoner en/of partner) Van Ostadestraat 7 twee hoog te Amsterdam na 29 december 1939 - Van Ostadestraat 7 een hoog (doorgehaald; moet zijn 7 twee hoog). Opa en oma verhuisden dus de dag voor mijn geboorte. Dat 'grondwerker' doet eraan denken dat hij te werk werd gesteld aan het Bosplan, de aanleg dus van het Amsterdamse bos.
- woont Van Ostadestraat 7 twee hoog te Amsterdam van 29 december 1939 tot 7 juli 1955.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld rond 1940 te Amsterdam - Opa was aangesloten bij Pro Juventute, die kinderen uit asociale gezinnen onder voogdij plaatste, ook bij opa. Het blijkt dat het een rechter is geweest, die opa via deze activiteit kende, die er voor heeft gezorgd dat opa uit Westerbork kwam. Als alternatief moest hij aardappelen rooien in Hoogeveen en later is hij gesteriliseerd.
- wordt vermeld van 1941 tot 1945 - Niet in Westerbork geweest.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld tussen 1942 en 1944 - Coba Steiger-Sturkop vertelt dat in de oorlog, tijdens een razzia in de buurt, opa zijn koffertje al klaar had staan. Dat hoefde toen niet door te gaan. Later is hij te werk gesteld in Westerbork. Hij kwam de weekeinden thuis vanwege zijn kleine "j". Hij had hevige hoestbuien en iemand die hem daar kende van de operettevereniging zorgde er voor dat hij vrij kwam. Hij moest zich in 1944 laten steriliseren. Volgens Ineke is dat deels de oorzaak geweest van zijn latere niervergiftiging.
- woont Van Ostadestraat 7 twee hoog te Amsterdam op 14 oktober 1942 - Komt voor op de Nederlandse lijst Joden gehuwd met niet-Joden, 1942-1943. Opgeroepen 14-10-1942. Nummer van verklaring 03366.
- wordt vermeld tussen 1943 en 1945 te Amsterdam - In 1943 werden vele gemengd gehuwde joodse Nederlanders in het kamp Westerbork door de Duitse bezetter voor de keuze gesteld: deportatie of sterilisatie. Er is erg weinig bekend over deze gebeurtenissen, mede omdat na de oorlog door slachtoffers daarover niets werd gemeld. Over andere personen die dit hebben ondergaan hoort men verhalen zoals "Nadat mijn vader uit het kamp Diever kwam, kon hij weer aan de slag bij de krant. Om minder gevaar te lopen bleef hij in de binnendienst. Toch is hij op een gegeven moment opgepakt en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Ik ben toen naar de Hollandsche Schouwburg gegaan om hem eruit te halen. Ik kwam wel binnen, naar buiten lukte niet direct. Ik ben toen een nacht daar blijven slapen. Ik werd aanvankelijk niet opgemerkt, maar de dag erna kreeg ik van de een of ander een schop onder mijn kont en kreeg te horen dat ik moest wegwezen. Mijn vader bleef in de Hollandsche Schouwburg. Na enige dagen kreeg hij de keuze voorgelegd: op transport of verplicht steriliseren. Hij koos voor het laatste, hij wilde bij zijn gezin blijven. Voor die operatie, die toen trouwens een stuk ingrijpender was dan tegenwoordig, werd hij naar het Portugees-Israëlitisch Ziekenhuis (PIZ) gebracht. Het PIZ zat in de Majoor Franschelaan (na de oorlog de Henri Polaklaan), zie ook: PIZ met foto. In dat ziekenhuis is het niet helemaal goed gegaan. Na de operatie kreeg hij inwendige bloedingen, hij had een verschrikkelijke bloeduitstorting. Het allerergste was dat toen hij daar lag het hele ziekenhuis werd leeggehaald. Alle artsen, verpleegkundigen, maar ook alle zieke en pas geopereerde patiënten werden op transport gesteld. Alleen de paar mensen met een sper bleven achter. Mijn vader had inmiddels al een sper, de rode open J in zijn persoonsbewijs. Het bezoek heeft toen, zo goed en zo kwaad als het ging, de nog aanwezige mensen verzorgd. Dat was in juni 1943. Hij heeft er nog lang last van gehad, van die operatie. Spreken over dergelijk zaken deed je vroeger niet. De operatie betekende verder dat mijn vader niet veel kanten meer op kon. Hij zat zonder werk thuis." Bij het JHM berust een video met de titel 'Deportatie of sterilisatie', een documentaire over gedwongen sterilisatie van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door zich te laten steriliseren konden gemengd gehuwde joden zich vrijwaren van deportatie.
