zoon van
Koopman Nieuwkerk en Eleonora Lob
echtgenoot van Henriette Erna van den Bergh
Vermeldingen
- Mozes Benjamin Barend Nieuwkerk is geboren op 16 maart 1894 in de namiddag om 9.30 uur (half tien) te Amsterdam (Plantage Parklaan 3).
- aangever: zijn behuwd oom Benjamin Tak
- aangever: zijn vader Koopman Nieuwkerk
- aangever: zijn oom Nathan Nieuwkerk
- Mozes Benjamin Barend Nijkerk woont (bij ouder(s)) Plantage Parklaan 3 te Amsterdam tussen 16 maart 1894 en 20 juli 1909.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld in geboorteannonce te Amsterdam na 16 maart 1894 te Amsterdam met de tekst: “Bevallen van een Zoon. Ondertekening: L. NIJKERK-LOB. Plaats en datum: Maart 1894.”.
- Woont te Amsterdam, vermeld op 3 september 1906 als erfgenaam - Hij erft 1/3 deel van de nalatenschap van zijn moeder. Er zijn o.a. effecten, ingebracht kapitaal (bijna f. 130.000,--) in B.J. Nijkerk en de woning ad. f. 17.000,-- De gemeenschap van goederen bedraagt, verminderd met reserveringen: f. 228.000,--. De helft hiervan is het erfdeel van Leonora Lob, i.e. f. 114.000,-- Mozes erft dus f. 38.000,--.
- Mozes Benjamin Barend Nijkerk woont (bij ouder(s)) Sarphatistraat 51 huis te Amsterdam tussen 20 juli 1909 en 2 september 1921 - Zijn voornaam Mozes wordt veranderd in Marinus, per besluit der rechtbank op 23-10-1916. uitschrijving 2-9-1921 naar Brussel, Bld. Adolphe Max. 77.
- wordt vermeld rond 1910 - Een jaar in Duitsland gewerkt, voordat hij bij de firma kwam.
- woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Brussel (B) rond 1910 - Hij staat in het register voor 1910.
- wordt vermeld als werknemer in 1911 te Amsterdam - Moet gezien zijn veertigjarig jubileum in 1951 al in 1911 in dienst zijn bij de firma. Tot die conclusie komt Fred Nijkerk ook (zie bron 2318-B).
- wordt vermeld op 20 mei 1913 te Amsterdam - Zijn vader boekt de mannenzitplaats nr. 282 in de Grote Synagoge ten behoeve van hem over. Het nummer wordt 298.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld op 23 oktober 1916 te Amsterdam - Op 23-10-1916 wordt de voornaam Mozes veranderd in Marinus, met behoud van de andere voornamen. Zie bron 2318-A: veranderde zijn voornaam in Marinus, omdat hij stage ging lopen in Duitsland (Metall Gesellschaft) en Engeland (T.W.Ward).
- wordt als in welke hoedanigheid is niet vastgelegd vermeld in 1921 - Ansichtkaart vanuit Bulgarije van Bob Nijkerk aan de heer J. Gobes, Boulevard Adolphe Max 77 een hoog in Brussel. Ik neem aan dat dit Jacobus (Kootje) Gobes is, wiens ijzerinkoop aan de Zwanenburgwal door B.J. Nijkerk werd overgenomen. Zie bron 2318-A: Bob was op zakenreis naar Turkije, met de Orient-Express.
- Met betrekking tot Marinus Benjamin Barend Nijkerk werd verteld rond 1921 - Hij is omstreeks 1921 met de Orient Express naar Turkije gereden.
- ijzerhandelaar woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Brussel (B) tussen 1921 en 21 oktober 1924 - "Négociant en métaux". Woonde op de Place de Bouckère 33 tot 6/7/1921 (zie bron 2318-A: dit was een bekend (in de jaren zeventig afgebrand) hotel. Daarna in de Rue du Luxembourg 7 vanaf 17/9/1923, dan verhuisde hij naar Schaarbeek op de Boul. Général Wahis 55 op 21/10/1924.
- wordt vermeld als procuratiehouder op 21 augustus 1921 - Benoemd tot procuratiehouder door Karel Benjamin Nieuwkerk.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk woont te Brussel (B) na 2 september 1921.
- Mozes Benjamin Barend Nijkerk woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Brussel (B) na 2 september 1921 (Volgens Bevolkingsregister Amsterdam: verhuisd naar Brussel, Bld. Adolphe Max. 77).
- wordt vermeld als vennoot en/of directeur tussen 1922 en 1938 te Brussel (B) - Was vanaf de oprichting tot 1938 (de eerste) directeur van de Belgische firma B.J. Nijkerk te Vilvoorde bij Brussel. Volgde in 1938 Karel Benjamin Nijkerk op, na diens overlijden, als directeur van de firma B.J. Nijkerk in Amsterdam. In Vilvoorde wordt Marinus opgevolgd door zoons van Maurits: Benjamin (Benno) en Hugo Nijkerk. Marinus bleef daar wel medevennoot.
