Dialoog met Sturkop, Ko en Tiny | |||
---|---|---|---|
| |||
Soort:
|
Diversen
| ||
Vermeld: |
|
||
Genealogisch journaal 1984 - 21-1-1984. Gesprek met mijn ouders. · Opa zou in zijn jonge jaren hebben ingewoond bij zijn oudere zusters Bertha en Rosalie. Hij is altijd erg zwijgzaam geweest over zijn jaren vóór zijn huwelijk met oma. Een hevige verbittering over de strenge behandeling in het weeshuis zou daaraan ten grondslag hebben gelegen. In elk geval is die periode er de oorzaak van geweest, dat hij geen binding meer wilde hebben met het joodse geloof en de daaraan verbonden levenswijze. Zowel Bertha als Rosalie zouden op tamelijk jeugdige leeftijd een einde hebben gemaakt aan hun leven, waarbij tenminste één hunner dat heeft gedaan door uit een raam te springen. Opa zou een voogd gehad hebben. Mijn moeder noemde de naam Judels. Bij een gesprek dat mijn moeder ooit met mevrouw Reinders-Sturkop heeft gehad (zie mijn brief aan mevrouw Reinders d.d. 22 januari 1984) vermeldde die, dat deze heer Judels een "viezerik" was geweest, die misbruik heeft gemaakt door het familiekapitaal er doorheen te jagen. Inderdaad waart in de familie het verhaal rond, dat ten gevolge van de dood van overopa diens kapitaal verloren zou zijn gegaan. Overigens was papa er verbaasd over dat mama de naam Judels kende. (Het verhaal via mama blijkt ook door tante Jetje aan papa te zijn verteld). Deze naam Judels trok mijn aandacht en uit mijn aantekeningen op het Gemeente Archief te Amsterdam blijkt, dat ene Nathan Judels, neef van Isaak Sturkop (III-E) bij diens gezin woonde. · De broer van opa, oom Arie, woonde aan de Achtergracht. Mijn ouders hebben hen goed gekend en hij heeft hen meerdere malen bezocht. Hij wordt beschreven als een figuur die een vrij onconformistische levenswijze had en opa beschouwde hem als een buitenbeentje. Hij is vrijgezel gebleven (dachten mijn ouders). Mijn ouders beschouwden hem als niet dom. Hij leek wel wat op opa, maar had veel meer dan opa een joods uiterlijk en was joods in gedragingen en spraak. Bij een van zijn bezoeken aan papa en mama zei hij ooit, na het handen wassen: "Tini, je moet aan het andere eind van je handdoek óók een lusje maken; dat spaart slijtage." · De hierboven genoemde mevrouw Reinders was een dochter van Dr. Sturkop, die nog een zoon: Willem Sturkop. (Deze naam is tot op heden: 1995, nooit opgedoken.) · Vroeger werd mijn vader vaak gevraagd of hij familie was van de bekende sportman uit Indië. · De foto met oma en papa en tante Coba in Zeeuws kostuum is gemaakt toen opa in de eerste wereldoorlog tijdens de mobilisatie was ingekwartierd in Zeeland. De andere dame en kind zijn Zeeuwen. Kort na zijn geboorte heeft papa met zijn ouders een half jaar in Düsseldorf gewoond. Zijn vader kon daar beter verdienen in de mijnen. In verband met de mobilisatie zijn ze echter spoedig naar Amsterdam teruggekeerd. Bij het betrekken van de woning in Düsseldorf beklaagde oma zich bij de eigenaar over de daar huizende wandluizen. Deze reageerde heel verbaasd met: "Maar dat is toch heel gewoon". · Er is een zoon geweest van Rosalie of Bertha met de naam Ko van Straaten (met twee a's). Deze Ko zou erg gesteld zijn geweest op mijn grootvader en kwam vaak bij hem thuis. Hij is verhuisd naar Arnhem en heeft opa's in 1955 nog bijgewoond. · De bewuste diamantslijperij stond in de