- wonende Van Ostadestraat 7 te Amsterdam, wordt vermeld tussen 1943 en 1945 te Amsterdam - Op 12 januari 1943 of 1945 vertrokken naar Havelte, begunstigde: C.M.J. van Straalen. Vrijwillig geplaatst. Uitbetalingen van 30 januari tot en met 3 mei.
- wordt vermeld in mei 1943 - Opa werd gedwongen gesteriliseerd in de Henri Polaklaan. Ten minste 2059 van de gemengd gehuwden werden tijdens de bezetting naar Westerbork of Kamp Vught of verder gedeporteerd. Op 14 mei 1943 begon de sterilisatiegeschiedenis van de Nederlandse Joden. 103 in Westerbork geïnterneerde gemengd gehuwden werden in de registratiezaal van het kamp bijeengeroepen, waar Aus der Fünten het woord tot hen richtte. Hij meldde dat hun een halfuur tijd gegund was om te kiezen: deportatie of sterilisatie. Een paniekstemming volgde. De helft van de aanwezigen weigerde de als uiterst vernederend ervaren sterilisatie te ondergaan. Zij werden weer het kamp ingestuurd. De andere helft, die sterilisatie toch verkoos boven het vooruitzicht van deportatie, mocht terug naar Amsterdam. Zij werden opgenomen in de Joodsche Invalide. De operaties zouden vervolgens in de CIZ en in het PIZ (Henri Polaklaan) plaatsvinden.
- Toelichting/commentaar - Dr. Hannah van der Ende schrijft in haar boek annex proefschrift 'Vergeet niet dat je arts bent. Joodse artsen in Nederland 1940-1945' ook over de gedwongen sterilisatie: 'Een beperkte groep, de gemengd gehuwde Joden heeft vanaf mei 1943 nog kunnen kiezen tussen sterilisatie en deportatie. Dat heeft grote schaamte teweeggebracht en diepe wonden geslagen in de Joodse gemeenschap. Van den Ende: 'Ongeveer de helft van de gevangenen in Westerbork die daarvoor in aanmerking kwamen heeft geweigerd sterilisatie te ondergaan. De andere helft, die voor sterilisatie koos mocht terug naar Amsterdam.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld rond 1945 te Amsterdam - Na de oorlog werd opa benaderd door de BVD, die een anonieme brief had ontvangen, dat opa overspel had gepleegd met de vrouw van een goede vriend en dat hij ook samen met haar communistische actie bedreef. Die vriend heette Kea (of had aldus ondertekend) en hij was een goede vriend van opa in de Indische buurt en eveneens bestuurslid van de speeltuinvereniging. Later bleek dat die man de brief zelf had geschreven en dat had gedaan omdat hij van zijn vrouw af wilde.
- woont (bij volkstelling) Van Ostadestraat 7 twee hoog te Amsterdam in 1947.