- M. B. B. Nijkerk ondertekent een familieannonce te Amsterdam op 29 april 1922 te Amsterdam wegens: Overlijden van zijn vader.
- wordt vermeld in juni 1922 te Amsterdam - Schenkt samen met zijn zus Duifje en haar man bedragen ter nagedachtenis van hun vader, 'die tijdens zijn leven grote belangstelling voor hun werk betoonde', aan: (1) Bewaarschool voor Nederlands-Israëlitische Minvermogenden, f. 500,-- (via hun oudere neef Karel Benjamin Nijkerk), (2) Nederlands-Israëlitisch Armbestuur, f. 2000,-- en (3) Commissie tot kostelooze spijsverstrekking aan armen aller gezindten, f. 250,--.
- wordt vermeld op 20 juni 1923 te Brussel (B) - Tekent in voor een jaarlijkse donatie ad. f. 10,-- voor het Olympisch Fonds 1928.
- ijzerhandelaar woont (in welke hoedanigheid is niet vastgelegd) te Schaarbeek (B) na 21 oktober 1924 - Boul. Général Wahis 55 vanaf 21/10/1924, volgens Bevolkingsregister Brussel.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld in huwelijks (ondertrouw) annonce op 18 december 1924 met de tekst: "Getrouwd: M.B.B. Nijkerk en H.E. van den Bergh, die mede namens familie hartelijk dank zeggen voor de belangstelling bij hun huwelijk ondervonden.".
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld in geboorteannonce te Brussel (B) tussen 1926 en 1930 te Brussel (B) met de tekst: Bij de geboorte van Karel Joost, Eleonora en Alfred Arnold. Ze woonden 55 Boulevard Generaal Wabis.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld rond 1930 te Brussel (B) - De Nederlanders (bibliofielen, literair journalisten en schrijver-dichters) ontmoetten elkaar in de Nederlandse hervormde en gereformeerde kerk. Bob Nijkerk - metaalhandelaar en mecenas - en zijn vrouw Henriette waren twee vaste bezoekers van de Hollandsche Club waren. Henriette vertrouwde in 1978 haar (ongepubliceerde) herinneringen aan het papier toe: 'We kwamen iedere dinsdagavond bij elkaar om te praten, te schaken, te pingpongen en te kletsen.' Het was een zeer gemengd gezelschap van jonggetrouwde stellen en alleenlopende jongelui, veelal uitgestuurd door Nederlandse bedrijven als Philips, Unilever en de Twentsche Bank. 'De grootste mislukking was wel,' volgens Henriette Nijkerk, 'toen de Vlamingen ons op hun Carnavalsfeest uitnodigden. Op het hoogtepunt van de avond trokken de Vlamingen hun pantalons uit en gingen in hun onderbroek dansen!' ….. De Nederlanders maakten zich daarop ras uit de voeten, hetgeen Vermeylen de opmerking ontlokte: 'Jullie Hollanders moesten wat meer leren lachen en wij Vlamingen wat meer leren denken!' Niet alleen het café maar ook het Brusselse huis (in Schaerbeek) van de Nijkerks vormde een ontmoetingsplaats voor schrijvers van diverse pluimage. 'Wij hebben,' schreef Henriette Nijkerk, 'Elsschot enige keren ontmoet - eerst bij hem thuis in Antwerpen, waar hij ons Tsjip voorlas. Hij vroeg ons opmerkingen te maken als hij woorden of zinnen gebruikt had die de Hollanders niet zouden begrijpen. Als er zich droevige gebeurtenissen in zijn boeken voordeden, raakte hij zo geëmotioneerd dat hij niet verder lezen kon. En dan vroeg hij de Greshoffs (bekend literair journalist), die er ook bij tegenwoordig waren, verder te lezen.' Zo las Elsschot ten huize van de familie Nijkerk Het Been en bij Greshoff thuis Kaas voor. Hordes Nederlandse literatoren legden aan op 55, Boulevard General Wahiz in Schaerbeek. Onder hen was ook de schrijver Frans Coenen - 'onze bleke broeder' -een 'ouderwetse gentleman met bijna overdreven keurige manieren'. Hij was conservator van het Amsterdamse Museum Willet-Holthuysen, 'volgens hem zelf een zeer drukke baan'. Maar 'hij deed eenvoudig niets de hele dag - wel hield hij er verscheidene jeugdige vriendinnen op na en dat nam veel tijd in beslag'. Ook Menno ter Braak en zijn vrouw Ant Faber kwamen geregeld langs. ….. Ter Braak en Varangot, die volgens Henriette Nijkerk NSB-sympathieën had, konden elkaar niet luchten. Enkele maanden woonden ook Hendrik Marsman en zijn vrouw Rien in Brussel. In die periode catalogiseerde Rien een deel van de bibliotheek van Bob Nijkerk. Simon Vestdijk kwam dikwijls langs met zijn vriendin-huishoudster Ans Koster. later, toen de Nijkerks in Nederland waren teruggekeerd, zouden ze vele malen een bezoek aan Vestdijk in Doom brengen. Jan Campert woonde zelfs een jaar (1925-1926) bij de Nijkerks in huis. 