Albert Cuypstraat op de hoek van de Hobbemakade. Dat gebouw staat er nog en papa gaat op zoek naar het adres. · De naam Sijes zei mijn vader niets in verband met de opname in diens gezin van broers/zusters van opa. Maar een heer Sijes is samen met Dr. Lou de Jong medestichter geweest van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Van zijn hand zijn vele publicaties verschenen. Dat moet een opening bieden voor verder onderzoek. · De zangpedagoog Sturkop luisterde naar de naam Louis en woonde in de Vechtstraat. Woonde later in Amstelveen. Hij was of is ouder dan papa. Vroeger werd er nog wel eens over hem bericht in de krant. · Rosalie en Bertha zouden betrokken en zeer actief zijn geweest bij de oprichting van de SDAP en wellicht ook de diamantwerkersbond. Toen ik zei dat het kantoor van die bond aan de Henri Polaklaan staat en dat ik me op een of andere manier het beeld daarvan herinneren kon, kwam mama met een verhaal los. Ik zou daar met mama bij opa op bezoek zijn geweest, toen hij daar in dat gebouw een paar dagen moest vertoeven in verband met zijn beruchte sterilisatie. Bij gebrek aan ingrediënten in de oorlogstijd had mama aardappelgebak voor hem gemaakt en meegenomen. · Tante Jetje was getrouwd met Louis Kaas, een bekend kruidenier die zijn klanten tot in de Apollobuurt had. Zijn winkel stond in de Swammerdamstraat. Een van mijn jongste herinneringen is een bezoek aan die woning. Mama vertelde dat dit ter gelegenheid was van de Bar Mitschwa van David, een kleinzoon van tante Jetje. Louis Kaas blijkt vermogend te zijn geweest, want hij was tevens eigenaar van huizen. De kinderen in dit gezin waren, in volgorde van geboorte: (1) Celine (zie de naam van de eerste echtgenote van hun oom Isaak: III-D-6). Zij was met een antiquair getrouwd. Dat gebeurde kennelijk pas op latere leeftijd (over de dertig) want ze werd aanvankelijk als "oude vrijster" beschouwd. (2) Grete was getrouwd met Isidoor Witjas. Over hun zoon David Witjas (er was ook nog een zoon Danny) is ooit gepubliceerd omdat hij klasgenoot was van Anne Frank. De vader van Isidoor had een textielfabriekje in de Birmastraat. Mijn vader heeft daar nog een blauwe maandag gewerkt. In die tijd werkte daar ook Abraham Kaas. Zie 3. Deze familie Witjas was zeer orthodox joods. Mijn vader lag nogal overhoop met de vader van Isidoor, die hem meermalen toevoegde dat hij niet meer hoefde terug te komen, ook al was hij verre familie. Maar zo erg was het kennelijk ook weer niet, want als papa de maandag daarop weer op het werk verscheen, werd er niets van gezegd. De oude Witjas schijnt een nogal rommelige zaak te hebben gehad, in het midden waarvan een WC stond. Als hij deze WC gebruikte liet hij de deur op een kier staan en schijnt in die positie zelfs zijn vrouw "Roos" plegen toe te roepen. Papa beschrijft de zoon Isidoor als duidelijk meer voorzien van "standing". (3) Abraham. Deze zoon staat op een bekende foto, die is gemaakt tijdens een razzia in Amsterdam. Later is bekend geworden dat hij (op de vlucht ?) is doodgeschoten in Mauthausen. Mijn ouders zaten ooit naar de tv te kijken naar een documentaire over dwangarbeid en zagen daar tot hun ontzetting bij één der dwangarbeiders de naam "Abraham Kaas" geprojecteerd. (4) Bep, de jongste dochter woont in Argentinië en heeft enkele jaren geleden onder meer mijn ouders bezocht. |