- wonende te Amsterdam, wordt vermeld op 24 mei 1948 te Amsterdam - De kinderoperette "De toverring", uitgevoerd door de vereniging "Cornelis Antonisz" werd goed gespeeld en gezongen, mooie muziek. De heer Sturkop, die 25 jaar aan het kinderverenigingsleven heeft gewijd, werd in de pauze met echtgenote gehuldigd.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld rond 1950 - Ik zal zo'n elf, twaalf jaar zijn geweest. Opa en oma Sturkop kwamen 's zondags vaak bij ons op bezoek. Op visite, zo noemden ze dat toen. Soms liep ik ze tegemoet als ze van de tramhalte bij het Centraal Station naar ons toe kwamen wandelen. Op een keer ontmoette ik ze op de brug over het Singel, van de Nieuwendijk naar de Haarlemmerdijk. Ik denk dat ik kort voordien iets had gelezen of gehoord over de deportatie van de joden. Misschien was er wel gesproken over opa's familie, die was weggevoerd of over zijn eigen ellendige belevenissen in de oorlogsjaren. Het kan zijn dat ik, daar op die brug, opa aansprak in een vlaag van bemoedigende bedoelingen, toen ik hem zei dat het wel tien jaar zou duren voordat dit alles vergeten zou zijn. Voor mij was tien jaar een onoverzienbaar tijdperk. Opa was een kleine man, maar hij leek in één klap op te zwellen tot enorme omvang. Zijn donkere ogen schoten vuurflitsen, zijn toch al indrukwekkende bariton zwol aan en hij strekte zich uit, met zwaaiende armen, zodat hij twee keer zo groot leek, in zijn donkere costuum. 'Tien jaar!?' brieste hij, terwijl de spatjes van zijn lippen wegvlogen. Oma stond er stil en hulpeloos bij, geschrokken, met haar arm door de zijne. 'Tien jaar, zeg je!? Duizend jaar!!! En dan is het nóg niet vergeten' Dit is de enige keer dat ik me kan herinneren dat hij over de oorlog heeft gesproken..
- wonende te Amsterdam, wordt vermeld op 3 april 1951 te Amsterdam - Regiseert het optreden voor een personeelsvereniging door de toneelvereniging 'Schinkelkwartier' met de klucht 'Jan Ongeluk'.
- wordt vermeld in 1955 - Ik herinner me dat opa, in 1955, ook niervergiftiging opliep en daaraan stierf en dat mijn vader ook heel onthutst was omdat opa zo agressief werd en iedereen voor rotte vis schold. Hun belevingswereld is dan faliekant omgeslagen.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld rond 1955 - Opa Izaak Sturkop heeft nog net de opkomst van de tv meegemaakt: vlak voor zijn overlijden is hij nog met papa naar een tentoonstelling in de Lutherse Kerk tegenover onze woning aan het Singel geweest.
- Isaäc Sturkop gepensioneerd, is overleden (ziekte: niervergiftiging) op 7 juli 1955 te Hilversum (Doodsoorzaak vermeld uit eigen kennis).
- te Amsterdam wordt vermeld in overlijdensannonce op 7 juli 1955 te Amsterdam (Van Ostadestraat 7 een hoog) met de tekst: 'Heden ging van ons heen, na een langdurig lijden, mijn lieve Man, onze zorgzame Vader, Behuwd- en Grootvader ISAÄC STURKOP in de ouderdom van 69 jaar. Thuis geen bezoek. De overledene is opgebaard in een der rouwkamers, P.C. Hoofdstraat 181-183. Bezoek van 10-16 uur, Zondag van 10-12 en 14-16 uur. De teraardebestelling zal plaats hebben op Dinsdag 12 Juli a.s. tegen 11 uur op de Nieuwe Oosterbegraafplaats aan de Kruislaan. Vertrek vanaf de rouwkamer te 10.15 uur. Ondertekening: C.M.J. Sturkop-van Straalen, J. Sturkop, M.A. Sturkop-Reinders, J. Steiger-Sturkop, E. Steiger en Kleinkinderen. Plaats en datum: Amsterdam-Z., 7 Juli 1955, Van Ostadestraat 7 een hoog.