'Hij kwam geheel onverwacht aanlopen. Hij was een stille, rustige loge - zeer bescheiden. Hij had in Brussel een getrouwde vriendin wonen en hij hoopte steeds haar terug te winnen, hetgeen hem niet gelukt is. Hij schreef veel gedichten bij ons thuis - zijn bundel De Bron heeft hij aan ons opgedragen en het manuscript is in ons bezit. In 1928 kwam hij op huwelijksreis met Joekie Broedelet weer een weekje logeren. Bob kende Jan Campert uit de oorlog 15)14-15)18, toen Bob bij de Camperts in Westkapelle ingekwartierd was.' Arthur van Schendel had, aldus Henriette Nijkerk, een grote afkeer van de kleur groen. Zijn vrouw noch zijn kinderen mochten ooit iets groens dragen. Toen hij de jonge Adriaan van der Veen - schrijver en redacteur van het Hollandsch Weekblad - voor het eerst in Brussel ontmoette, was het meteen mis. Van der Veen droeg :en groene loden jas en Van Schendel zei hem dat hij hem nooit meer in die jas …. Een andere dichter uit het Noorden die Brussel meer dan eens aandeed, was Jacques Bloem. Henriette Nijkerk herinnerde zich dat ze veel met hem had gelachen. Bijvoorbeeld over zijn merkwaardige gewoonte alle Franse opschriften en namen in het Nederlands te vertalen. 'Zo noemde hij de Minerva-auto (een Belgisch fabricaat dat na de oorlog ter ziele gegaan is) - sans-soupapes, met kleploze motor- de minerva zonder onderpausen. Jean de la Fontaine heette Jantje van de Pomp; Jean Racine Jan Wortel; Baudelaire Schoon van de Lucht. Hij eindigde altijd met John Drinkwater: Hij liever dan ik.' Wanneer Bloem bij Greshoff logeerde en daar veel had gedronken, wilde hij nog wel eens op pad. Als hij dan naar de Nijkerks onderweg was, belde Greshoff hen op om te waarschuwen dat Bloem al het nodige op had. Hij drong er dan op aan slechts een borrel te schenken, aangezien hij een kwade dronk had en grof en onhebbelijk werd als hij te veel ophad. Bob en Henriette Nijkerk kwamen ook wel eens in Gistoux, maar meestal kwam Du Perron bij hen in Schaerbeek langs. Eindeloze discussieavonden waren het, samen met Menno ter Braak, Hendrik Marsman en Jan en Aty Greshoff . Aan zijn aanwezigheid kwam spoedig een eind toen zijn moeder overleed en hij in financiële moeilijkheden bleek te verkeren. Bob Nijkerk zou hem uiteindelijk, nadat steun van andere vrienden niet had mogen baten, helpen met de verkoop van Gistoux; daarop vertrok Du Perron naar Nederlands-Indië. Greshoff trad niet alleen als spil maar ook als animator van de literaire gemeenschap in Brussel op. Zo ontdekte hij Adriaan van der Veen, die als zeventienjarige scholier een artikel naar hem had opgestuurd. Volgens Henriette Nijkerk was Greshoff ' altijd op zoek naar jong talent en hij vond het heerlijk om jongelui waar hij wat van verwachtte te pousseren'.
- is commissaris op 1 oktober 1930 - Commissaris van de N.V. Noord Hollandsche Margarinefabriek te Zaandijk. (Directeur: C.A. Honig). Kan ook zijn neef Moses Barend Benjamin Nieuwkerk zijn geweest.
- wordt vermeld op 29 maart 1933 - Het Grafisch Weekblad meldt Nijkerks schenking (mede dank zij de bemoeiingen van het Nederlandsch Verbond van Boekenvrienden) aan de gemeente Amsterdam ter plaatsing in de afdeling Kunstnijverheid van het Stedelijk Museum, van een collectie van ongeveer 270 boeken, die een vrij volledig overzicht geven van de herleving der Nederlandsche boekkunst sedert 1890.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld op 24 september 1935 te Brussel (B) - Toekenning van de eremedaille van de stad Amsterdam, als betuiging van dank voor het schenken aan het Amsterdams Stedelijk Museum van een prachtige verzameling zeldzame uitgaven van Nederlandsche, Vlaamse en andere letterkundige werken. Jaren geleden was de heer Nijkerk met het aanleggen van deze collectie begonnen, welk geleidelijk tot een prachtig, volledig geheel was uitgegroeid.