- is begraven op 12 juli 1955 te Amsterdam (Begraafplaats: Oosterbegraafplaats) (Grafnummer 3-81-B-71).
ongedateerd
- wordt vermeld - Papa vertelde dat als zijn vader thuis kwam hij direct op de grond voor de kachel ging liggen en sliep.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Coba Steiger-Sturkop vertelt dat opa na de brand in Flora geen werk had; hij werkte daarna bij het Veem, werd ontslagen; daarna gewerkt aan Bosplan; daarna bode van de speeltuinvereniging. Hij kon vreselijk vloeken.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Familieverhalen: opa Izaäk werd grootgebracht in het joods weeshuis. Het verhaal gaat dat hij zich in dat weeshuis zo slecht behandeld heeft gevoeld, dat hij zich later heeft afgekeerd van het joods geloof en de levenswijze. In de tweede wereldoorlog zou opa Sturkop zijn opgepakt door de bezetters, maar wegens zijn niet-joodse levenswijze en huwelijk zijn vrijgelaten, echter niet voordat hij zich had moeten laten steriliseren. Opa heeft zich nog eens heftig tegenover mij uitgelaten over 'de haat tegen de Duitsers, die nog honderd jaar zou duren'.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa bode was van de speeltuinvereniging Insulinde. Hij was voor de oorlog een begrip in het speeltuin-verenigingswezen, met toneel en operette, en als voogd van veel kinderen, bij Pro Juventute. (Een rechter heeft opa uit de penarie geholpen, toen iemand hem in de oorlog ergens van had beschuldigd.) Zondag fietste opa met wie er maar van de speeltuinvereniging mee wilde naar de Zandzee bij Bussum. Van het toneel herinnert papa zich nog, dat opa een stuk speelde met een rode snor. Toen hij even de coulissen in moest en meteen weer op toneel terug keerde had-ie een witte snor: iemand had hem voor de lol een fles melk in zijn gezicht gegooid. Opa kon heel smakelijk vertellen over het 'tuig' dat de acteurs in Flora vormden, o.a. het verhaal van de 'stront in de emmer'.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa en oma het ondanks de schrijnende armoede nog enigszins acceptabel hadden, maar wel dank zijn enorme werkkracht. Opa had soms drie banen en dan naaide oma er nog wat bij. Oma had een soort naaiatelier; bijv. herstellen van een schort voor twee cent. In een bepaalde periode werkte opa overdag in een veem, 's ochtend eerst een krantenwijk en 's avonds in Flora. Toen Flora afbrandde waren ook al opa's kleren verbrand; er was geen salaris meer noch schade-uitkering. (De mop in die tijd was dat toen het stuk 'Billy waar zit je' in Flora liep en de Amsterdamse bevolking zei dat-ie gezocht was met een kaarsje). Opa had ook bij de VAMI gewerkt, met een zware melkkar en trap-of-trap-af. Daar zou hij oma hebben leren kennen, denkt mama.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa een zeer gesloten man was, in tegenstelling tot zijn broer Arie. Opa was niet helemaal dol op hem, maar dat kwam misschien omdat Arie bij hem in het weeshuis altijd zo lastig was geweest.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Zijn nicht Rosalie de Levita kende opa goed als oom Izaäk. Ze kwam niet bij hem thuis, maar opa kwam wel bij hun. De gezinsleden kende ze niet. Van oom Izaäk kreeg ze op haar verjaardag een pop, die haar nog helder voor de geest staat. Ze wist te melden dat opa als portier in Flora stond, dat hij in het leger zat (bij de paarden) en ze herinnert zich hem als een aardige, vrolijke man, die veel grapjes maakte en die voor de grap zijn dochter buiten het balkon hield. Ze keek nogal tegen hem op, geloof ik.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelde dat opa zeer graag bij zijn zusters Bertha en Rosalie kwam; hij zou zelfs bij tante Rosalie 'ingewoond' hebben.