- wordt vermeld op 20 december 1935 - Tentoonstelling van de boeken, ter beschikking gesteld aan het Stedelijk Museum door M.B.B. Nijkerk te Brussel, een der voornaamste Nederlandse bibliofielen.
- wordt vermeld op 13 oktober 1936 - Aankondiging van het eerste deel van een nieuwe serie uitgaven voor bibliofielen, onder leiding van M.B.B. Nijkerk, J. Greshoff en A.A.M. Stols. De naam der serie is Ursa Minor (de kleine beer). De titel van no. 1 is: Onvoltooid Verleden. (Deel 2 in de editie van 5-5-1937 met de titel De Doode die zich niet verhing. In deel 2 (editie 22-6-1938) wordt het boek Fabels met Kleurkrijt van S. Vestdijk opgenomen. In de editie 21-6-1939 is een uitvoerig artikel over de collectie opgenomen).
- koopman te Amsterdam wordt vermeld als vennoot en / of firmant in 1938 - Zet samen met Hugo Benjamin, na de dood op 17-10-1938 van hun medefirmant Karel Benjamin Nieuwkerk, de bestaande vennootschap onder firma B.J. Nijkerk voort. Zij nemen per 1-1-1939 Benjamin Maurits Nieuwkerk als medevennoot.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld voor 1939 - M.B.B. (Bob) Nijkerk is een belangrijke Brussels-Amsterdamse collectioneur van boeken. Hij bracht een grote particuliere bibliotheek bijeen en realiseerde bovendien een fraaie boekencollectie voor het Stedelijk Museum te Amsterdam. Een journalist verzuchtte: 'Het is alleen jammer dat de Nijkerks, de volkomen onbaatzuchtige, bescheiden, eerlijke minnaars van boek en boekkunst, zoo zeldzaam zijn. Zoo uiterst zeldzaam. Zoo pijnlijk zeldzaam. Soms denk ik wel eens dat de heeren Nijkerk en Radermacher Schorer de eenige in den lande [zijn].' Hij trad op als mecenas voorverschillende kunstenaars en schrijvers en ontving als dank daarvoor autografen voor zijn collectie. Hij kocht direct van de uitgever, kunstenaar of typograaf, en in mindere mate via antiquaren. De belangstelling van Nijkerk voor avant-gardistische is groot. Daarnaast weerspiegelt zijn verzameling zijn langjarig verblijf in Brussel; Belgische en Franse uitgaven zijn zeer goed vertegenwoordigd. Nijkerk heeft nooit lezingen gegeven over bibliofilie of erover gepubliceerd, netzomin als hij tentoonstellingen heeft georganiseerd. Wel waren er ook bij hem thuis literaire avonden, waarop bijvoorbeeld Elsschot uit eigen werk voorlas en waarbij andere schrijvers werden uitgenodigd. Nijkerk verhuisde in 1939 naar Amsterdam.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk woont Beethovenstraat 99 te Amsterdam in 1939 - Verhuisde van Brussel naar Amsterdam. Zie bron 2318-A: woonde eerst een jaar in de Beethovenstraat 99, vandaar naar het Olympiaplein. Ze hebben altijd gehuurd, noot gekocht.
- wonende Olympiaplein 37-39 te Amsterdam, wordt vermeld na 1939 te Amsterdam - Op hun huisdeur in Amsterdam (Beethovenstraat 99 in 1939, Olympiaplein 37-39 en 1939-1942 en na 1945) stond: Nieuwkerk gen. Nijkerk. In 1942 kwam de SS langs om hen in te rekenen, maar de bel van nummer 37 werd niet gehoord. De buren zeiden toen: 'Nieuwkerk, nee, geen joden. Hij is een gepensioneerde generaal o.i.d.'.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk, koopman te Brussel (B) wordt vermeld als vennoot en/of directeur op 1 januari 1939 te Brussel (B) - Zet (na de dood, op 17-10-1938, van hun medefirmant de heer Karel Benjamin Nieuwkerk) samen met Hugo Benjamin Nijkerk de firma B.J. Nijkerk voort en neemt en Benjamin Maurits Nijkerk als medevennoot op per 1-1-1939.
- wordt vermeld na 1940 - Verloor veel geld, eerst door de oorlog en later door het faillissement van Lippman, Rosenthal.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld tussen 1940 en 1945 - Het gezin M.B.B. Nijkerk maakte in de oorlog deel uit van de bekende Barneveld-groep en kwam via Barneveld, Westerbork en Theresienstadt in Zwitserland terecht.