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader herinnert zich de kaartavonden in de Cornelis Anthonisstraat (pandoeren) tot diep in de nacht, tussen opa, oma, tante Milia en oom Thomas Stok. Later namen Milia en Thomas Henk in huis, een vriend van oom Willem (ze waren een berucht span straatvechters). Later zijn Thomas en Milia gescheiden en toen papa dertien jaar was (hij woonde in de Makassarstraat) zijn Milia en Henk getrouwd.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Loes schoot de anekdote te binnen dat Beertje (opa's hond) diens gebit heeft opgeknaagd terwijl opa sliep.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Coba Steiger-Sturkop vertelt dat in de oorlog iemand wilde scheiden van zijn vrouw, maar die vrouw wilde dat niet. Toen zei die man dat ze een verhouding had met opa en spande een proces aan. De rechter stelde opa in het gelijk.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa niets moest hebben van de steun; hij pakte alles aan. In de oorlog kon hij als jood bijna nergens meer werken en nam toen banen aan als 'dienstmeisje' bij onder anderen een joodse arts en bij De Vries van de Hema. Stond-ie tegen zijn zestigste buiten matten te kloppen. In de mobilisatie van 1914- 1918 was opa wachtmeester bij de bereden artillerie.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Eduard Steiger herinnert zich zijn geroep achter het toneel: 'Hálen, Godverdomme'. Kon enorm met 'Godgloeiendegodverdomme' uitvallen. Hij was een prima vader voor zijn gezin, maar hij was wel erg vaak 's avonds weg (toneel, operette). Ineke herinnert zich andere dingen van opa dan ik, zoals dat hij kwaad op haar werd als ze hielp bij de krantenwijk en niet ze deed wat hij zei.; dat-ie urenlang op de wc zat en krant en sigaar meenam en hevig rochelend kon hoesten.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat hij, zo'n vier jaar oud, opa eens met oma ging bezoeken op zijn inkwartieradres in Lage Zwaluwe, bij de boeren (zie foto). Hij was hevig geïmponeerd door opa's wijde cape en kaplaarzen net sporen. Papa ziet hem nóg paardrijden. Hij herinnert zich dat-ie op de vloer van de stal zat en een pootje wilde hebben van een paard, waardoor de boerin hevig schrok. Met die boeren hebben opa en oma nog jarenlang contact gehad. Opa schijnt daar erg gezien te zijn geweest.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn tante Coba Steiger-Sturkop vertelde dat opa Sturkop paarden mende (vier stuks) en hij was regisseur van een kinderoperettevereniging.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Ooit haalde ik opa en oma op van de tram bij het Centraal Station. Al lopend praatten we even over de oorlog en ik, in mijn jeugdige naïviteit, zei dat het nog wel tien jaar zou duren voordat we de Duitsers konden vergen. Ik zie hem nog abrupt tot stilstand komen. Hij hapte naar adem, onuitsprekelijke woede blonk uit zijn zwarte ogen en hij riep me toe: 'Tien jaar? Dat vergeten we in honderden jaren niet!' Ik heb altijd een beetje het gevoel gehad dat dit een aanleiding was om nu met genealogie te beginnen.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelde dat opa als suppoost liep in Flora. Hij werkte 's avonds en overdag in Blaauwhoedenveem. Opa was erg onhandig, alles liep verkeerd. Voorbeelden: (1) Hun hond had altijd jongen. Opa op de fiets, langzaam, krantenwijk; moeder met de jongen achter hem aan; leuk gezicht. Postbode rijdt jong aan; Herta vliegt hem aan en bijt zijn pijpen stuk. (2) Opa liet de hond uit op de Hobbemakade en ging de tabakswinkel in. De hond viel in de gracht, rende naar binnen en schudde zich in de winkel uit, alle stapels van de toonbank.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelde dat opa wel in Westerbork is geweest, maar losgelaten.