- wordt vermeld tussen 1940 en 1945 - Het gezin zat met de Barneveld-groep in Westerbork en Theresienstadt met een familie Wiener. Het gezin heeft het leven te danken aan hun toenmalige naamvorm Nieuwkerk. Toen de SS bij hen aan de deur belde had Alfred argwaan en waarschuwde zijn familie niet open te doen. De SS informeerde toen bij de buren of zij joden waren, waarop die buren verwezen naar de oer-Nederlandse naam en dat zij dachten dat Bob Nijkerk een gepensioneerde generaal was. Bob was kapitein die aan het begin van de oorlog een samengedreven groep NSB'ers bewaakte.
- wonende Olympiaplein 37-39 te Amsterdam, wordt vermeld tussen 1940 en 1944 - Speelde fagot. Hun woning (gehuurd; hij heeft nooit gekocht) aan het Olympiaplein bestond uit twee huizen, die het eigendom waren van Van Geuns. Hij en zijn vrouw gaven in de zitkamer - vier kamers, doorgebroken tot een soort concertzaal met podium (Mevrouw van Geuns was concertpianiste - illegale huisconcerten voor musici die niet meer mochten - of wilden: zoals als Charlotte Koehler - optreden in de oorlog; totdat dit door de bezetter verboden werd; er werden dan circa honderd stoelen gehuurd, voor de betalende bezoekers, t.b.v. de joodse e.a. musici of andere artieste.
- Met betrekking tot Bob Nieuwkerk werd verteld tussen 1940 en 1945 - Toen de SS bij hen aan de deur belde had zijn zoon Alfred argwaan en waarschuwde zijn familie niet open te doen. De SS informeerde toen bij de buren of zij joden waren, waarop die buren verwezen naar de oer-Nederlandse naam en dat zij dachten dat Bob Nijkerk een gepensioneerde generaal was. Bob was kapitein die aan het begin van de oorlog een samengedreven groep NSB'ers bewaakte.
- Woont te Amsterdam, vermeld op 20 september 1941 als erfgenaam - Erft van zijn tante Anna Nieuwkerk; zij laat geen vast of roerend goed na.
- fabrikant woont Olympiaplein 37 te Amsterdam voor 23 december 1942 - Firmant van een machinefabriek.
- Omtrent Marinus Benjamin Barend Nijkerk te Barneveld wordt een gebeurtenis vermeld op 23 december 1942 te Barneveld - Aankomst met vrouw en drie kinderen in interneringskamp 'Slot Barneveld'.
- woont (als gevangene van de bezetter) te Barneveld in 1943 - Vooraanstaande families konden zich een plaats verwerven in Kasteel Schaffelaar te Barneveld, waar zij zich redelijk veilig konden wanen. Op 29-9-1943 werden de daar geïnterneerden overgebracht naar Westerbork, waar zij een jaar bleven. Vervolgens werden zij naar Theresienstadt gedeporteerd. Allen kwamen na de bevrijding weer terug.
- wordt vermeld in 1945 in Zwitserland - In Zwitserland aangekomen, vrijgelaten uit het concentratiekamp Theresiënstadt in Bohemen.
- woont in Zwitserland in 1945 - Aankomst met gezin in Zwitserland vanuit Theriesienstadt. De ongeveer 600 vrijgelatenen gingen naar (?) en daarna naar Mont-Pelerin. Karel en Fred gingen naar Glion met het Prinses Beatrix Lyceum; Noor kreeg typhus in Mont-Pelerin.
- wordt vermeld na 1945 - Dolf en Bob Nijkerk kregen een dispuut over het eigendom van aandelenpakketten. Er is toen arbitrage verricht, met als uitspraak dat Bob de rechtmatige eigenaar was. Dolf heeft hem en Alfred, die daarin ook had geadviseerd, dat zo kwalijk genomen dat alle banden zijn verbroken. Dat is nooit meer goed gekomen.
- wordt vermeld als vennoot en / of firmant na 1945 - Was na de oorlog zozeer geknakt dat hij nauwelijks meer in staat was de in moeilijkheden verkerende firma B.J. Nijkerk (alles was verwoest, de kas leeggeroofd) weer op de rails te zetten.
- wordt vermeld op 24 april 1945 - Het Parool publiceert de namen van enkele honderden Nederlanders die uit Theresienstadt zijn aangekomen in Zwitserland, onder wie Marinus en Henriette Nieuwkerk en hun kinderen.
- wordt vermeld op 7 juli 1945 - Bob schrijft enkele brieven vanuit Brussel (soms briefpapier Etablissements B.J. Nijkerk s.a., Haren-lez-Bruxelles, 3e. Avenue Rittwegen) aan vrouw en kinderen over zijn wedervaren, zolang hij nog niet in Nederland is teruggekeerd. Zijn gezin wacht in Zwitserland op repatriering naar Nederland. Er is ook geschreven over de firma.
- wordt vermeld op 1 september 1945 - Verklaring dat Bob zich, indien hij niet naar het concentratiekamp Barneveld zou zijn overgebracht, voor verdere illegale arbeid beschikbaar zou zijn geweest.