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Zijn nicht Bep Kaas herinnert zich hem goed. Volgens haar waren haar ouders ook tegen opa's gemengde huwelijk.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Sprekend over het gebouw van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers Bond aan de Henri Polaklaan herinnerde ik me dat ik op een of andere manier het beeld daarvan voor de geest kon halen. Daarop kwam mijn moeder met een verhaal los. Ik zou daar met mama bij opa op bezoek zijn geweest, toen hij daar in dat gebouw een paar dagen moest vertoeven in verband met zijn beruchte sterilisatie. Bij gebrek aan ingrediënten in de oorlogstijd had mama aardappelgebak voor hem gemaakt en meegenomen.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - De foto met oma en papa en tante Coba in Zeeuws kostuum is gemaakt toen opa in de Eerste Wereldoorlog tijdens de mobilisatie was ingekwartierd in Zeeland. De andere dame en kind zijn Zeeuwen. Kort na zijn geboorte heeft papa met zijn ouders een half jaar in Düsseldorf gewoond. Zijn vader kon daar beter verdienen in de mijnen. In verband met de mobilisatie zijn ze echter spoedig naar Amsterdam teruggekeerd. Bij het betrekken van de woning in Düsseldorf beklaagde oma zich bij de eigenaar over de daar huizende wandluizen. Deze reageerde heel verbaasd met: 'Maar dat is toch heel gewoon'.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Opa zou een voogd gehad hebben. Mijn moeder noemde de naam Judels. Bij een gesprek dat mijn moeder ooit met mevrouw Reinders-Sturkop heeft gehad vermeldde die, dat deze heer Judels een 'viezerik' was geweest, die misbruik heeft gemaakt door het familiekapitaal er doorheen te jagen. Inderdaad waart in de familie het verhaal rond, dat ten gevolge van de dood van overopa diens kapitaal verloren zou zijn gegaan. Overigens was papa er verbaasd over dat mama de naam Judels kende. (Het verhaal via mama blijkt ook door tante Jetje aan papa te zijn verteld).
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Opa zou in zijn jonge jaren hebben ingewoond bij zijn oudere zusters Bertha en Rosalie. Hij is altijd erg zwijgzaam geweest over zijn jaren vóór zijn huwelijk met oma. Een hevige verbittering over de strenge behandeling in het weeshuis zou daaraan ten grondslag hebben gelegen. In elk geval is die periode er de oorzaak van geweest, dat hij geen binding meer wilde hebben met het joodse geloof en de daaraan verbonden levenswijze.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Familieverhalen: opa Izaäk heeft tijdens het eerste levensjaar van mijn vader in Aken gewoond (vertelde oma 'Tieman'). Hij was erg actief in de kinderoperette. Ik heb hem nog als Vitalis zien sterven onder de kreet 'Rémy, Mattia, óh!', waarop zijn medespelende hond Beertje in jankerige paniek raakte. De naam van de operettevereniging zou zijn geweest: Emil de Wanderer. Opa zou wachtmeester zijn geweest en een goede turner. Hij had geen vast beroep, maar schijnt wel erg actief te zijn geweest en van alles te hebben aangepakt. Onder andere is hij jarenlang portier geweest bij het beroemde theater Flora, dat later is afgebrand.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Coba Steiger-Sturkop vertelt dat in de Van Ostadestraat hoeren op de trap woonden.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat als opa Sturkop geld had er dan ook gekocht werd. Zo kocht hij altijd met Sinterklaas grote hoeveelheden suikergoed en chocola bij zijn zwager Louis Kaas.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader weet niet hoe zijn ouders verkering kregen. Later komt het gesprek erop dat zijn moeder hoeden rondbracht aan 'de rijken', in fraaie hoedendozen. Dat deed ze voor een hoedenfabrikant. Dan valt me in dat een tante van opa, Esther Sturkop, getrouwd was met Isaäc Dondorp, een hoeden- en pettenfabrikant aan de Nieuwendijk. Zou ze voor hem hebben gewerkt en zo opa hebben ontmoet?.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader barst af en toe in zingen uit. Opeens zingt hij 'Oh Toosje, mijn roosje, mijn schat, abrikoosje, ik ben stapelverliefd op jou'. Dat blijkt het lijflied van zijn vader te zijn geweest.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Zijn kleindochter Ineke van Slogteren-Steiger vertelt hoe een hekel zij er aan had dat zij als kind van tien of elf jaar opa moest helpen in zijn krantenwijk.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader mijmert dat als opa goede ogen had gehad dan was hij in Nederlands Oost-Indië terecht gekomen. Opa werd afgekeurd voor een baan die hij in dat land had kunnen krijgen.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa kind aan huis was bij de firma Sernée (http://www.serne.com/?page_id=481) aan de Groenburgwal, een bedrijf dat toneelkleding verhuurde; opa ging daar dan met de hele operettevereniging naar toe om ze in het kostuum te steken voor de voorstellingen.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa de toneelvereniging van de Speeltuin De Insulinde leidde.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat zijn ouders en hij ooit bij Thomas Stok hebben gewoond. Papa denkt dat dit meteen na de terugkeer van opa en oma uit Duitsland geweest was, waarschijnlijk in 1914, toen Nederland mobiliseerde. Opa had toentertijd in het Ruhrgebiet een baan in een bovengrondse mijn. Je kunt veronderstellen, dat opa en oma bij hun overhaaste terugkeer niet meteen een eigen woning hadden en onderdak kreeg van Thomas Stok, de eerste man van tante Milia. Papa herinnert zich hem nog goed, zijn grote hangsnor, de kaartavonden, hoe oom Thomas heel goed kon richten met een blaaspijpje, vanuit zijn raam daarmee een erwt afvuurde op het theekopje van de overbuurvrouw, die voor het open raam zat en dat hij dan ondersteboven lag van het lachen wanneer hij het kopje van het verbijsterde mens raakte.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat toen hij negen jaar was met zijn ouders verhuisde naar de 'moderne' woning in de Indische buurt. Daar had men tenminste een wc, terwijl ze voordien hun behoefte hadden moeten doen op de plee. Ze kwamen eerst terecht in de Palembangstraat, daarna achtereenvolgens: Ambonstraat, Makassarstraat, andere woning in de Makassarstraat, Boetonstraat en de Sumbawastraat. Papa zei in die tijd ooit tegen zijn ouders, dat ze de huisraad maar beter ingepakt konden laten staan. Later verhuisden mijn grootouders naar de Van Ostadestraat, van waar ik me ze nog goed herinner.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa erg onhandig was: bij het betrekken van een woning aan de Palembangstraat probeerde hij een spijkertje in de muur te timmeren en keek toen plotseling door een groot gat de buitengang op.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Zijn kleindochter Ineke vertelt dat opa nooit thuis was en dat oma later zei zich pas met oom Frits Tieman gelukkig te hebben gevoeld. Je moet overigens met al die verhalen wel goed oppassen of ze geschiedkundig wel (geheel) juist zijn. Het zijn altijd persoonlijke percepties en soms momentopnamen.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat een bekende acteur, Leon Boedels, het kapitaal, dat de kinderen van overopa Koopman toekwam, in het weeshuis zou hebben beheerd. De zusters van opa zouden nog wat hebben gehad, maar het geld van opa en oom Arie zou door Boedels zijn opgeteerd. (Ik meen dat mama ooit eerder de naam Judels had genoemd, dus zeker ben ik niet. Boedels kan trouwens niet: die trad op in Flora in de tijd dat opa daar werkte).