- wordt vermeld op 9 oktober 1950 te Amsterdam - Per Koninklijk Besluit is de familienaam Nieuwkerk veranderd in Nijkerk.
- wordt vermeld op 9 oktober 1950 te Amsterdam - Bij Koninklijk Besluit d.d. 9-10-1950: naamsverandering van Nieuwkerk in Nijkerk, voor Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk en zijn minderjarige wettige nakomelingen.
- wordt vermeld op 7 november 1950 te Amsterdam - Advocaten berichten dat de verandering van de naam Nieuwkerk in Nijkerk is toegestaan. De afschriften van de beschikking zijn te bestellen.
- wordt vermeld als vennoot en/of directeur in 1951 te Amsterdam - Viert veertigjarig jubileum bij de firma.
- wordt vermeld op 22 juni 1954 - Er is correspondentie over een niet gedefinieerde maar afgewezen claim wegens oorlogsschade.
- te Amsterdam wordt vermeld als oprichter en eigenaar op 7 april 1955 te Amsterdam - Richt, als industrieel en koopman, namens B.J. Nijkerk de N.V. Metaalhandel Gobes op.
- wordt vermeld als vennoot en/of directeur op 4 november 1956 - Trekt zich terug als directeur van Nijkerk en wordt gepensioneerd.
- wordt vermeld op 2 april 1958 - Protesteert tegen in de brief niet gedefinieerde beslissing schade vanwege 'gepulste' eigendommen niet te vergoeden.
- wordt vermeld op 22 juni 1964 te Amsterdam - Ontvangt uit handen, en via een brief, ondertekend door, ZKH Print Bernhard de Zilveren Anjer.
- Mozes Benjamin Barend Nijkerk woont (als hoofdbewoner en/of partner) De Lairessestraat 96 te Amsterdam na 1974 - Hierheen verhuisd vanuit het Olympiaplein. De datum en het huisnummer blijken uit de aan hen gerichte envelop (zie afbeeldingen). Zij kunnen er uiteraard al eerder hebben gewoond.
- wordt vermeld in 1975 te Amsterdam - Schenkt bijna 900 bibliofiele boeken, die het gemeentelijk museum tot dusverre in bruikleen had en die, tezamen met een reeds eerder geschonken deel van deze verzameling, de collectie Nijkerk vormden. Met die vroegere schenkingen geven deze aanwinsten een uitstekend beeld van de boekkunst sedert het eind van de vorige eeuw, toen, na een lange periode van verval, op dit terrein nieuwe wegen werden ingeslagen.
- wordt vermeld op 24 januari 1975 te Amsterdam - Ter ere van hem (zie menukaart) werd een feestelijke maaltijd aangeobden, ter gelegenheid van de opening van de boekentenstoonstelling uit de collectie Nijkerk in het Stedelijk Museum te Amsterdam op vrijdag 24 januari 1975 in de Auberge Les Quatre Canetons.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk, is overleden op 19 juni 1987 te Amsterdam.
- wordt vermeld op een overlijdensbericht op 19 juni 1987 te Amsterdam 'In vredigheid is heden van ons heengegaan onze lieve vader, schoonvader en grootvader Marinus Benjamin Barend Nijkerk, geboren 16 maart 1894, weduwnaar van Henriette Erna van den Bergh, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, Begiftigd met de Zilveren Anjer, Drager van de Zilveren Medaille van de Stad Amsterdam. Naast zijn gezin vervulden kunst en wetenschap zijn lange leven met zin en vreugde. Overeenkomstig zijn wens is zijn lichaam ter berschikking gesteld aan de medische wetenschap.' Amsterdam, 19 juni 1987. Ondertekening: Amsterdam: K.J. Nijkerk, F. Nijkerk-Olofsen, Peter Joost, Bart, Huibert; Haarlem: E. Verrijn Stuart-Nijkerk, A.A. Verrijn Stuart, Martijn, Wouter; 's-Gravenhage: A.A. Nijkerk, J.M. Nijkerk-Moussault, Jojet, Jan Maarten, Willem Jaap. Correspondentie-adres: E. Verrijn Stuart-Nijkerk, Scheltemakade 15, 2012 TD Haarlem met de tekst:.
ongedateerd
- wordt vermeld - Van hen en zijn vrouw stamt een enorm familieservies uit begin 20e eeuw met initialen N en L (Nijkerk-Lob), dat Willem Jaap Nijkerk heeft.
- wordt vermeld - De laatste joods gehuwden (metaal-) Nijkerken. Benno trouwde met de katholieke Marina; Dolf met de katholieke Margaret Page; Hugo met Cobi von Scholz, een door Baron Von Scholz geadopteerd Vietnamees meisje; Karel Joost trouwde met Femke Olofsen; Noor met Alexander Verrijn Stuart; Fred met Johanna Mine Moussault (moeder Protestants, vader katholiek). Tante Mia Maartens (katholiek), echtgenote van de oude Hugo, was voor WO II 'joods' geworden.