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader herinnert zich dat zijn vader overdag de hele dag zware balen cacaobonen sjouwde bij Blaauwhoedveem-Vriezeveem. Als hij dan thuis kwam stond het eten klaar en ging hij daarna voor de kachel liggen slapen. Daarna kleedde hij zich piekfijn aan en ging naar zijn baan als portier bij Flora. 's Avonds kwam hij dan om half twaalf, twaalf uur thuis. Later ging oma dan rond tien uur naar opa toe en ging ze met hem naar een café dat door de artiesten van Flora werd bevolkt. Papa herinnert zich nog dat zijn zusje en hij dan alleen thuis bleven en dat ze bij een eventuele brand geen kant op gekund hadden.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld te Amsterdam - Mijn vader vertelt dat oma's jongste zuster Dien in de Makassarstraat 48 een tijdje als vrijgezel inwoonde.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat ze het bij papa wat beter hadden dan bij mama (grote opa, met zijn negen kinderen, was als trambestuurder gemeenteambtenaar: 'vaste baan vaste armoede'.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt weer eens dat opa een indrukwekkend figuur was en dat je op de foto ook nog goed kunt zien dat hij de indruk wekt van iemand die het gemaakt heeft in zijn leven. Hij komt inderdaad heel krachtig over. Op straat keken de mensen hem na en iedereen in de Indische buurt kende hem.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Zijn nicht Bep vertelt nog hoe mijn opa niet bij hen thuis kwam, maar mijn vader wel en als kind dan gelijk op de grond ging liggen lezen, waar hij helemaal gek van was. Ze vond 'Ko altijd zo'n lieve jongen'.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa zich van het jodendom had afgekeerd. Pas op zijn dertigste kwam papa er achter dat opa, via het weeshuis, vloeiend Hebreeuws sprak. Tot papa's verwondering wilde opa, kort voor zijn dood, dat volgens de joodse traditie, zijn kist dicht zou gaan en hij niet meer gezien mocht worden. Hij is in zijn eentje in het ziekenhuis gestorven. Hij moest toch al die jaren, in stilte, de dood van zijn broer en zusters hebben gedragen, en van al die andere familie.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa kennelijk niet veel moest hebben van zijn broer Arie, misschien wel doordat die zo aan hem hing in het weeshuis.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa in de oorlog van een Duitsjoodse, rijkere kennis, een boordendoos moest bewaren. Later bleek die doos, in een dubbele bodem, veel geld te bevatten, hetgeen opa, als jood, in grote problemen had kunnen brengen. Je mocht als jood niet meer dan NLG 10,-- in huis hebben.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa in de oorlog uit Westerbork is vrijgekomen: een kennis, ene Chiel, was NSB'er geworden en later aldaar kampbewaker. Op die manier schijnt er wat geritseld te zijn.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat oma's moeder door een misverstand jaren een hekel aan opa schijnt te hebben gehad: nadat oma hem aan haar moeder had voorgesteld, sprak die opa aan met 'u' en 'mijnheer', waarop opa haar zei 'zegt u maar jij, want ik heb een hekel aan 'u'. Hetgeen geheel verkeerd opgevat kan worden. Papa herinnert zich die oma nog, in de Cornelis Anthonisstraat, als de 'vrouw met de vele rokken'.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat opa een persoonlijkheid was, sterk in zijn opvattingen, streng; als hij het niet met iemand eens was spoog hij vuur en tegen onrecht kon-ie niet. Opa's huis en gezin waren hem alles. 'Hij was voor de duvel niet bang'. Hij kon zó kwaad worden, dan stond hij stokstijf, werd witheet en kreeg onvoorstelbaar zwarte ogen. Als hij iemand niet mocht, dan wist-ie dat ook.
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader vertelt dat toen opa thuis kwam na de mobilisatie in de Cornelis Anthonisstraat, papa voor het raam op hem stond te wachten en hem zag aankomen met de pup Dobberman pincher 'Pietje' onder zijn arm (dezelfde hond die later de sigarenzaak kletsnat spatte).
- Met betrekking tot Isaac Sturkop werd verteld - Mijn vader herinnert zich dat opa door zijn geloofsafvalligheid een beetje een buitenstaander was, maar geheel vijandig is het kennelijk toch niet geweest. Opa en oma kwamen een paar maal per jaar op bezoek en Abraham Kaas mocht bijvoorbeeld wel mee op vakantie. Papa weet nog dat Abraham na het zwemmen in zee zijn Bar Mitschwa ring bleek te hebben verloren, hetgeen uiteraard een zeer pijnlijke ervaring was.
Eigen code:
VII-8
|