- wordt vermeld - B.J. Nijkerk had een dochter in Vilvoorde: B.J. Nijkerk s.a./n.v. Door Bob opgericht. Bob kwam met zijn gezin naar Nederland toen Karel Nijkerk in 1938 overleed.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld - B.J. Nijkerk Metalen is in de zestiger jaren verkocht aan Hoogovens. Marinus Benjamin Barend Nijkerk, heeft de onderneming nog geleid. Er gingen immense bedragen rond in het bedrijf.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld - Bob Nijkerk schudde in 1900, toen hij zes jaar was en met zijn ouders in Zandvoort verbleef, de hand van de grote Nicolaas Beets, de schrijver van Camera Obscura. Het verhaal wordt verteld in 1989, dus toen was nog iemand in leven die de schrijver van de bestseller uit 1839 nog persoonlijk had gekend. Hij werd geboren in een welgestelde middenklasse familie. Zijn ouders hadden weinig binding met kunst. Zijn moeder stierf toen hij nog jong was. Zijn vader had geen hekel aan kunst, maar had er simpelweg geen interesse in. Hij bezocht de lagere school der vierde klasse, wat een hoog schoolgeld inhield. Dit zorgde ervoor dat de kinderen uit de 'betere klasse' niet tussen kinderen uit lagere standen naar school moesten. Ook op de Openbare Handelsschool, die excellente studenten voortbracht, waren de kinderen afkomstig uit betere kringen. In 1911 verliet hij de Openbare Handelsschool en ging in het familiebedrijf werken, dat van 1823 dateert: B.J. Nijkerk, schroothandelaren en schrootverwerkers. Het bedrijf werd in 1965 overgenomen door Hoogovens in IJmuiden, maar de fabriek die min of meer los stond van de handelsonderneming bleef in de familie. Om ervaring op te doen onderging hij eerst een jaar training bij een Duits staalbedrijf en daarna nog een jaar bij een soortgelijke onderneming in Engeland. Het beoogde jaar in Frankrijk ging niet door, want hij werd opgeroepen voor militaire dienst en opgeleid tot reserve-officier. Toen hij met groot verlof zou gaan brak WO-I uit en bleef hij gemobiliseerd tot december 1918. In 1914 werd hij gestationeerd in Oostburg op Zeeuws-Vlaanderen. Daar ontmoette hij ene Van der Werf, hoofdmeester van een opleidingsinstituut, die een socialistische overtuiging paarde aan 'verheffing van het volk' via boeken. Via hem ontwikkelde hij een blijvende belangstelling voor typografie. In 1921 verhuisde hij naar Brussel om het management over te nemen van een branche van het familiebedrijf. Intussen was hij begonnen met een verzameling fraai ontworpen boeken. In de vroege jaren dertig ontwikkelden enkele Amsterdamse burgers plannen voor het oprichten van een Museum voor Toegepaste Kunsten. Daarbij sloot hij zich aan. Naast meubels, aardewerk, glas, enzovoort kwam er ook ruimte voor boeken. In 1932 kwam de Amsterdamse wethouders Emanuel Boekman hem in Brussel opzoeken. Hij gaf een deel van zijn collectie in bruikleen aan het Stedelijk Museum, dat zich tot dan verantwoordelijk voelde voor toegepaste kunsten. De beoogde conservator De Roos maakte de selectie. In Brussel bleef hij in nauw contact met een uitgever en de bekende publicist Jan Greshoff. Hij schafte kostbare typografische items aan, waaronder matrices waarmee hij kostbare uitgaven wilde gaan (laten) maken. Maar dat ging niet van een leien dakje, maar hij wist tenslotte toch een serie van negen boeken uit te geven. Gedurende de crisisjaren gingen de zaken niet zoals voordien, maar er waren voldoende reserves. In het begin van de oorlog zette hij zich in zo veel mogelijk joodse mensen op de nieuwe typografische afdeling van de Amsterdamse School voor Toegepaste Kunsten geplaatst te krijgen, in de hoop docenten en studenten te redden. Dat mislukte en hij werd zelf uiteindelijk naar Theresienstadt gedeporteerd. Ondanks de verschrikkelijke herinneringen bleek hij later in staat - met pretlichtjes in de ogen - over zijn sabotagewerk te vertellen. Samen met anderen moest hij in het kamp het rijdende materiaal intact houden, maar met zijn metaalachtergrond merkte hij hoe eenvoudig het was vitale onderdelen van het remsysteem te laten vastlopen. Hij was een van hen die zes maanden voor het einde van de oorlog naar Zwitserland werd overgebracht, in het kader van een uitwisselingsprogramma met Duitse krijgsgevangenen. Zijn 'materieel' belang zit hem in zijn schenking aan het Stedelijk Museum waar zijn collectie de kern van de sectie van de boekkunst vormt en ook in zijn Ursa Minor initiatief (de bovengenoemde uitgave). Daarbuiten waardeerden zijn vrienden hem en zijn vrouw persoonlijk. Zij waren trouw in hun vriendschappen, die zij vaak van ouder op kind overbrachten, zoals met betrekking tot de Van Schendels *). In hun tijd in Brussel ontmoetten de Nijkerken regelmatig Arthur en zijn vrouw, in de kring waartoe zij behoorden, waarvan ook vele andere bekende auteurs en journalisten deel uitmaakten. Na de oorlog, na de terugkeer in Nederland, bleven de Nijkerken en de Van Schendels goede vrienden en ook met Arthus van Schendel junior, die directeur van het Rijksmuseum zou worden. Er kwamen velen over de vloer in het gastvrije Nijkerk-woning. Hij was een idealist, gevoelig en bescheiden, met een groot gevoel voor humor. Maar hij was ook een in zaken getrainde realist en ook als verzamelaar stond hij met twee voeten op de grond. Hij weigerde buitensporige prijzen te betalen. Dubbele exemplaren verkocht hij niet, want hij zijn hobby was geen business. Veel wetenschappers hadden toegang tot zijn collectie en samenstellers van tentoonstellingen deden geen vergeefs beroep op hem voor het lenen van exemplaren. Hij was verzamelaar tot in zijn vingertoppen. Hij kon er niet tegen wanneer delen van belangrijke collecties apart verkocht werden. Op een veiling gebeurde dat eens en toen stond hij boos op en maakte zijn grieven bescheiden doch vasthoudend kenbaar. Toen een verzamelaar in het publiek meldde dat hij juist daardoor zijn eigen verzameling compleet kon maken en toen stemde Nijkerk daar graag in toe.
- Marinus Benjamin Barend Nieuwkerk wordt vermeld - Hij was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, maar ontving ook het Zilveren Incarnaat en de zilveren medaille van de Stad Amsterdam.
- Marinus Barend Benjamin Nieuwkerk wordt vermeld - Hij was, behalve van Lob, ook een volle neef van Mr. Visser van de Hooge Raad. Alle drie waren zeer begaafd en hoog opgeklommen op de maatschappelijke ladder. Vermoedelijk heeft dat tevens geleid tot een grote assimilatie onder hun nazaten.
- Alias Bob Nieuwkerk.
- Met betrekking tot Marinus Benjamin Barend Nijkerk werd verteld - Was een fan van Ajax. 'Hij heeft Feyenoord gered'. De Duitsers vroegen hem om te beoordelen hoeveel bruikbaar metaal er in De Kuip zat, zodat zij konden beslissen dat te laten afbreken. Bob wist dat dit veel waard zou zijn, maar adviseerde dat het waardeloos was.
- Met betrekking tot Marinus Benjamin Barend Nijkerk werd verteld - Was geen echte zakenman, meer kunstliefhebber (voornamelijk: bibliofiel, boekenverzamelaar. De boeken collectie in het Stedelijk Museum - ca. 800 boeken, speciale typografie, is (nog steeds) de - aan het Stedelijk Museum geschonken - Collectie M.B.B. Nijkerk. Bob kreeg hiervoor de zilveren erepenning van de Gemeente Amsterdam en later de Zilveren Anjer van Prins Bernhard.
- Met betrekking tot Marinus Benjamin Barend Nijkerk werd verteld - Hoewel streng joods opgevoed (nog bar mitzwa gedaan) deden hij en zijn vrouw niets aan het joodse geloof. In België gingen de kinderen naar een gereformeerde school. Daar werden zij zo geïndoctrineerd op de Prinses Julianaschool in Brussel, dat ze (tijdelijk) woestvroom werden. Het hoofd van die school gaf Karel en zijn buurjongen de opdracht, wanneer zij hun vader op zondag de krant zagen lezen, hem te vragen die terzijde te leggen en daarvoor in de plaats de bijbel te gaan lezen. Bob reageerde daar briesend op met de uitroep godverdomme en ging samen met de buurman op school verhaal halen.
- Bob Nijkerk wordt vermeld als vennoot en/of directeur - Jarenlang voorzitter van de Nederlandse Schrootvereniging.
- wordt vermeld als aandeelhouder - Was commissaris bij Wiener.
- wordt vermeld als vennoot en / of firmant - Bezat waarschijnlijk de helft van de aandelen.
Eigen code:
V-8 kleinkind
Beschrijving
De aanvankelijke familienaam was Nieuwkerk, hoewel hij Nijkerk werd genoemd. Per KB in 1950 werd de achternaam officieel Nijkerk. Daarom is hier die naam aangehouden. Op 23-10-1916 werd de voornaam Mozes (gegeven bij zijn geboorte) veranderd in Marinus, met behoud van de andere voornamen. Daarom zijn naam dienovereenkomstig aangepast.
|